Terug
Rouw

Wat doet een forensisch arts?

GGD-arts Paul Tan adviseert soms de recherche. Hij is forensisch arts. Maar wat is dat en wat doet een forensisch arts bij de GGD eigenlijk?

Tan: ,,De forensische geneeskunde zit op de scheidslijn van geneeskunde en justitie. De GGD hier beschikt over een team van tien forensisch artsen. We zijn vierentwintig uur per dag bereikbaar voor de arrestantenzorg in politiecellen, maar we doen op verzoek van de politie ook letselrapportages.’’

Wat zijn letselrapportages?

,,Daarin beschrijven we de verwondingen van slachtoffers van misdrijven. Sinds vorig jaar maart zijn er speciale letselspreekuren bij de GGD waar slachtoffers terecht kunnen. We schrijven op wat we zien, en waardoor het letsel kan zijn ontstaan.’’ ,,Hoe dat gaat? Kijk, dit is een foto van een slachtoffer. Zie je die arm? Hierover zeg ik dat ik op de achterzijde van de linkerbovenarm blauwpaarse verkleuringen zie, met een omtrek van vier tot vijf centimeter. En vervolgens concludeer ik dat het letsel kan zijn ontstaan door de inwerking van een stomp, botsend voorwerp.’’ ,,We beschrijven overigens ook de gevaarzetting van verwondingen. Wij kijken of het om steekverwondingen gaat, of om zwaaiverwondingen. En we onderzoeken of de steekopening diep genoeg is om een slagader te raken. Want de rechter wil altijd weten: Hoe gevaarlijk is de verwonding precies.’’

Dat klinkt heel technisch.

,,Het is ook technisch. Het is een combinatie van mechanica en geneeskunde. Je moet van puzzelen houden. En als we ergens niet zeker over zijn, dan zeggen we dat. We kunnen wel mogelijke scenario’s aangeven, maar het is aan de rechter om aan te geven wat hij waarschijnlijk vindt.’’

Onderzoekt u ook stoffelijke overschotten?

,,Forensisch artsen van de GGD worden ingeschakeld als er twijfel is over een al dan niet natuurlijke dood. Wij zijn de gemeentelijke lijkschouwers. Maar wij openen geen lichamen. Dat gebeurt alleen door collega’s in het ziekenhuis. En als er sprake is van een mogelijk misdrijf wordt er in opdracht van justitie sectie verricht bij het Nederlands Forensisch Instituut.’’

Het gaat altijd over letsel, of over dood.

,,Dat klopt. Maar het werk kan ook zonnig zijn hoor. Een collega sprak in een politiecel bijvoorbeeld met een man die telkens toevallen kreeg. De arrestant viel om de haverklap weg. Totdat het de arts opviel dat hij telkens net op zijn matras terecht kwam, en niet op de betonnen rand van zijn bed. ‘Dat is wel heel apart’, zei hij tegen de arrestant. Die voelde zich betrapt. Die was aan het simuleren. Ja, dan moet je lachen.’’,,Maar het is waar. We zien de meest gruwelijke ongelukken. We zien veel leed. Maar we zijn met een zaak bezig. We puzzelen. We zijn professioneel. De nabestaanden zijn over het algemeen de zaak van de politie, al is dat de laatste jaren wel veranderd. Wij zijn ons er nu van bewust dat de nazorg ook een belangrijke taak in ons werk is. Wij zijn vaak de laatste artsen die een overledene gezien hebben. Dat kan belangrijk zijn voor de rouwverwerking. Nabestaanden willen vaak weten of iemand heeft geleden. Die willen weten hoe snel het is gegaan. Dan kunnen wij antwoorden. En dat doen we ook.’’

Ook als het antwoord pijnlijk is?

,,Ja. Soms moet je wel zeggen dat iemand heeft geleden. Maar als we het antwoord niet weten, dan zeggen we dat ook.’’