Terug
In memoriam

Tomas (23) uit Foxhol hield niet van het leven en was blij dat hij ermee mocht stoppen.

Tomas is anders. Als klein jongetje al is hij erg op zichzelf. Hij heeft een oudere zus, maar speelt het liefst alleen. Voor hem geen vriendjes, hij vermaakt zich uren in z’n eentje.

De eerste jaren gaan best aardig. Zijn ouders en zus accepteren hem zoals hij is: teruggetrokken, rustig en lief. Tomas moet uiteindelijk naar school. De basisschool in Foxhol is vlakbij huis, met allemaal kinderen uit het dorp, maar hij voelt zich er niet thuis.

Hij is intelligent genoeg. Neem de rekenles. Na de uitleg van juf maakt de klas de sommen zoals juf die heeft voorgedaan. Behalve Tomas. Hij komt wel op het juiste antwoord uit, alleen zijn berekeningen zijn anders. Juf vindt dat niet goed en daar begrijpt hij niets van. Het antwoord is toch goed?

Zo is er op school altijd wel wat. Hij kan niet gezellig meedoen. Wordt er gevraagd of de klas wil zingen, dan zingt Tomas niet mee. Het is immers een vraag en hij heeft geen zin. Lastig, vindt de leerkracht.

Visite

Ook thuis trekt Tomas zich graag terug, zit uren op zijn kamer. Aan visite heeft hij een hekel. Maar als het bezoek op het laatste moment afzegt, vindt hij dat ook verschrikkelijk. Hij heeft zich er helemaal op voorbereid. Zijn moeder leert hem om zich netjes voor te stellen en een handje te geven. Hij doet het, maar altijd met tegenzin.

Een prater is hij niet. Ook thuis vertelt hij niet wat er in hem omgaat. Zijn ouders en de leerkrachten zien dat hij moeite heeft om in de pas te lopen. Er volgen allerlei onderzoeken. De diagnose: PDD-NOS. Thuis kan de autistische jongen rekenen op begrip. Weinig bezoek thuis, Tomas gedijt beter in een vast ritme. Hij wandelt graag, altijd in zijn eentje. Zijn ouders gaan scheiden, dat is wennen voor hem. Hij verhuist met zijn moeder en zus naar een andere straat in Foxhol.

De maatschappij houdt weinig rekening met mensen die anders zijn en zich anders voelen. In het eerste jaar op het voortgezet onderwijs gaat het mis. Tomas kan niet wennen aan de grote aantallen leerlingen op het Aletta Jacobs College in Hoogezand, het rumoer, de grote klassen.

Heel vaak keert hij ‘s ochtends zijn fiets om naar huis, nog voordat hij bij school is aangekomen. Hij is daar altijd eerlijk in, vertelt zijn moeder zodra ze terugkomt van haar werk dat het niet ging. Zij ziet dat het geen onwil is, hij kan het gewoon niet. Ze probeert hem te stimuleren, tevergeefs. Hij zit het liefst op zijn kamer, alleen, achter de computer. Als hij vier weken thuis is, trekt zij zelf aan de bel bij de leerplichtambtenaar. Tomas krijgt op de scholengemeenschap een apart kamertje. Hij redt zich met louter de schoolboeken en pikt in z’n eentje de lesstof op.

Ongelukkig

Hij gaat in therapie maar blijft ongelukkig. Op een nacht – hij is 13 jaar – staat hij ‘s nachts bij zijn moeder aan het bed. Hij voelt zich raar en wil dood, zegt hij. Er volgt lange tijd dagbehandeling en daarna een school voor speciaal onderwijs. Hij vindt het er verschrikkelijk. Op de Hart de Ruyterschool gaat het veel beter, of beter gezegd: minder slecht. Daar vragen de leerkrachten niet: waar was je? Ze zeggen: wat fijn dat je er weer bent.

Blij is hij nog altijd niet, maar op deze school mag hij tenminste zichzelf zijn. Eén klasgenoot zit met de rug naar de leerkracht, een ander heeft een ombouw om zijn tafeltje omdat hij niemand in zijn buurt duldt. Het mag allemaal. Tomas begint met twee ochtenden in de week, dat worden er uiteindelijk drie. Het is voor hem te doen en hij haalt zijn havodiploma.

Tomas is ontzettend handig met computers. En technisch ook. Zonder hulp bouwt hij bijvoorbeeld een op afstand te bedienen auto in elkaar, met printplaten en al. Hij begint aan een IT-opleiding op het Alfa-college. De overgang is groot. Eerder werd hij met speciaal vervoer van en naar school gebracht, nu moet hij met de trein. Zijn zus gaat mee om samen met hem de route te ontdekken. Met vallen en opstaan volgt hij de lessen en loopt hij stage.

Therapie

Intussen volgt hij ook nog allerlei therapieën en krijgt hij medicatie. Zonder resultaat. De tiener voelt zich niet gehoord, staat niet achter al die ‘rare sessies’. Bewegingstherapie? Spelen met een bal? Nee, daar ziet hij het nut niet van in. Shocktherapie helpt ook al niet. En uitgerekend die ene psychiater bij wie hij zich thuis voelt, krijgt een andere baan en vertrekt. Voor Tomas hoeft het allemaal niet meer. Hij wordt voor een paar weken opgenomen.

De doelen worden bijgesteld. Een opleiding is niet belangrijk. Zolang hij maar doet wat hij fijn vindt en zijn leven weet te leiden. Maar voor Tomas is dat lijden met de lange ij. Hij doet een aantal levenseindepogingen, thuis op zijn kamer. Zijn moeder is er net op tijd bij, maar ziet dat het zo niet langer kan.

De grote stap naar de levenseindekliniek, tegenwoordig Expertise Centrum Euthanasie, wordt gezet. Zijn vader en moeder steunen hem daarin. Maar de weg naar de dood is lang. Er is een wachtlijst en het protocol schrijft opnieuw gesprekken, therapieën en medicatie voor.

Een volgende zelfdodingspoging in oktober 2020 is dramatisch. Politie, brandweer en traumaheli rukken uit om Tomas te redden. Tot ontsteltenis van de familie kijkt op straat een groot aantal buurtbewoners mee. Tomas overleeft, maar voor zijn ouders is nu echt duidelijk: Tomas wil echt niet meer. Ook de ziekenhuisdoktoren bestempelen Tomas als ‘uitbehandeld’ maar bieden geen hulp. Uiteindelijk geeft de huisarts 2 februari 2021 het verlossende woord: Euthanasie toegestaan. Liever vandaag nog dan morgen, geeft Tomas aan.

Hij is er de jongen niet naar om zijn gevoelens te tonen, maar zijn naasten zien dat een last van zijn schouders is gevallen. Ze weten: houden van is ook loslaten. Er volgen twee dagen van afscheid, waarin Tomas zich zowaar openstelt voor knuffels en een goed gesprek. Hij krijgt op 23-jarige leeftijd eindelijk waarnaar hij zo verlangt: de dood.

Nu hulp nodig? – 113 Zelfmoordpreventie

Denk je aan zelfdoding? Of maak je je zorgen over iemand die aan zelfmoord denkt? Heb je nu hulp nodig? Neem contact op met 0800-0113 en praat erover. Bel in een acute noodsituatie 112.

Bron: DvhN. Geplaatst 31-1-2022