Terug
Blog

Sjoukje Dijkstra (1942-2024): icoon van het kunstrijden bleef altijd bescheiden en sympathiek

Sjoukje. Alleen het noemen van de voornaam van de allereerste Nederlandse sporter die goud won op de Olympische Winterspelen was in de hoogtijdagen van Sjoukje Dijkstra genoeg. Ze was een begrip, de trots van de natie: iedereen kende de in Akkrum geboren kunstrijdster op de schaats, adoreerde haar.

Nog niet eens zo lang geleden vertelde Sjoukje Dijkstra in een interview dat ze haar tijd als kunstrijdster nog elk moment uit haar geheugen kon oproepen. ,,Ik droom er ook vaak over en dan lijkt het alsof ik alles nog kan. Dan maak ik ook gewoon nog die dubbele axels. Gek hè?’’, zei ze.

Haar hoogtijdagen lagen toen al zeker 55 jaar achter haar, maar ze volgde nog alles van en over de sport die haar als zesjarig meisje in de greep had gekregen. Dan zei ze, niet streng en met opgeheven vingertje, maar vriendelijk glimlachend als altijd: ,,In Nederland wordt vaak vergeten hoe groot kunstrijden is, maar mondiaal is de sport vele malen groter dan langebaanschaatsen.’’

Uitgerekend zij, op 28 januari 1942 geboren in een huisartsengezin in Akkrum en opgegroeid in Amstelveen, werd hét icoon van die gigantische sport die zij tussen 1959 en 1964 domineerde. Wie Sjoukje zegt, zegt kunstrijden. Nog steeds. In combinatie met haar eenvoudige, nuchtere uitstraling kreeg ze Nederland er plat mee. Abe Lenstra was uitgevoetbald, de gouden wielerjaren van Wim van Est waren voorbij. Het land snakte naar nieuwe sporthelden en daar was Sjoukje.

Ze werd olympisch kampioene in 1964 en won zilver in 1960. Ze veroverde vijf Europese titels, drie wereldtitels en zes nationale kampioenschappen. Zes keer (tussen 1959 en 1964) werd ze Sportvrouw van het Jaar.

Verlies vader enorme klap

Voor Sjoukje Dijkstra kwam in 1964 niet alleen het hoogtepunt van haar leven, het dieptepunt volgde kort nadat ze in Innsbruck met een gouden medaille de kroon op haar topsportcarrière had gezet. In april van dat jaar, ze had net met succes haar wereldtitel verdedigd, werd haar vader Luitzen (Lou) bij het oversteken van de weg geschept door een auto. De huisarts uit Amstelveen overleefde het niet.

Sjoukje Dijkstra in actie.
Sjoukje Dijkstra in actie. Foto: ’t Sticht

Niet veel later besloot Sjoukje – net 22 – te stoppen met haar sport en verder te gaan als ster van de Amerikaanse ijsrevue Holiday on Ice, waar ze tot 1973 bleef. ,,Als mijn vader niet was overleden, was ik misschien langer doorgegaan met topsport’’, zei ze in 2010 in een interview in deze krant. ,,Nu moest ik ineens ook aan mijn moeder denken. Het was een enorme klap. Kort na zijn overlijden kreeg ik een koninklijke onderscheiding thuisgestuurd. Ik vind het nog steeds jammer dat hij het niet meer heeft meegemaakt. Misschien heeft-ie het van boven gezien.’’

‘Blij met het eerherstel voor mijn vader’

Groot was de schok toen Sjoukje Dijkstra enkele jaren geleden werd geconfronteerd met het vermeende foute oorlogsverleden van haar vader. Als huisarts in Akkrum zou Luitzen Dijkstra tijdens de bezettingsjaren hebben gecollaboreerd met de Duitsers. Mogelijk zou het zelfs de reden zijn van de verhuizing van het gezin in 1942 – Sjoukje was pas acht maanden – naar Amstelveen.

Lou Dijkstra werd door de KNSB geschorst, kort nadat hij in 1946 de nationale kortebaantitel bij de amateurs had gewonnen. In het voorjaar van 2023 kreeg hij postuum zijn titel terug, nadat sporthistorici Jurryt van de Vooren en Marnix Koolhaas onderzoek hadden gedaan en concludeerden dat het bewijs aan alle kanten rammelde. „Ik ben heel blij met het eerherstel voor mijn vader”, zei Sjoukje Dijkstra opgelucht.

Hoe dan ook had ze haar nuchtere karakter van haar vader geërfd, een volbloed Fries die ook de taal sprak. Sjoukje’s moeder kwam uit Utrecht en sprak geen woord Fries.

Ze was haar vader, zelf een begenadigd langebaanschaatser – in 1933 tweede op het Nederlands kampioenschap en bij de Winterspelen van 1936 deelnemer op alle afstanden – achteraf ,,eeuwig dankbaar’’ dat ze als zesjarige kunstschaatsen van hem kreeg en niet Friese doorlopers.

,,Ik zal het nooit vergeten’’, vertelde ze daarover. ,,Vader nam me mee naar de Apollohal in Amsterdam, schoot een trainer aan en zei: ‘kijk eens of mijn dochter talent heeft’. Die trainer dacht: ‘daar heb je er weer zo één’. Maar een paar weken later mocht ik extra lessen nemen.’’

Loopbaan zonder weerga

Op haar elfde mocht Sjoukje in haar eentje naar Engeland, waar de beroemde Zwitserse trainer Arnold Gerschwiler haar onder zijn hoede nam. Dat was de start van een loopbaan zonder weerga. Al in 1956 werd ze, net veertien jaar, twaalfde bij de Olympische Winterspelen in Cortina d’Ampezzo.

Met ijzeren zelfdiscipline onderwierp ze zich jarenlang aan de Spartaanse trainingsschema’s van Gerschwiler, vaak samen met Joan Haanappel, die op het ijs eleganter oogde dan haar. Maar in trainingsijver was Sjoukje onovertroffen, helemaal nadat ze in 1960 achter de Amerikaanse Carol Heiss zilver had gewonnen bij de Spelen in Squaw Valley.

Dat goud moest en zou er komen en kwam er ook. Joeg Sjoukje in 1956 nog als een ‘ijshockeyer door de piste’, acht jaar later had Gerschwiler haar omgeturnd in een kunstrijdster die weliswaar nog steeds niet de meest elegante en stijlvolste was, maar wier sprongkracht ongeëvenaard was. Tussen 1960 en 1964 was ze onverslaanbaar. In de eerste maanden van 1964 greep Sjoukje haar ‘Grand Slam’: nationaal kampioene, Europees kampioene, wereldkampioene én olympisch kampioene.

Daarover zei ze: ,,De druk die in bij de Spelen van 1964 Innsbruck op me lag was enorm, maar ik was gewend aan druk. Dat vond ik juist fantastisch. En hard was ik altijd al voor mezelf geweest. Een doorzetter, en nooit tevreden.’’

Onder toeziend oog van de speciaal overgekomen koningin Juliana kreeg Sjoukje in Innsbruck een zes: de hoogst mogelijke waardering. Pas elf jaar later zou dat cijfer opnieuw bij een groot kampioenschap worden vergeven.

Koningin Juliana en Sjoukje Dijkstra in 1963.
Koningin Juliana en Sjoukje Dijkstra in 1963. Foto: ANP

Schaatskoorts in jaren 60

Zo groot was Sjoukje. Samen met Ard Schenk en Kees Verkerk belichaamde ze de schaatskoorts die Nederland in de jaren zestig in zijn greep kreeg. Maar toen ‘Ard en Keessie’ hun hoogtijdagen beleefden, was Sjoukje inmiddels de ster van Holiday on Ice.

Ze ontmoette er haar latere echtgenoot, de befaamde circusartiest en impressario Karl Kossmayer en koos met hem voor het circusleven. Sjoukje kookte en verzorgde de dieren. Met haar man, die bijna 25 jaar ouder was dan zij, kreeg ze twee dochters: Rosalie en Katja. Karl Kossmayer overleed in 2000.

Sjoukje Dijkstra bleef nog lange tijd alleen in in Hilversum wonen, maar trok ongeveer een jaar geleden in bij haar dochter Katja in het Brabantse Someren. Uit eenzaamheid.

Haar dochter maakte donderdag op Facebook het overlijden bekend van haar beroemde moeder, op 82-jarige leeftijd, slechts enkele maanden na de dood van haar grote vriendin Joan Haanappel. Volgens haar dochter ,,heeft haar hart het begeven” en is Sjoukje Dijkstra vredig ingeslapen. ,,Mijn moeder en ik waren mooi samen tot het eind”, schreef ze.

Bron : Leeuwarder Courant, 3 mei 2024. Foto : Rob Engelaar