Terug
Rouw

Senang

Het is nog vroeg als ik gerommel hoor in de keuken. Kleine kindervoetjes stommelen vervolgens de trap op. Mijn vriendin opent de deur van de slaapkamer en gebaart me dat ik moet doen alsof ik slaap. Ik doe snel mijn ogen dicht en hoor mijn kleine schat zachtjes tegen haar mama zeggen: ‘Ssttt, papa slaapt nog!’ Ik hoor kopjes rinkelen en ze zet het dienblad op het kastje. Ik open mijn ogen en kijk in de mooiste blauwe kijkers van het Noordelijk halfrond. Binnen tien seconden springt ze bovenop me en begint honderduit te vertellen over het ontbijt en de cadeautjes die mij zo ten deel gaan vallen. Ik geniet van ieder woord dat ze zegt en geef haar een dikke knuffel voordat ik rechtop ga zitten en zeg: ‘Nou, kom maar op met het ontbijt! Papa heeft berehonger!’

In de middag kruipt ze op de bank tegen me aan; ze kriebelt met haar kleine vingertjes over de tattoo die sinds kort op mijn arm prijkt. ’S e n a n g, ze spreekt de letters zorgvuldig en stuk voor stuk uit…wat is dat, papa?’

Senang; het verhaal over de opa die zij nooit gekend heeft.

Mijn vader was een hardwerkende man met humor, die na een werkzaam leven in de uitgeversbranche in 2007 overleed. Ik denk nog dagelijks aan hem; vroeger met een traan van verdriet, de laatste jaren met een glimlach van herinnering. Heel af en toe deelde hij vroeger met ons zijn ervaringen in het verre Indonesië. Als dienstplichtig militair was hij kort na de Tweede Wereldoorlog gedurende twee jaar gestationeerd op Java. In ons ouderlijk huis herinnerden kleine accessoires in de woonkamer aan zijn tijd ver van huis. In de kast stond zijn dagboekje, waarin hij die twee jaar van dag tot dag had beschreven in korte zinnen. Ik heb er tot zijn dood niet in gekeken, dat dagboekje behoorde aan hem. Aan de wand een paar foto’s van dienstmakkers. Mijn vader had op Java een bijzondere tijd meegemaakt en ervaringen opgedaan die hem zijn hele leven zouden bijblijven. Zo ineens kon hij soms wat vertellen over de tijd van toen. De koffie met een sprits bij Toko Oen, het postkantoor in Semarang waar hij wachtte op de brieven van mijn moeder. Maar ook zonder zijn verhalen, was het duidelijk dat een stuk van mijn vaders hart in Indonesië was achtergebleven. Zijn laatste wens was dan ook dat een deel van hem, na zijn dood, zou terugkeren naar Semarang.

Toen mijn vader overleden was, bleven we als kinderen de jaren erna steeds praten over die laatste wens. Terug naar Indonesië…dat moest toch mogelijk zijn? De knoop werd doorgehakt, tickets en verblijf op Java geregeld en samen met mijn broer maakte ik, met een deel van de as van mijn vader, de reis richting Semarang. Daar, op de plek waar hij zoveel herinneringen had, strooiden wij zijn as uit. Voor ons gevoel keek pa toe; hij zou het geweldig gevonden hebben. Het voelde goed… senang zoals de Indonesiërs zeggen.

Bij terugkomst in Nederland besloot ik dat ik dit goede gevoel voor altijd wilde vastleggen. Dat gebeurde in de vorm van een tattoo op mijn arm. ‘En zo is opa altijd bij papa’, besloot ik mijn verhaal aan mijn kleine meid. Ze keek me aan met haar stralende lach en drukte een kus op de tattoo. ‘Voor opa.

Geplaatst 28-6-2020