Terug
In memoriam

Rugbyer en agent Hardy van den Berg was een stoere optimistische goedzak. Maar toen kwam de klap bij Beilen. Een collega zag Hardy’s politiepasje en glimmende trouwring.

Het is 2008. Een agent in opleiding stapt de kleuterklas binnen voor een gastles over de politie. De jonge kinderen kijken met open mond naar de man in de deuropening van het leslokaal.

Strak in het uniform, glanzende kale kop en het postuur van een getrainde rugbyspeler. De indrukwekkende verschijning lacht plots breeduit en verovert in no-time de kinderharten. Kort daarna loopt Hardy van den Berg het plein over om de dienstwagen te showen. Aan beide handen een enthousiaste kleuter.

Het getal 16

De begin-dertiger heeft zijn leven op de rit. Hij is gelukkig met zijn jeugdliefde Nicol. Ze ontmoeten elkaar op hun geboortegrond in Twente maar zwerven en zweven alweer jaren samen door de stad Groningen. De afgestudeerde logopedist Nicol helpt de eeuwige student rechten Hardy een belangrijke knoop door te hakken. Geen notarieel recht meer. Hij wordt agent.

In hun huiskamer in de Oranjewijk gaat hij in die tijd op zijn knieën. Het studentenbestaan is definitief ten einde. Ze worden man en vrouw.

Als Nicol terugblikkend het getal 16 noemt, slikt ze. Op 16 mei 2009 wordt haar Hardy 32 jaar. Een dikke maand later trouwen ze. 16 dagen later op 16 juli is alles in één klap voorbij.

Een collega is overleden

Ze hebben die zonnige zomerochtend nog een kleine woordenwisseling over wie er op de motor gaat. Voordat ze op vakantie gaan moet Hardy nog wat spullen halen van het politiebureau, en Nicol nog een dagje aan het werk. De snelle rode Ducati, Hardy’s tweede grote liefde, staat klaar en het is een heerlijke dag voor een rit, zo vinden ze beide. De nieuwe motor van Nicol moet nog worden geleverd en Hardy wint dus de discussie. Zij vertrekt in de auto naar Winschoten, hij later op de motor richting Drenthe.

Tussen de politiebureaus van Emmen en Oosterwolde vliegt Hardy uit de bocht van de oprit van de N381 bij Beilen. Hij knalt frontaal op een auto. Het oudere echtpaar komt met de schrik vrij maar het is gelijk duidelijk dat het mis is met Hardy. Een voorbijganger begint met reanimeren, een motoragent is vlakbij en snelt naar het ongeval. De politieman ziet het politiepasje en de glimmende trouwring van het slachtoffer. Een collega is overleden en zijn vrouw weet nog van niets.


Een trotse Hardy in uniform, de foto van ‘ome Hardy’ staat nog steeds bij zijn neefjes en nichtjes.

Trots om zijn achternaam te dragen

Op het deurwaarderskantoor in Oost-Groningen, waar Nicol inmiddels werkt, gaat de telefoon. De politie. Dat gebeurt wel vaker als er sprake is van huisuitzettingen. Maar dit is de politie van Friesland. Het korps van Hardy. Nicol voelt aan alles: dit gaat over haar echtgenoot. Als haar baas naar kantoor snelt en niet veel later de leidinggevende van Hardy zich ook in Winschoten meldt is hun nieuws al geen nieuws meer.

Uren later, voor het niet slapen gaan, snuift ze aan het shirt van Hardy, dat nog over de reling op de overloop hangt. Daar zit nu zijn geur nóg in. Het is het eerste moment die dag dat ze even alleen is, en stil kan staan bij wat eerder die dag haar leven voorgoed op de kop heeft gezet. Het bezoek aan het mortuarium in Assen. De eerste blikken van zijn oudere broers en ouders terwijl ze allebei stilstaan bij het stoplicht op weg er naar toe. Iedere minuut die ze nu nog kan oproepen.

Nicol gaat in een scherpe modus. Ze wil alles goed doen voor Hardy. De gesprekken met vrienden en familie, de officiële plichtplegingen. Hard en onverschillig noemt ze het nu. Maar het is vooral ook de trots om zijn achternaam te mogen dragen. En net zoals de afgelopen jaren er voor hem zijn. ‘De klap komt nog wel’, wordt in haar omgeving gefluisterd. Onzin stelt ze. Die klap is al lang geweest. De klap bij Beilen.


Boxer Tinus, Nicol en Hardy in 2003.

Met zijn as in de McDonald’s

Ze wil zo snel mogelijk terug naar die plek. Een reconstructie maken. Ze wil precies weten hoe het gegaan is. De politie en Hardy’s broer adviseren haar dat bezoek uit te stellen en het onderzoek af te wachten. De oorzaak wordt ook daaruit niet helder.

Vier maanden na het ongeluk, in november, gaat ze alsnog terug naar de bocht. Met de jonge motoragent die gelijk ter plaatse was. Samen nemen ze secuur de momenten van die dag door. Nicol strooit rozenblaadjes in het gras van het talud. Dezelfde bloemen als uit haar trouwboeket. Het is geen permanent bermmonument, daar is de plek te gevaarlijk en afleidend voor, maar wel een belangrijk ritueel voor dat moment.

Net als het verspreiden van de as van Hardy dat is. Een tijdje stond het op hun schoorsteenmantel of bij zijn ouders in Twente. Op de rit van Groningen naar Hengelo stopt Nicol bij McDonald’s. Net als ze vaak met Hardy deed. De urn kon niet in de auto blijven staan dus ging het mee naar binnen in de rugzak. Niemand daar wist waarom ze in lachen uitbarstte over de situatie.

Een deel van de as gaat in een tatoeage van rozen op haar rug, een deel naar het Gardameer van zijn jeugdvakantie en een deel in het Noorderplantsoen. Daar liepen ze vaak met hun trouwe boxer Tinus. Ze raakten er aangeschoten tijdens hun huwelijksnacht. Hoewel ze dat delen met vele Stadjers is en blijft het hun plek, hun Noorderplantsoen.


Samen op de Ducati.

Onafscheidelijke Twenten in Groningen

Hardy trok Nicol mee zijn wereld in. Het hockeymeisje noemde zijn geliefde sport rugby eerst verschrikkelijk. Maar dat accepteerde hij niet zonder slag of stoot. Ze moest maar eens een introductiecursus doen en ze raakte in de ban van de sport. Rugby Club Groningen werd hun tweede huis, de clubgenoten een tweede familie. De toernooien, buitenlandse reizen, de uitstapjes naar Ameland en vooral de borrels na training en wedstrijd. Daar waren ze op hun gelukkigst.

Rugbyen, motorrijden, opgeknapte oude-Mercedessen, boxers.

Wie tegen de vrijgevochten 16-jarige Nicol uit Enschede zo haar toekomst had voorspeld was voor gek verklaard. Maar dat was voor de avonden in discotheek Groothuis in Hengelo. Voor de studie in de stad. Voor 16 jaar als onafscheidelijke Twenten in Groningen. Voor Hardy.

Samen kwamen ze op eigen benen. Van hetzelfde bouwjaar waren ze. Dezelfde open blik op het leven. Samen konden ze de hele wereld aan. Hij met zijn typische bulderende lach. Kuiltjes in de wangen. Pretlichtjes. De stoere agent in spé, de fanatieke rugbyer, de nachtbraker, de goedzak. De man die het hart van kleuters, zijn collega’s, zijn medespelers en vooral die van Nicol veroverde.

Bron: DvhN. Geplaatst 15-12-2021