Terug
Rouw

Rouw op je dak: waarom weet je eigenlijk niet goed wat te zeggen als het over de dood gaat?

Je verliest je moeder, je man of beste vriendin. En dan? Het is niet meer vanzelfsprekend om terug te vallen op de rituelen van de kerk, maar hoe moeten we ons verdriet nu dan een plek geven? En waarom weten we eigenlijk niet goed wat te zeggen als het over de dood gaat?

We duiken met religiewetenschapper Brenda Mathijssen (33) in de wereld van brandende kaarsjes bij foto’s en urnen op de kast. ‘Praten over de dood wordt niet meegenomen in onze opvoeding of in de educatie op school.’

De dood is een trieste bedoening, althans in Nederland. In sommige culturen wordt de dood juist gevierd. Vergelijk ons sombere Allerzielen maar eens met het feestelijke Día de Muertos in Mexico, waar op het graf van dierbaren wordt gedanst. Iedere cultuur heeft zijn eigen relatie met Magere Hein.

Brenda Mathijssen doet al zo’n tien jaar onderzoek naar de dood, en vooral naar wat de dood betekent voor de levenden. „De emoties, rituelen en zingeving die bij de dood komen kijken, interesseren me enorm”, licht Brenda toe. Met haar onderzoek naar rituelen rondom de dood promoveerde de van origine Brabantse in 2017. Brenda doceert aan de faculteit Godsdienstwetenschap van de Rijksuniversiteit Groningen en schreef het boek Dood. Wegwijs in de Nederlandse uitvaartcultuur.

Religiewetenschapper Brenda Mathijssen. — © Jilmer Postma

Wat intrigeert jou eigenlijk zo aan de dood?

„Ik ben heel geïnteresseerd in wat het leven de moeite waard maakt. De dood is voor mij een manier om daarnaar te kijken. Het dagelijks leven is vluchtig en snel, we staan amper stil bij de dingen die we doen en waarom we die doen. Wanneer iemand overlijdt, staan we daar wel bij stil, dan wordt ineens heel tastbaar waar het om gaat in het leven. Het einde van het leven werpt een licht op het leven zelf.”

We gaan allemaal anders om met de dood. In hoeverre is het afscheid cultuurbepaald?

„We moeten allemaal op een bepaald moment afscheid nemen van een naaste, dat is universeel. Maar de manier waarop we dat doen is in sterke mate cultuurbepaald. Neem Kirgistan in Centraal-Azië. Hier wordt de overledene een week lang opgebaard in een yurt – een traditionele tent – in de tuin. De familie en zelfs de hele gemeenschap gaat er drie dagen heen om de dode de laatste eer te bewijzen, te huilen of eten te brengen. In Nederland wordt een lichaam niet in een yurt in de tuin opgebaard, maar soms wel in een kamer in huis, waar we ook bezoek ontvangen.”

Een ander voorbeeld zijn de rituelen van de Wari, een bevolkingsgroep in het Amazonegebied. Zij consumeerden doden tot de jaren 60 van de vorige eeuw, een soort kannibalisme. Het klinkt heel raar, maar als je erover nadenkt, is het ergens ook mooi. De overledene wordt zo weer onderdeel van henzelf. In Nederland wordt soms na een crematie een tatoeage gezet met de as, waardoor de overledene ook letterlijk onderdeel wordt van je lijf.”

In sommige culturen wordt de dood gevierd. In Nederland is de dood een trieste bedoening. Waar komt dit vandaan?

„Ons klassieke beeld bij een uitvaart is zwarte kleding en sombere mensen. Het gaat heel erg om verlies. Tegenwoordig zien we bij steeds meer uitvaarten dat het leven wordt gevierd met mooie persoonlijke muziek, van disco of carnavalskrakers tot religieuze composities. Volgens mij zien wij de dood in Nederland dus niet alleen maar als iets triests.”

Toch heeft de dood een zware lading. Gaan we het onderwerp uit de weg?

„We gaan in Nederland volgens mij best goed om met de dood, we hebben het er vrij veel over. Rondom Halloween, Allerzielen en Allerheiligen zijn mensen er veel mee bezig, maar denk ook aan tv-programma’s als Over mijn Lijk. Je ziet ook dat mensen hun afscheidswensen steeds meer vastleggen. En het is trouwens niet voor niets dat de expo Body Worlds, waarin ontlede menselijke lichamen worden geëxposeerd, de meest bezochte tentoonstelling ooit is. We zitten ergens tussen fascinatie, interesse en angst voor de dood.”

© Jilmer Postma

Een SIRE-campagne geeft het advies: „De dood. Praat erover, niet eroverheen.” Is zo’n campagne nodig?

„We spreken veel over de dood, maar meer als een abstract iets. Praten over emoties en rouw gaan we uit de weg. Ik heb veel nabestaanden geïnterviewd en hoorde vaak dat ze worden genegeerd, omdat andere mensen niet durven te vragen hoe het met hen gaat. Het kan moeilijk zijn om woorden te vinden voor de emoties.”

Hoe komt het dat we in die situatie eigenlijk niet goed weten wat we moeten zeggen?

„We leren niet hoe we daarmee om moeten gaan. Praten over de dood wordt niet meegenomen in onze opvoeding of in de educatie op school. Voor velen is het toch nog een taboe. Terwijl ik denk dat het juist heel goed zou zijn om er al met kinderen over te praten. Volgens het CBS verliezen elk jaar ruim 12.000 jongeren een ouder. Als je er op school aandacht aan besteedt, geef je ze handvatten om ermee om te gaan. Daar heb je als volwassene ook baat bij.”

Voor het eerst in de kerkelijke geschiedenis gelooft minder dan de helft van de Nederlanders in God. In hoeverre zie je dit terug in het afscheid nemen?

„Toen het christelijk geloof vanzelfsprekend was, dacht je minder na over hoe je afscheid nam. De inhoud van een uitvaart lag al vast, je deed het gewoon zoals het altijd in de kerk gebeurde. Nu is niet het geloof, maar de overledene de kern van de uitvaart. Dat maakt het afscheid veel persoonlijker.”

Lees ook: De dood is geen geliefd gespreksonderwerp, maar ‘van praten over seks word je toch ook niet zwanger?’

Hoe gaan nabestaanden op zoek naar een manier van omgaan met de dood nu de kerk het ze niet meer voorschrijft?

„De psychologie heeft lang gepredikt dat als iemand dood is, je moet loslaten en doorgaan. Dat idee is achterhaald. Je laat dierbaren niet los, maar geeft ze een nieuwe plek in je leven. Dat gebeurt vaak heel letterlijk met voorwerpen van de overledene die steeds een andere plek in huis krijgen. Zo staat een urn eerst nog op de schouw: het is het eerste dat je ziet als je ’s morgens beneden komt en je maakt er elke dag een praatje mee. Op een gegeven moment voelt dat niet goed meer en wordt de urn naar de bijkeuken verplaatst. Een stap verder verhuist de urn naar de zolder of wordt de as uitgestrooid. Op deze manier geven mensen vorm aan afscheid nemen. Nu we niet meer allemaal vanzelfsprekend een geloof aanhangen, vallen religieuze rituelen weg en komen persoonlijke rituelen ervoor terug. Religieuzen bidden met een overledene in gedachten. Dat is vergelijkbaar met een kaarsje aansteken bij de foto van de overledene en er een praatje mee maken. Gelovig of niet gelovig: onze rituelen komen op hetzelfde neer.”

© Jilmer Postma

Zijn er ook nadelen van de ontkerkelijking als het op afscheid en verwerking aankomt?

„Vroeger deelde je je verlies en rouw met andere kerkgangers tijdens en na de mis. Dat sociale aspect valt weg. Niet alleen de aanspraak vanuit een kerkgemeenschap, maar ook vanuit het dorp en zijn verenigingen verdwijnt steeds meer. Die sociale dimensie is nu anders: het is meer ieder voor zich. Rouw gebeurt tegenwoordig vooral thuis. Dat is soms lastig voor mensen. Eenzaamheid en isolatie kunnen een verlies nog zwaarder maken.”

Hoe ging dat afscheid nemen in coronatijd?

„In coronatijd was het aantal bezoekers bij uitvaarten beperkt. Enerzijds was het vervelend dat niet iedereen fysiek bij het afscheid kon zijn, maar velen vonden een intiem afscheid achteraf ook heel mooi. Wie niet bij de uitvaart aanwezig kon zijn, keek online mee of nam zelf op een persoonlijke manier afscheid door bijvoorbeeld een kaarsje te branden tijdens de dienst. Uit onderzoek weten we dat het verdriet na corona-sterfgevallen vaak heviger was dan gewoonlijk en dat het faciliteren van mogelijkheden om afscheid te nemen, bijvoorbeeld door rituelen, de rouwverwerking bevordert. Het onderzoek naar invloed van de pandemie op rouw op de lange termijn onderbreekt nog.”

Kun je ook verkeerd afscheid nemen?

„Wanneer je je bij een uitvaart niet herkent in de verhalen over de overledene, kun je niet goed afscheid nemen. Een dienst moet iedereen aanspreken, niet alleen de kinderen, maar ook collega’s die de persoon op een heel andere manier kenden. Wanneer je nog verdrietiger weggaat dan je binnenkwam, heeft het ritueel niet goed gewerkt. Rituelen moeten er juist voor zorgen dat je je emoties een plek kunt geven en dat je in elk geval met één lichtpuntje de dienst verlaat.”

Bron: de Limburger. Geplaatst 11-11-2022. Foto: © Jilmer Postma