Terug
In memoriam

Rien Lengkong-Hübner, moeder, kok en spil in de Indonesische gemeenschap van Groningen

‘We missen Rien en we missen haar eten’

Een van de eerste vragen die Johnny Hübner (1948) bij de eerste ontmoeting stelde was: ,,Kun jij goed koken?’’ Het antwoord luidde: ,,Ja.’’ Rien Lengkong was op vakantie bij haar moeder in Geleen, die was gescheiden van haar vader en al naar Nederland was geëmigreerd. Johnny was daar met zijn moeder op visite. Het klikte zo tussen de twee dat ze niet meer terugging naar Celebes. Ze trouwden een half jaar later, ondanks het leeftijdsverschil. Hij was 28, zij 17.

In hoge bomen

Rien Lengkong kon niet ‘goed koken’, ze kon volgens haar familie en vele anderen ‘heel goed koken’. Op elfjarige leeftijd verkocht ze in haar geboorteplaats Amurang in het noorden van het Indonesische eiland Celebes, dat tegenwoordig Sulawesi heet, op straat al zelfgemaakte gerechten en hapjes. Rien bleek een ondernemend kind dat niet bang was en in hoge bomen klom om vruchten te plukken.

Ze is haar hele leven blijven koken en maakte in de stad Groningen furore als kok van het voormalige Indische eetcafé Bali, tegenover het politiebureau aan de Rademarkt en later bij Residentie Buitenzorg in de wijk Paddepoel, een woonzorgcentrum voor Indische en Molukse ouderen. Eten was voor haar niet alleen voedsel, ook een middel om mensen samen te brengen.

‘Wil je met mijn dochter trouwen?’

,,Bijvoorbeeld als Nederland moest voetballen op een WK’’, vertelt Johnny, ,,dan nodigde ze familie en vrienden uit om met zijn allen te kijken en te eten. Als ik vroeg of ik moest helpen klonk het: ,Nee hoor, is al klaar.’’’

Hij komt uit hetzelfde dorp als zijn vrouw, maar is al sinds 1962 in Nederland, op de vlucht voor het oorlogsgeweld. De ontmoeting met Rien is niet helemaal toevallig, want de moeders van beiden zijn vriendinnen en de kennismaking vindt plaats tijdens een visite bij haar moeder in Geleen. Toen zij beiden zag kletsen, vroeg ze aan Johnny: ,,Wil je met mijn dochter trouwen?’’


Rien Lengkong op ongeveer 18-jarige leeftijd.


Oosterparkwijk, Paddepoel, Vinkhuizen

Ze stapten in 1976 in het huwelijksbootje, een week voordat Rien 18 werd, woonden een half jaar bij zijn vader in Groningen. Toen die naar Dordrecht verhuisde kregen ze met spoed een woning in de Oosterparkwijk, verhuisden later naar Paddepoel en in 1990 naar Vinkhuizen. Het stel kreeg vier kinderen. Danny (1979), Louise (1981), Daisy (1986) en Jonathan (1988) en later drie kleinkinderen.

Johnny werkte onder meer als machinebankwerker op een scheepswerf en speelde in zijn vrije tijd gitaar en bas in verschillende bands, die jazz, pop of Top 40-muziek op het repertoire hadden en jamde regelmatig in multifunctioneel centrum ’t Vinkhuys. Rien was eerst in dienst bij tabaksfabrikant Niemeyer alvorens ze aan de slag ging als kok.

Hecht gezin

Louise: ,,We waren een hecht gezin, met onze moeder als absolute spil. Ze zorgde voor ons, hield de familie bij elkaar, toonde zich de gangmaker, hield van kletsen en was voortdurend met eten bezig. Als we ook maar iets goeds deden was zij als moeder supertrots, al kon ze behoorlijk streng zijn.’’

Daisy: ,,We kregen soms een slipper naar ons hoofd gegooid en die moesten we daarna zelfs terugbrengen. Dan hadden we dat ook wel verdiend ja, maar ik was banger voor haar dan voor papa. Als ze vrolijk was en met iemand zat te bellen, maakten we daar gebruik van. Zo van: ,Mogen we daar en daarheen, mam?’ ,Ja hoor, is goed.’’’

Modeshows op Pasar malam

Rien Lengkong-Hübner kookte voor de restaurants, deed catering voor feestjes, trouwerijen, voor de tweemaandelijkse bijeenkomsten van de Indische gemeenschap in wijkcentrum De Schakel en voor de pasar malams in Noord-Nederland, waar ze tevens modeshows voor Indonesische kleding liep. Was christelijk, ging elke zondag naar de kerk en deed ook veel voor de Pinkstergemeente, zoals hapjes maken. Ze was vrijgevig en een bekende verschijning. Iedereen kende haar en zij kende iedereen.

Om de haverklap een babbeltje

Johnny: ,,Als we door de stad wandelden stonden we om de haverklap stil. Dan stonden ze met die te praten, dan begon een ander weer een babbeltje. Een bezoekje aan het centrum kon uren duren.’’

Louise: ,,Alle marktkoopmannen kenden haar. Ze wist precies wat ze wilde. Dat en dat voor zoveel euro. Klonk het van ‘nee’, dan was het ‘doei’. Maar dan riepen ze haar terug dat het toch oké was.’’

Babi Pangang Ritja Ritja

Het geheim van haar kookkunst, dat wat haar gerechten zo speciaal maakten, daar zijn haar man en kinderen nooit achter gekomen. Recepten zijn niet bewaard gebleven en geen van de dochters en zonen is in haar voetsporen getreden.

,,Maar’’, aldus Daisy, ,,ze kon zelf ook niet zeggen hoeveel er van dit of dat in ging. Mama kookte op gevoel en met liefde. Alles wat ze maakte was lekker, de pasteitjes waren zelfs beroemd en bijzonder was Babi Pangang Ritja Ritja uit de oven, een pittig varkensvleesgerecht. Dat herinner ik me vooral omdat ze dat niet zo vaak maakte.’’

Naar Indonesië, naar Celebes

Louise: ,,Ze was actief en geliefd in de Indische gemeenschap en dacht veel om anderen. Soms ging ze na haar werk nog even bij een ziek iemand langs om eten te brengen.’’

Rien Lengkong-Hübner ging, nadat de kinderen het huis uit waren, bijna ieder jaar naar Indonesië.

Toen de kinderen uit huis waren reisden Rien bijna ieder jaar naar Indonesië, naar Celebes, naar het dorp waar ze vandaan kwamen en naar Bali. Meestal alleen en soms met Johnny, de kinderen, of met familie of kennissen. De laatste keer was in 2015, want in april 2016 kreeg Rien een beroerte, waardoor ze eerst in Maartenshof terechtkwam en later in De Es. Ze zou niet meer herstellen. Haar gezondheid ging de laatste jaren steeds verder achteruit en het lichaam was uiteindelijk zo verzwakt dat een longontsteking haar begin dit jaar fataal werd.

Johnny: ,,Ik mis haar enorm en als ik door de stad loop krijg ik van anderen te horen dat Rien enorm wordt gemist. Maar de mensen zeggen ook dat ze haar eten zo missen.’’

Bron: DVHN. Geplaatst 10-6-2022