Terug
In memoriam

“Plots ben je dodelijk eenzaam”

De poorten van de grote herenboerderij aan de Oude Dijk in Uithuizen zijn een maand gesloten geweest. De telefoon werd niet opgenomen, alleen de postbode mocht binnenkomen om de duizenden brieven te bezorgen van mensen, die hun medeleven wilden betuigen aan kunstenaar Marte Röling, Wanda Werner, Alissa en Adriënne Morriën. Hun grote liefde, psycholoog Henk Jurriaans, overleed op 10 oktober 2005, na een kort ziekbed, aan kanker. „Ik kon alleen nog maar verstomd voor me uitkijken. Onvoorstelbaar dat hij er niet meer is,” zegt Marte Röling. „Zo’n prachtige geniale man. Totaal vrij in zijn denken, er zat geen gebaand pad bij. Ik ging met de jaren alleen maar meer van hem houden. Dat maakt het gemis ook zo sterk. Soms denk ik; had ik maar niet zoveel van hem gehouden. Dan had ik dit niet allemaal hoeven voelen.” Hieronder vertelt Marte voor het eerst over de impact van het verlies van haar grote liefde.

Na 36 jaar samen te zijn geweest, verloor kunstenaresse Marte Röling haar partner Henk Jurriaans in 2005 aan de dood. Haar verdriet was groot, maar ze ging samen met de andere drie vrouwen Wanda Werner, Alissa en Adriënne Morriën waar zij en Henk mee werkten en samenwoonden in een monumentale boerderij in Uithuizen door. „Na de dood van Henk heb ik gevraagd of we bij elkaar zouden blijven en gelukkig was iedereen daar voor.” 

Negen dagen na zijn dood begon Marte met het schilderen van een reeks portretten van Henk. „Ik wilde hem tot leven wekken. Zo graag wilde ik hem zien. Het is een soort wanhoop. Dolgraag had ik tegen hem willen zeggen dat ik hem zou gaan schilderen. Maar toen hij nog leefde wist ik dat niet. Heel jammer vind ik dat, hij had dat geweldig gevonden, want hij was de grootste fan van mijn werk.”

Marte en Henk zijn 36 jaar samen geweest. Later kwamen de andere vrouwen, op initiatief van Henk, erbij. „Ik vond het geweldig dat ie ze binnenhaalde en van ze hield. Ik heb hem dat altijd gegund en vond het leuk voor hem. Er was absoluut geen sprake van jaloezie. We vormden met zijn vijven een ijzersterk team. We zijn allemaal sterke persoonlijkheden met een groot gevoel voor eigenwaarde. Dat moet ook wel; als je een klein beetje onzeker bent, redt je het niet. Er zijn wel eens anderen geweest die zich wilden aansluiten, maar dat lukte niet. Het viel ze tegen dat het voornamelijk keihard werken was en dat het niet alleen gezelligheid was.”

In de gezamenlijke woonkamer en keuken met bakstenen plafond, donkerrood geschilderd, doet Marte samen met Alissa het interview. „Ze is mijn beschermengel.”  De zware shag ligt voor haar, terwijl ze een glas witte wijn inschenkt. Ze droeg maanden na het overlijden roze of rood, de kleuren voor Henk. Nu draagt ze een soepel vallende donkerbruine blouse, met witte stippen, en daaronder een broek. Daarop draagt ze drie kettingen met de foto van Henk. „Ja die kettingen, dat is om hem toch dichtbij me hebben.”

Aan een muur van de gezamenlijke woonkamer hangt één van de portretten van Henk. De andere 24 portretten hangen in het immense atelier even verderop. Misschien dat we straks gaan kijken; Marte heeft de portretten lang aan vrijwel niemand laten zien. „Ik wilde ze nog bij me houden en er niet mee naar buiten treden,” zegt ze. Vanaf het doek kijkt Henk Jurriaans peinzend, en met een intense blik de kamer in. Marte heeft veel roze en rood in het schilderij verwerkt. „Toen ik hem voor het eerst tegenkwam, droeg hij roze kleding,” vertelt ze. „Dat stond hem zo mooi. Bij die donkere ogen en dat donkere haar, een hele mannelijke stoere man. Ik vond het heerlijk om hem op te tutten. Ik lakte zijn tenen altijd roze. Hij vond dat prima.”

Vrijdenker

Toch was Henk absoluut geen doetje, hij kon in een seconde woedend worden. Volgens Marte was hij een echte vrijdenker. Als psycholoog werkte hij mee aan grote onderzoeken aan de universiteit en hij begeleidde honderden mensen in therapie. Zijn methoden waren soms zeer eigenzinnig. „Zo begon het reguliere werk hem op een gegeven moment te vervelen en dan bedacht hij gewoon iets anders. De laatste jaren zei hij tegen mensen, schrijf je probleem op en dan doe ik het in deze envelop. Dan ging hij vervolgens vrolijk over zichzelf praten. Maar ik heb hem prachtige dingen met mensen zien doen. We kwamen op een middag bij vrienden, die een heel vervelend dreinerig zoontje hadden. Henk maakte contact met dat jochie en aan het eind van de middag was die jongen compleet veranderd. Ik wilde hem kopen, want ik vond het een verschrikkelijk idee dat die jongen weer terug moest naar zijn ouders. Hij was bang voor zijn vader.”  

Lang kon de kunstenares het niet opbrengen om in de moestuin komen. „Ik kon het niet. Samen met Henk heb ik daar zoveel gewerkt, ik werd er naar van.” In het begin hielp een buurman om het gras te maaien. Hij had gezien dat de vrouwen de buitenboel niet in orde konden houden. „Een godsgeschenk deze man, zo aardig van hem, want hij zag dat de nood hoog was. Ik had geen tijd, het lukte niet. Andere jaren had ik kassen vol met tomaten. Allerlei soorten tomaten. Het wil dit jaar niet. Het komt misschien wel. Ik heb steeds het gevoel dat ik het allemaal voor hem deed. Ik zaaide die tomaten, dat hij lekker die tomaten kon eten. Dat had ik nooit van mezelf gedacht, dat ik het allemaal voor hem deed. Ik voelde me nu bijna doelloos.” 

De dood van Henk ging razendsnel.  „Drie weken hadden we hoop. Maar de kanker was het niet te houden. Naar mijn weten heeft hij er zelf geen traan om gelaten. Hij heeft ons getroost. Zelf had hij het interessanter gevonden om een langdurig ziekbed te hebben. Om te zien wat er dan met hem gebeurde, ja zo was hij.”

Haar beeld was dat ze samen met Henk oud zou worden. „Ik zag het al helemaal voor me hoe hij zou zijn. Met dat hoofd en dat prachtige gebouwde lichaam van hem. En dan gaat hij godverdomme zomaar dood. Dat was niet de bedoeling. Ik zei altijd:  Henk mag alles, behalve doodgaan.”

Zelfvertrouwen

Marte beleefde samen met Henk haar grootste successen. Vol zelfvertrouwen en overtuiging veroverde ze de wereld met haar werk. „Als meisje van negen jaar wist ik plots wie ik was. Ik stond alleen onder prachtige dikke eikenbomen, het was donker, de sneeuw dwarrelde langzaam naar beneden. Het was als een openbaring en dat gevoel heeft me nooit meer verlaten. Datzelfde gevoel hielp me bij mijn werk als kunstenaar. Ik wilde mijn eigen dingen maken en geen concessies aan de wereld doen. Ik ben ik en ik maak wat ik wil.” 

Marte tekende de portretten van Claus en Beatrix, maakte het eerste virtuele kunstwerk ter wereld, tekende modeportretten voor het Parool en ontwierp postzegels. Ze ging experimenteren met techniek, spuiten met autolakken, transparant plexiglas verhitten en maakte doeken van kunsthars.

Ze is lang alleen maar bezig geweest met de portretten van Henk, al was er daarnaast nog wel ander werk te doen. Zo werkte ze samen met de andere vrouwen aan het duivenproject. Het begon met een opdracht voor de Floriade in 2004. „Ik liep daar rond en zag allemaal vogels. Thuis begon ik met het maken van schetsen. Er kwam er op een gegeven moment een drie meter lange, dikke vredesduif tevoorschijn. Dat was het begin, de moedervorm.” Nu heeft Marte al verschillende kleinere duifjes van bladgoud gemaakt. Als symbool van eenwording moeten de objecten de wereld over vindt ze. Een staat er al in Moskou, een paar anderen in Uithuizen en Weesp. 

De vrouwen missen Henk, die als geen ander op technisch gebied allerlei oplossingen verzon. „We moeten nu keihard werken, want het scheelt enorm als er één weg valt. Vreselijk. Maar het lukt ook zonder hem. In de loop van de jaren hebben we allemaal geleerd wat nodig is om ons te kunnen uitdrukken.”

Een goede vriendin vroeg aan Marte of ze geen hulp wilde bij de verwerking van de dood van Henk. Daar wil ze niets van weten: „Ik wil helemaal niet verwerken. Ik wil het als een grote prop in me houden, ook al ben ik er ongelukkig over. Sommigen zeggen, je geeft het op een moment een plek. Niets ervan, denk ik dan, hij zit in me. Als ik aan het werk ben en dingen doe, die Henk normaal gesproken deed, heb ik sterk het gevoel alsof ik in hem zit. Ik voel zijn armen om mijn armen heen en ik voel zijn handen om mijn handen heen. Het is een hele gekke ervaring.”

De impact van het verlies was amper te bevatten voor de kunstenares. „Je bent plots dodelijk eenzaam. Ik heb dat nooit zo gevoeld. Het is idioot, want we zijn hier met zijn vieren, mijn moeder woont hier en ik heb veel lieve vrienden. Maar ieder beleeft zijn verlies op zijn eigen manier. Pas nu kan ik me voorstellen hoe het echt is als je iemand verliest die heel dichtbij is.”

Ze staat op en loopt naar haar atelier, dat een ruimte van maar liefst twaalfhonderd vierkante meter beslaat. Ze wil de portretten van Henk laten zien. De één is nog intenser dan de ander. Ze aarzelt of ze wel op de foto wil met één van de portretten, maar besluit later dat ze het toch wil. Ze kiest voor een schilderij waar Henk met een zonnebril op staat. Zijn ogen zijn niet zichtbaar. Een ander portret, waar hij open en stralend op staat, kan nog niet. „Nee, die hou ik nog even voor mezelf.”