Terug
Rouw

Over (6): Keerpunten

‘Je leeft in een eng wereldje!’ riep mijn vader uit. Boos was hij. Van machteloosheid, denk ik nu. Dat hij niet in mijn hoofd kon kijken, maar wel merkte dat ik veelal in mezelf gekeerd was.

Ik zat mijn zoveelste namiddag te spenderen in een chatbox van een band waarvan ik toen fan was. Daar had ik mijn vrienden. Die ik nooit zag, maar dat maakte niet uit. Daarbuiten had ik ook wel wat vrienden. Maar ik ging weinig de hort op. Laat staan een avondje uit. Ik vond het wel prima in die chatbox. Dat mijn vader mij meer gunde dan zo’n klein en vooral gesloten wereldje: het zal wel. Ik vond het leuk, dat was toch het belangrijkst?

Hoe opgelucht mijn vader moet zijn geweest toen ik in 2002 begon aan de opleiding journalistiek in Zwolle. Waarmee ook de beste periode uit mijn lerend leven begon. Ik voelde me meteen thuis op de opleiding (dat was op de mavo en de havo nooit echt het geval), had snel vrienden, raakte van mijn verlegenheid af. Die chatbox had ik niet meer nodig.

Ik had ontzettend veel lol met klasgenoten, ging op doordeweekse avonden tot laat uit en stevende rechtstreeks af op een negatief studieadvies. En mijn vader, die altijd zei dat je qua opleiding zo hoog mogelijk moet proberen te komen, gaf me niet eens op mijn falie. Ik was weer gelukkig. Misschien was dat alles wat er voor hem toe deed.

Praten over mijn moeder? Dat deden we thuis nog steeds niet. Maar ik had minder de behoefte om te schrijven in mijn dagboek. Om de geur van haar parfum te ruiken. Om haar handschrift te imiteren. Ik kan me niet herinneren dat ik in die periode avonden intens verdriet heb gevoeld. Ik miste mijn moeder, maar ik had weer lucht.

Dat mijn vader en ik over andere zaken diepgaande gesprekken hadden, kan ik me trouwens ook niet herinneren. We waren meer van het lachen, het lol trappen, geloof ik. Tot we begin maart 2003 eens met z’n tweetjes voor de tv zaten, mijn stiefmoeder ging eerder op bed omdat ze niet fit was, en mijn vader Het Uur van de Wolf opzette. Een aflevering over Muddy Waters, waar hij als bluesliefhebber wel meer over wilde weten. We keken hem samen uit en raakten vervolgens in gesprek over muziek.

Zíjn muziek: de Stones, de Beatles, Dire Straits. Míjn muziek: K’s Choice, the Cranberries, Travis. Die kende hij niet en ik had ook niet het gevoel dat die muziek hem zou interesseren. Maar die avond zei hij dat hij benieuwd was naar de bands waar ik graag naar luisterde. Dat we misschien wel eens samen muziek konden luisteren. Dat leek me tof.

Twee dagen later werd ik wakker van stemmen aan de deur. Half acht. Het was vakantie, maar ik was eigenlijk wel uitgeslapen dus stond op. Terwijl ik mijn tanden stond te poetsen, riep mijn broer me. Luid. Té luid voor de vroege ochtend, dus ik brulde terug dat hij even normaal moest doen. Hij kwam naar boven. Paniek in zijn ogen. Ik kreeg het koud.

De politie stond zojuist aan de deur. Pa was onwel geworden onderweg naar zijn werk. Het zag er niet goed uit.

In het ziekenhuis werd ons verteld dat hij was overleden aan een hartstilstand.

Door Martine van der Linden Geplaatst 11-2-2021