Terug
Voorbereiden op later

Onontkoombaar verdriet

Tweede paasdag, zeven uur in de avond. Voor het eerst in 4 weken heb ik een dag waarin ik voor mijn gevoel niet achter mijn agenda aan hol. Afgelopen weken stonden in het teken van de crisis. Twee gelijke crisisteams gevormd die om en om 24 uur verantwoordelijk zijn voor WZH, ook in het weekend. Alle locatie- en stafmanagers bijeen geroepen om te bespreken hoe we deze crisis het hoofd wilden gaan bieden. Roosters aanpassen, mensen vrij spelen voor als het echt spannend wordt. Een opvangteam organiseren om personeel op te vangen en psychische bijstand te verlenen. Voldoende mondkapjes, handschoenen en schorten bij WZH zien te krijgen. Voor alle mensen die administratieve en kantoorfuncties vervullen een thuiswerkplek organiseren. Nieuwe maatregelen en richtlijnen van het RIVM en de overheid opvolgen. De moeilijkste en pijnlijkste daarvan is wat mij betreft dat we familie de toegang tot hun dierbaren in de WZH locaties moeten ontzeggen. Brieven opstellen voor personeel, bewoners en familie over wat WZH allemaal doet en moet doen naar aanleiding van Corona en wat dat voor hen gaat betekenen.

WZH neemt zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dus we gaan een afdeling opzetten om mensen uit het ziekenhuis met Corona op te vangen. Want de IC capaciteit zou wel eens te krap kunnen worden en dan is het mooi als er naar WZH kan worden uitgeweken. Verbinding en afstemming zoeken met collega organisaties in de regio die ook dezelfde stappen aan het zetten zijn, ook speciale afdelingen aan het opzetten zijn. Afspraken met de huisartsen. Afspraken met de ziekenhuizen. Zorgen dat we klaar staan als het nodig is.

En vervolgens komen de eerste berichten van besmettingen binnen WZH locaties. Op Sammersbrug, waar we op 13 maart nog afscheid namen van de locatiemanager die met pensioen ging, worden de eerste besmettingen bevestigd. Mensen gaan in isolatie, beschermingsmiddelen worden in gebruik genomen, afdelingen geïsoleerd. Een echtgenote van een stervende die op een besmette afdeling woont, wordt naar haar man toe verhuisd. Familie mag in tweetallen op 1,5 meter afstand met mondkapje en handschoenen afscheid komen nemen. De volgende locatie met besmettingen is De Strijp. Daarna Waterhof, Transvaal en Bezuidenhout. Ik ga het paasweekend in met de informatie dat op Transvaal op twee afdelingen voor meerdere mensen een ZZP10 is aangevraagd…

En dan is het plotseling pasen. Nauwelijks mee bezig geweest. Ik kan eindelijk een beetje afschakelen. Ik ga op bezoek bij mijn vader en moeder. Vader heeft COPD. Die zal een Corona besmetting niet overleven. Moeder is fit en vitaal en beschermt hem als een leeuwin. Boodschappen worden elke 2 weken door mijn broer en zijn zoontje van 3,5 bij hen gebracht, en dan drinken ze samen 10 minuten een kopje koffie op 4 meter afstand van elkaar. Eerst pasten ze wekelijks een hele dag op het mannetje. Nu zien ze hem om de 2 weken 10 minuten en blijft hij braaf bij ze uit de buurt…

Ik krijg appeltaart bij de thee, en zit ook op 4 meter. Als mijn thee door mijn moeder wordt neergezet moet ik even opstaan en een paar meter naar achter lopen zodat we zeker voldoende afstand houden. Ze zijn monter, mijn ouders, dapper, en ook heel blij om me te zien. Pa komt er voor uit zijn gemakkelijke stoel, voor zo lang als hij vol kan houden. Ze zitten gevangen in hun eigen huis. Zien al weken niemand meer van hun vrienden, broers en zussen. Hoewel ze zich sterk tonen voel ik dat het zwaar voor ze is. Gelukkig zijn ze samen en kunnen ze elkaar nog vastpakken.

Vanmorgen nog wat mails doorgenomen en beantwoord, stukken gelezen, nagedacht over de acties voor komende week. Maar vanmiddag had ik zomaar tijd voor de was. Drie weken achterstand weg gestreken. En tijdens het strijken viel de zwaarte van Corona op me. Ik werd intens verdrietig. Niet op een manier dat je er van moet huilen. Nee, geen uiterlijk drama. Maar zo’n intens zwaar gevoel van binnen. Tranen in je buik, aan de binnenkant van je ogen, een constante brok in de keel, heel diep zuchten zonder dat het helpt…

Afgelopen weken denderde ik door, bijna als een machine. Regelen, regelen en nog eens regelen. Zorgen dat iedereen zijn of haar werk in de locaties kan doen en dat alles door kan gaan, dat de besmettingen buiten de deur blijven, dat we de richtlijnen volgen. Locaties moeten dicht? Oké, dan gaan ze dicht. Luchtcirculatiesysteem scheiden voor de Corona afdeling? Oké, doen we. Lobbyen voor mondkapjes en schorten? Ga ik doen!

Nu, na een halve dag relatieve rust, komt de machine in en lagere versnelling, en laat ik op een diepere laag mijn gevoel toe. Dan denk ik aan al die bewoners die gescheiden zijn van hun geliefden. Die, vaak in de verwarring van de vergeetachtigheid, niet begrijpen wat er gaande is, waarom dit zo moet.

En ik denk aan al die medewerkers die ondanks het besmettingsgevaar zo liefdevol hun werk blijven doen, ook als ze thuis een gezin hebben dat ze voor Corona willen behoeden. Die hun angsten trotseren, op het gevaar af om zelf ziek worden. Ik voel diepe bewondering en intense dankbaarheid. Zij zijn het die dagelijks worden geconfronteerd met de pijn, het verdriet, het onbegrip, de verwarring. Zij zijn het die er elke keer weer staan en liefdevol hun werk blijven doen, mensen troosten, verzorgen, zo goed en zo kwaad als het kan het leed proberen te verzachten.

En ik vraag me af: Wie zorgt er voor hen? Hoe gaan we hier goed mee om? Hoe ondersteunen we iedereen zo goed mogelijk? Hoe helpen we elkaar? Hoe komen we hier zo gezond mogelijk uit? En hoe doorstaan we dit met elkaar op een goede manier?

Er zijn geen pasklare antwoorden op deze vragen. Wat helpt is te erkennen dat het zwaar is. En op elkaar te durven vertrouwen. Te accepteren dat hoewel we ons stinkende best doen, waarschijnlijk niet alles vlekkeloos en “by the book” zal gaan. Elke keer als je valt weer op te staan, elkaar weer overeind te helpen en er in deze moeilijke situaties voor elkaar te zijn.

Corona is overal en raakt iedereen. Laten we elkaar in elk geval in figuurlijke zin blijven vasthouden, tot het ook weer letterlijk mag.

Patricia Huijbregts. Geplaatst 22-4-2020