Terug
Rouw

LIEFDE IS VRIJ ZIJN…. TE VLIEGEN AL IS HET MAAR EEN PAAR SECONDEN

Gebroken zit ze voor me. Uit iedere porie ademt ze verdriet. Maar tussen de tranen die vrijwel onafgebroken over haar wangen rollen, zie ik het vuur in haar ogen. Een vuur dat de niet aflatende liefde voor haar zoon weerspiegelt. ‘Zijn dood is één grote vergissing’, zegt ze. ‘Ik heb begrip voor zijn daad; ik weet waar het vandaan komt…. Maar ik weet ook dat het voorkomen had kunnen worden. Ami had niet hoeven sterven…’

Het is een frisse vrijdagochtend, 28 februari, wanneer ik Stasja Gest tref. Ze is terug uit Thailand waar ze de reis maakte die ze eigenlijk samen met haar zoon en zijn vrienden had gepland. En alhoewel ze nog steeds de mooie trekken heeft van de vrouw wiens foto ik op internet zag, is de vrouw die voor mij zit voorbeeld van hoe verdriet een mens kan raken en maken. Eén keer wil ze haar verhaal vertellen, het verhaal over de ‘week van de oorlog; de hel op aarde’, zoals ze het zelf noemt. Ze wil dat anderen weten dat ze niet de enigen zijn, dat het vaker voorkomt…

EERBETOON EN STILLE AANKLACHT

Rouwverwerking heeft Stasja inmiddels geleerd dat er vele ouders met haar zijn. Ouders die zich vertwijfeld afvragen, of zoals in Stasja’s geval zeker weten, hoe de zelfdoding van hun kind voorkomen had kunnen worden. ‘Ik vertel je mijn verhaal, Cick, als eerbetoon aan het leven van mijn zoon en tegelijkertijd een stille aanklacht tegen geestelijke gezondheidszorg in Nederland’.

Haar ogen lichten op wanneer ze vertelt over Ami; haar zoon waarvan ze al heel snel wist hoe bijzonder hij was. ‘Ami was een super intelligente jongen, die je met zijn prachtige ronde kijkers kon doen laten smelten. Op school voelde hij zich niet op zijn plek; hij volgde de vlinders en de vogels en zat veel in gedachten. Wijs was hij ook, zijn leeftijd ver vooruit.’ Ami woont met zijn moeder Stasja op een woonark in Landsmeer; zijn vader heeft het gezin verlaten; samen met zijn moeder en zijn oudere zus Daniëlle geniet Ami van het leven op en rond de boot.

LEVEN VANUIT LIEFDE

‘Tot zijn 12e waren er geen noemenswaardige problemen’, gaat Stasja verder. ‘Pas op de middelbare school werden dingen zichtbaar. Zijn afwijkende, dromerige, haast filosofische gedrag paste niet bij dat van zijn klasgenoten. Maar met zijn brede glimlach en enorme interesse voor de mens achter zijn medestudenten en docenten maakte Ami een onuitwisbare indruk op iedereen die hem kende. En dat maakte hem ook geliefd op school, zoals hij eigenlijk overal waar hij kwam geliefd werd. Wat niemand echter zag was de andere, zwaarmoedige, kant van Ami. Niemand zag welke gevolgen autisme op hem had. Ondanks zijn psychische problemen, leefde Ami vanuit liefde. Hij was Boeddhist en altijd vol compassie en medeleven. Ami had veel vrienden, vijanden kende hij niet. Dat woord bestond niet in zijn wereld. Zijn leven kenmerkte zich als kind al door diepzinnigheid; zijn uitspraak: Liefde is vrij zijn…. Te vliegen al is het maar een paar seconden, was typerend voor zijn diepzinnigheid’.

Wanneer Ami, als hij ouder is, aan het werk gaat zet hij zich vol overgave in. Hij maakt politiek carrière binnen de Socialistische Partij in Landsmeer en werkt voor het FNV. ‘Zoals bij alles waar Ami echt voor ging, deed hij dat met meer dan 100%. Hij ging regelmatig over zijn grenzen en putte zichzelf uit’, vertelt Stasja. Het duurt dan ook niet lang voordat Ami tekenen laat zien van overwerktheid. ‘Hij is zó lang doorgegaan…. Psychisch ziek zijn in onze maatschappij is moeilijk. Ik zeg het maar zo: de wereld vraagt van je om trappen te lopen. Maar mijn zoon had op dat moment spreekwoordelijk al geen benen meer, dus hoe kon hij dat volhouden?’ Ami zoekt op psychische hulp, maar de lange wachttijden in de zorg helpen niet mee.

DE WEEK VAN DE OORLOG; DE HEL OP AARDE

Ami wordt uiteindelijk zo ziek dat hij zijn taken voor de SP en het FNV moet neerleggen. Hij besluit vrienden in België op te zoeken en probeert daar tot rust te komen. ‘En daarna is het eigenlijk mis gegaan’, zegt Stasja zacht. Wat ik vervolgens hoor van Stasja, doet me de rillingen over mijn lijf lopen… Het is het verhaal van de week van de oorlog; de hel op aarde.

MAANDAG 11 MAART

‘Ami heeft een zwaar gestresst weekend na zijn bezoek aan Antwerpen. De daaropvolgende maandagochtend is Ami in paniek, hij denkt eraan om zichzelf te verdrinken. Stasja, die zelf in de zorg werkt, zet alles op alles om de hulpverlening versneld in gang te zetten en wijkt niet van de zijde van haar zoon. ‘Op een gegeven moment kon Ami niet langer wachten; hij was ernstig suïcidaal, volledig de weg kwijt en had echt direct hulp nodig. Ik heb 112 gebeld’.

Na de middag, rond 15 uur vindt er een spoedgesprek plaats met de psycholoog waar Ami sinds kort onder behandeling is. Stasja vertelt verder: ‘Bij de psycholoog vraagt Ami om opname; hij is bang dat hij de mensen van wie hij houdt pijn gaat doen’.

De psycholoog biedt hem echter ambulante hulp. Ami dreigt uit het raam te springen waarop de psycholoog hem doorverwijst naar SPOR; de Spoedeisende Psychische Opname Ruimte. Stasja: ‘Na uren te hebben doorgebracht in een geïsoleerde ruimte, waarbij hij als het ware verhoord werd, wordt mijn zoon dan toch opgenomen’. Stasja keert moe terug naar huis.

DINSDAG 12 MAART

Een dag later blijkt Ami (zonder overleg met zijn moeder) met een taxi naar een Respijthuis in Amsterdam-Noord te zijn gebracht. Hij krijgt geen medicatie mee. Daar krijgt hij diezelfde avond een paniekaanval in de douche. ‘Er was geen professionele begeleiding om hem te helpen. Wat ze niet tegen mij gezegd hadden was dat de patiënten daar na 22:00 uur zonder begeleiding verbleven. Een absurde situatie natuurlijk en duidelijk geen plek om iemand met Ami’s problematiek op te nemen’. Een aanwezige vrijwilliger vangt hem op en probeert medicatie te regelen. Uiteindelijk worden Ami’s pillen gebracht.

WOENSDAG 13 MAART

Het is woensdagochtend wanneer Daniëlle (Ami’s zus) een bezoek aan hem brengt in het Respijthuis. Ami vertelt haar dat hij weggestuurd gaat worden; in deze opvang zijn ze niet toegerust op zulke gevallen. Niet lang daarna belt de psychiater met Stasja en vertelt haar dat haar zoon naar huis moet en alleen ambulante hulp krijgt.

Stasja haalt diep adem en vertelt dan: ‘Ami kreeg toen weer een paniekaanval, hij rende weg, sprong in een sloot en probeerde zichzelf te verdrinken. Danielle is achter hem aangerend en er werd een ambulance gebeld. In het ziekenhuis wordt Ami gezond verklaard; de ruimte is nodig voor nieuwe patiënten… Ami krijgt pillen mee van het ambulante hulp team en wordt de volgende dag op een afspraak met een psychiater verwacht. Daniëlle besluit hem mee naar haar huis te nemen, Ami overnacht daar’.

DONDERDAG 14 MAART

Samen met zijn zus rijdt Ami de dag erna naar de afspraak met de psychiater in Amsterdam. Onderweg in de auto zegt Daniëlle klaarblijkelijk iets verkeerds; Ami wil uit de auto springen op de A2. Het lukt Danielle hem bij de afspraak te krijgen. Tegen beter weten in hoopt ze dat haar broer nu toch opgenomen kan worden…Bij de psychiater blijkt echter alleen ambulante hulp geboden te worden. Ami reageert met een paniekaanval en rent Amsterdam in.

Wanneer hij bij de Stopera door de politie opgepakt wordt omdat hij de daar aanwezige maquette gesloopt heeft, brengen de agenten hem terug naar de psychiater. Ami vertelt aan zijn zus dat hij de maquette bewust vernield heeft in de hoop dat hij dan door de politie opgepakt zou worden en opgenomen kon worden. De psychiater stuurt hem wederom door naar SPOR. Stasja schudt haar hoofd: ‘Maar liefst acht uur lang zitten mijn zoon en dochter daar opgesloten in een isoleerruimte. De dienstdoende psychiater vindt dat Ami op het politiebureau thuis hoort en zet hem in zeer slechte toestand op straat. Ami besluit weg te lopen…uiteindelijk kreeg ik hem zover dat hij met mij mee naar huis ging.

VRIJDAG 15 MAART

Op vrijdag 15 maart 2019 in de ochtend meldt Ami aan Stasja dat hij gaat wandelen. Ondanks dat het lijkt of het iets beter met hem gaat, maakt ze bezwaar. Maar Ami zwaait zijn rugzak over zijn schouders en gaat toch. ‘Ik heb mijn dochter gebeld, ze zei: Mam, laat ‘m lopen, laat ‘m gaan. Als ‘ie wil wandelen, laat ‘m even wandelen’. Wanneer om 16:00 uur twee politiemensen aan de poort van de woonark staan, hoeven ze Stasja niet te vertellen waarvoor ze komen. Instinctief weet ze dat haar zoon niet meer leeft. Hij heeft zijn eigen leven beëindigd; zag geen andere uitweg. Liefde is vrij zijn…. Te vliegen al is het maar een paar seconden.

HIJ HEEFT ER ALLES AAN GEDAAN

De psychiater die eerder die week Ami naar huis stuurde, vertelt Stasja direct na het overlijden van haar zoon dat er psychische hulp voor haar is. ‘Ik had wel willen schreeuwen dat het te laat was, dat die hulp er voor Ami had moeten zijn, maar wat heeft het voor een zin? Ik krijg hem er niet mee terug. Ami besloot zijn leven te beëindigen; die beslissing begrijp ik volledig als ik kijk naar wat hij voelde en ervoer. In die zin was het niet te voorkomen. Maar dát hij zich zo voelde had wel voorkomen kunnen worden. Voordat hij sprong heeft hij op zijn arm in hoofdletters een boodschap geschreven. Een boodschap die zijn wanhoop tot in de kern beschreef: ‘IK HEB ER ALLES AAN GEDAAN OM OPGENOMEN TE WORDEN’. De pijn die hierachter zit is onbeschrijflijk diep en is hem uiteindelijk fataal geworden’.

Ter nagedachtenis aan Ami Gest 15 oktober 1989 – 15 maart 2019

Tekst Cick Geers. Geplaatst 11-6-2020