Terug
In memoriam

Jenne Meinema (1931-2020): Pionier van de bebop, aanjager van de jazz in het Noorden

Jenne Meinema

Overleden is een van de bekendste jazzmuzikanten van het Noorden: saxofonist Jenne Meinema. Als ‘pionier van de bebop’ was hij aanjager van de jazz in deze regio, zowel tijdens de vele duizenden concerten die hij gaf, als in bestuurlijke functies.

‘Beste altsaxofonist van het Noorden.’ Zo werd Jenne Meinema halverwege de jaren vijftig al aangekondigd. In de loop der jaren kwamen daar andere bijnamen bij: ‘pionier van de bebop’, ‘nestor van de moderne jazz in Noord-Nederland’ en ‘Nederlands grootste saxofonist’.

Speelman en sfeermaker

 Zelf deed Meinema daar een stuk bescheidener over. Hij zag zichzelf als ‘speelman’ of ‘sfeermaker’. Het ging hem om de muziek en het plezier dat je er aan kon beleven, als muzikant en toehoorder. Het publiek aanvoelen en entertainen. Vaak eindigden zijn concerten in een feestje.

De lovende bijnamen geven aan wat de betekenis is geweest van Jenne Meinema voor de jazzscene in de noordelijke regio. Een enthousiasmerende man, die de bebop naar Groningen bracht. Hij stak vele andere muzikanten aan, onder wie de pianisten Lex Jasper en Rein de Graaff, die hun eerste belangrijke podiumervaringen opdeden onder zijn hoede. Hij stond aan de wieg van verschillende formaties en richtte eind jaren 60 de eerste bigband van Groningen op (Big Band ’67). Middels workshops, lezingen en concerten op school bracht hij zijn passie over op anderen.

Charlie Parker wijst de weg

Voor Jenne Meinema (1931) zelf begon het tijdens de oorlogsjaren. Op de radio hoorde hij swingmuziek. Het maakte een gevoel bij hem los dat hij niet onder woorden kon brengen. Na de oorlog, in een jazzclubje van de hbs, hoorde hij voor het eerst de muziek van de Amerikaanse jazzsaxofonist Charlie Parker en was hij om.

Aanvankelijk kocht hij een klarinet. ,,Ik spelen op dat ding. Kreeg ik allemaal zwarte vingers’’, vertelde Meinema in een interview rond zijn 75ste verjaardag. ,,Bleek het instrument vol scheuren te zitten die ze hadden dichtgesmeerd met schoensmeer.” Meinema ruilde hem snel in voor een altsaxofoon. Het werd zijn meest geliefde instrument. Hij leerde er zelf op spelen en trad tien dagen later, in 1950, voor het eerst op tijdens een bruiloft.

Solist bij het Omroeporkest

Meinema speelde in talloze gelegenheidsformaties. Hij werd ook gevraagd om in Duitsland op te treden. Daarnaast speelde hij voor de radio, zowel voor de regionale omroepen als voor de VARA en de AVRO. In 1975 was hij solist bij het Omroeporkest in het Concertgebouw in Amsterdam. Toch ambieerde Meinema geen carrière buiten de regio. In Groningen vond hij een prettig leefklimaat. De sfeer van ‘ons kent ons’. ,,Ik ben niet iemand die naar de sterren reikt.’’

Jenne Meinema was veelzijdig en vond in het Noorden genoeg muziek van zijn gading. Hij speelde in jazzformaties en in dansorkesten, op kermissen of op bruiloften en partijen. Jarenlang maakte hij deel uit van het orkest van Arie Ribbens (die jazzdrummer was voordat hij bekend werd als carnavalszanger), waarbij allerlei solisten werden begeleid, van jazzzangeressen tot Ria Valk en Lee Towers. Toch bleven bebop en met name Charlie Parker zijn belangrijkste inspiratiebronnen. Meinema stond bekend om zijn krachtige toon, lyrische spel en vindingrijkheid in solo’s.

Muziek was voor Meinema een ‘goedbetaalde hobby’. Daarnaast was hij werkzaam voor het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten in Assen en de Noordelijke Fonotheek Dienst. Van 1977 tot 1987 was hij adjunct-directeur van het conservatorium in Groningen. Daar realiseerde hij onder meer de afdeling Lichte Muziek; opvallend voor iemand die zelf autodidact was. Meinema onderstreepte het belang van een muziekopleiding als goede basis. Maar van jazz vond hij, dat je die niet op school kon leren: ,,Jazz leer je in de praktijk met vallen en opstaan en nog eens op je bek gaan.’’

Saxofonist Jenne Miedema vierde in 2009 zijn 60-jarig artiestenjubileum.
Foto: Kees van de Veen

In Baritone Madness met Alan Laurillard

 Ook toen de jazz veranderde door toedoen van popmuziek en vrije improvisatie, behield Meinema zijn plek in de jazzscene. Met bassist Lou Leeuw en pianist Martin van Dijk liet hij invloeden uit de funk en de rock toe. In de jaren 80 greep hij ook steeds vaker naar de baritonsax, wat uiteindelijk resulteerde in de formatie Baritone Madness met onder anderen Alan Laurillard en Hans Bosch. Ook een optreden met freejazz-drummer Han Bennink ging hij niet uit de weg.

Jenne Meinema zag zichzelf als ‘schnabbelaar’ in de positieve zin van het woord. Er was altijd wel een gelegenheid om op te treden, regelmatig twee of drie keer op een dag. In recensies is te lezen, dat Meinema ná een optreden ging meespelen bij een volgend concert en daarna nog eens alles gaf in een nachtcafé.

‘Sax is verhaal zonder eind’

In 1989 voltooide hij tijdens de Kei-week een Meinema-marathon: een slinger van concerten door de stad, waarbij de laatste noten nog net zo fel en scherp waren, als veertien uur daarvoor. Meinema was onvermoeibaar en boordevol energie. Het aantal optredens moet ver boven de 10.000 liggen.

In het interview uit 2006 vertelde hij hoe de saxofoon nog steeds de grootste uitdaging vormde en dat hij nog telkens nieuwe dingen leerde: ,,Je blijft je horizon verleggen. Dat instrument is een verhaal zonder eind.’’ Mensen om hem heen vonden dat hij op zijn 75ste maar eens aan stoppen moest denken. Sommigen vroegen: ‘Je speelt zeker door tot je dood bent?’ Meinema antwoordde dan: ,,Nog wel langer.’’

Bron DvhN. Geplaatst 13-11-2020