Terug
In memoriam

Iedereen was verliefd op Milan, de avonturier die leefde uit z’n rugtas. Hij overleed op 29-jarige leeftijd

Hij hield meer van de zon en het strand dan Nederland hem kon bieden en zwierf eindeloos over de wereld. Zijn hang naar avontuur had Milan Middelweerd meer dan eens noodlottig kunnen zijn, maar hij overleed plotseling in Groningen. Hij werd 29 jaar.

Kerstmis vierde hij zelden thuis de afgelopen tien jaar. Hij was altijd op reis, keek zijn ogen uit in landen als Chili, Argentinië, Colombia, Laos, Australië, Nieuw Zeeland, Sint Maarten en afgelopen oktober nog was hij in Thailand. Milan reisde de zomer achterna.

Het reisvirus had hem te pakken gekregen toen hij voor defensie op uitzending was in Irak. Daar had hij geproefd van nieuwe culturen, was er geïnteresseerd geraakt in hoe mensen ook konden leven. Hij legde gemakkelijk contact met onbekenden, vroeg ze het hemd van het lijf, was gefascineerd door hun gewoontes, hun eten – hij zoog al die nieuwigheid in zich op zoals kinderen dat doen.

Kochten zijn collega’s een auto toen ze terug kwamen uit Irak; Milan zegde defensie vaarwel en kocht een vliegticket. Hij ging de wereld in, want in Irak had hij gezien dat een mens niets nodig heeft om gelukkig te zijn. Onbevreesd ging hij op avontuur, om maanden of jaren weg te blijven. Hij leefde vanuit zijn rugtas en was zijn geld op dan ging hij aan de slag bij een boer of werd hij zeilinstructeur.

Milan ging op in de verhalen en gewoontes van andere mensen.

Milan was niet bang

Milan Middelweerd werd geboren in Delft, heeft een oudere broer en een jongere zus. Het jonge gezin verruilde Delft voor Beilen waar hij als Batman, z’n lievelingssuperheld, de buurt onveilig maakte. Dacht hij. Hij voetbalde en basketbalde, was ook toen al niet bang. Zijn schoolcarrière verliep met horten en stoten, hij wilde het leger in en ook al was niet iedereen daar voorstander van – hij ging toch.

Dat onverstoorbare en koppige behield hij. Hij kon voet bij stuk houden in discussies, en tegelijkertijd kon hij de kwestie ineens van een andere kant bezien om dat standpunt te vuur en te zwaard te verdedigen. Daarmee wekte hij wel eens onbegrip of ergernis.

Maar bovenal toonde hij zich mild en leek het naarmate hij meer van de wereld zag of hij zijn horizon steeds verder verbreedde. Die vrijheid vertaalde zich in een soort gulheid: Milan werd een ruimdenkend man die de mensen om zich heen inspireerde met zijn enthousiasme en moed.

Op blote voeten verkende hij verre landen

En zoetsappig werd het niet, daarvoor was hij te onverschrokken. Zonder rijbewijs en op blote voeten reed hij dagen achtereen door verre landen, hij surfte, bokste, zat nachtenlang te kletsen op het warme strand. Vriendinnen kwamen en gingen, Jenn uit Amerika was zijn laatste en langste relatie. ,,Iedereen was verliefd op Milan’’, schetst zijn schoonzus.

Zorgeloosheid was zijn motto: Hakuna Matata had hij op zijn bovenarm laten tatoeëren, het lied uit The Lion King dat aanstekelijk verkondigt dat het uiteindelijk allemaal goed komt.

Milan had oog voor de schoonheid van de natuur.

Nachtdiensten draaien bij Jeugdzorg

Aan dat zonnige leven kwam een einde door corona. Hij kwam naar huis, kon bij een vriend in Groningen wonen en toverde het mannenhuis binnen de kortste keren om in een gezellig thuis. Hij kookte er graag – altijd vegetarisch – verslond de recepten van Ottolenghi, was fan van de markt. Hij las veel: over oorlogen en bomen, over octopussen en bitcoins. En hij ging aan de slag bij Jeugdzorg, waar hij aanvankelijk alleen nachtdiensten draaide.

Per ongeluk was dat raak. De jongeren voelden zich op hun gemak bij die goedaardige, stoere kerel die in zijn vrije tijd een sportschool voor ze bouwde met apparaten die hij tweedehands op de kop had getikt. Die een luisterend oor bood en een sterke schouder. Die zich wilde bekwamen in het vak van jongerenwerker.

Of hij zich werkelijk zou binden aan Groningen en een geregeld leven of dat hij toch de zon en de vrijheid zou verkiezen – het blijft ongewis.

En toen werd hij ziek: een griepje of corona dacht hij

Milan vierde afgelopen Kerst uitgebreid, met familie, met vrienden en in de stad. Het kon niet op. Aan het einde van tweede kerstdag fietste hij naar zijn werk, waar hij een nachtdienst had. Hij keek ernaar uit om bij te slapen.

Eenmaal thuis, na zijn werk, voelde hij zich niet lekker, hij had de griep, dacht hij, of corona. Hij at niet, sliep veel, kreeg ademhalingsproblemen. Op oudejaarsdag bracht een vriend hem naar het ziekenhuis, maar Milan oogde te fit en te sterk om hem daar te houden.

Op nieuwjaarsdag om half 8 ‘s ochtends belde hij zijn broer en vroeg hem te komen. Die maakte soep voor hem en een smoothy. Milan nam daarvan en vertelde dat hij zich nog nooit zo ziek had gevoeld.

Zijn broer ging in de middag even naar huis en zorgde ervoor dat twee vrienden van Milan een oogje in het zeil hielden. Hij was ternauwernood thuis of Milan belde of hij alsjeblieft terug kon komen. ,,Ik heb haast’’, zei hij.

Van het Martini naar het UMCG

Milans gezicht zag grijs, zijn lippen blauw. Zijn broer tilde hem op de achterbank van zijn auto en scheurde met open raampjes voor extra lucht naar het Martini Ziekenhuis. Daar bleek uit onderzoek dat hij een grote infectie in zijn longen had. De artsen besloten hem onder narcose verder te behandelen. Dat wilde Milan graag. Hij en zijn broer pakten elkaar vast. Tot later, zeiden ze, en: het komt goed.

Milan moest naar het UMCG: hij overleefde de rit met de ambulance, hij overleefde het aansluiten op de hartlongmachine. Daarna lukte niks meer. Milan overleed op 2 januari om 11 uur ‘s ochtends.

Sprakeloos zaten zijn naasten om hem heen. Ze hadden hun hart wel eens vast gehouden als hij zich een waaghals toonde in de bergen, als hij surfte in de wilde zee. Milan had desnoods door een haai gepakt kunnen worden, dat had hem beter gepast dan te sterven aan een ogenschijnlijk onschuldige griep in combinatie met een bacterie.

Zijn hang naar avontuur was groot.

Broodjes kaassoufflé

Het afscheid was mooi en droef en druk. Via een livestream keken zijn vrienden en vriendinnen uit het buitenland mee naar dat onwerkelijke beeld van de vrolijk bekladde grafkist met daarop Milans gitaar, z’n skateboard, bokshandschoenen en fotocamera.

Na afloop van de plechtigheid was er, in een loods aan de rand van Groningen, een feest. Met muziek natuurlijk, met drank en met broodjes kaassoufflé, want daarmee had Milan de blits willen maken in het nieuwe jaar.

Bron: DvhN. Geplaatst 17-4-2023. Foto’s: eigen foto.