Terug
Rouw

Hilly Bosscher uit Ruinen stapte 30 jaar geleden uit het leven, nadat ze haar beide zoons verloor. Psychiater Boudewijn Chabot hielp haar bij de euthanasie: ‘Ik wist niet wat ik hoorde’

Deze week is het dertig jaar geleden dat Hilly Bosscher (50) uit Ruinen uit het leven stapte, nadat ze in een paar jaar tijd haar beide zoons verloor. Ze had één wens: begraven worden tussen haar jongens. Psychiater Boudewijn Chabot, nu 80 jaar, uit Haarlem gaf haar de dodelijke middelen en werd vervolgd. Een terugblik.

Hilly Bosscher rookte als een ketter. Stak de ene sigaret aan met de andere, in de hoop kanker te krijgen. Dat een arts haar zou vertellen dat ze daaraan dood zou gaan. Het zou haar zielsgelukkig maken. Ze wilde niet langer, was uitgekeken op het leven. Sterker nog, ze leed zwaar aan haar bestaan.

Voor de vrouw uit Ruinen was na vijftig jaar alles gericht op haar dood. Wat ze ook deed, ze dacht aan haar zoons: Patrick en Rodney. Ze verloor hen in een paar jaar tijd. De een door zelfmoord, de ander aan leukemie. ‘Onbegrijpelijk dat mijn lijf maar door blijft gaan, terwijl alles dood wil’, schrijft ze in haar dagboek. ‘Ik hunker naar de dag dat ik niet meer voor het graf van mijn jongens hoef te staan, maar dat ik er voor altijd tussen mag liggen.’

Hulp bij een humane dood

Na vele gestrande pogingen bij huisartsen, psychologen en zelfs medewerkers van regionale ziekenhuizen, klopte ze in 1991 aan bij psychiater Boudewijn Chabot uit Haarlem (nu 80). Hij besloot Bosscher na vele gesprekken over haar leven en haar doodswens te helpen bij een humane dood. Op 28 september 1991 stierf Bosscher na inname van verscheidene medicijnen en maagbeschermers, liggend in het bed van haar jongste zoon, in de armen van haar hartsvriendin.

Psychiater Boudewijn Chabot hielp dertig jaar geleden mevrouw Hill Bosscher uit Ruinen bij zelfdoding en werd daarvoor vervolgd. Foto: Jean-Pierre Jans

Nederland kende in die tijd nog geen euthanasiewetgeving. Hulp bij zelfdoding was strafbaar, maar uit onderzoek van Chabot bleek dat er wel degelijk artsen meewerkten aan dergelijke verzoeken. In het geheim. Het was de psychiater zelf die het complete dossier van Bosscher overhandigde aan de lijkschouwer, waarna hij door het Openbaar Ministerie werd vervolgd.

De zaak, die later het Chabot-arrest is gaan heten, beheerste de landelijke media en zette het leven van de psychiater op een ander spoor. Hij promoveerde in 2007 cum laude op het thema zelfeuthanasie en schreef er meerdere boeken over. „Met de kennis van nu, had ik Hilly niet geholpen. Ik had haar begeleid naar wegen om de euthanasie zelf uit te voeren”, zegt Chabot nu, dertig jaar later.

Eerst het verhaal van Hilly Bosscher.

Haar thuissituatie ontvlucht ze door te trouwen

De vrouw kent na de Tweede Wereldoorlog een weinig gelukkige jeugd in Rotterdam. Voor haar dominante moeder kan ze het maar moeilijk goed doen. Heeft ze het huis niet netjes achtergelaten, heibel. Spaart ze niet voldoende geld volgens haar moeder, straf. Haar vader bedekt de huiselijke ruzies met de mantel der liefde. De jonge vrouw voelt zich thuis alleen en somber.

Ze rondt de mulo af en komt op verschillende kantoren in de stad te werken, maar vindt daar werkelijk niets aan. Via een uitzendbureau komt Bosscher terecht bij de Kinderbescherming. Een prachtplek, vindt ze zelf, waar ze zich opwerkt tot sociaal ambtenaar en rapporten opstelt voor de kinderrechter.

Haar thuissituatie ontvlucht ze naar eigen zeggen door te trouwen met Gerard (niet zijn echte naam), met wie ze dan drie jaar een relatie heeft. Verliefd is ze nooit echt op hem geweest, maar ze hebben het gezellig samen. In die tijd krijgen stellen moeilijker een huis als ze niet zijn getrouwd, dus het huwelijk biedt uitkomst.

In 1966, drie jaar na het ‘ja-woord’, krijgt het stel hun eerste zoon: Patrick. Volgens zijn moeder een actieve en extraverte jongen. Vier jaar later volgt een tweede zoon, genaamd Rodney. Meer ingetogen dan zijn broer, maar niet minder geliefd.

Ze steekt haar ziel en zaligheid in de kinderen

Het moederschap brengt Bosscher intens veel geluk, zal ze later aan Chabot vertellen. De kinderen zijn écht van haarzelf, iets waar haar moeder zich niet constant mee kan bemoeien. Ze steekt haar ziel en zaligheid in de kinderen, want naast de stugge relatie met haar ouders spreekt ze ook van een slechter wordend huwelijk. Gerard gaat meer en meer zijn eigen leven leiden, is weinig thuis en als hij thuiskomt, zijn er spanningen en scheldkanonnades.

Haar baan geeft Bosscher op tijdens de zwangerschap van Patrick, maar als Rodney 2 jaar oud is, wordt ze benaderd voor maatschappelijk werk. Een hectisch bestaan volgt. De jonge moeder werkt vier dagen per week en studeert in de nachtelijke uurtjes voor haar hbo-opleiding maatschappelijk werk. Maar met de zorg voor de kinderen voorop, heeft ze meer energie dan ooit. De kinderen worden ouder en het huwelijk kabbelt voort.

Het is in juni ’86 als een van de twee funderingen onder Bosschers geluk aan puin wordt geslagen. Patrick, de oudste van de twee, is als militair op uitzending in Duitsland wanneer Gitte, een Duits meisje, over de telefoon laten weten een ander vriendje te hebben en de relatie wil verbreken. Patrick is ontroostbaar nu zijn eerste echt liefde hem zo heeft belazerd en achterlaat.

In zijn afscheidsbriefje richt hij zich tot zijn moeder

Het is op zondag 15 juni, 14 minuten over twaalf, als Patrick op wacht staat bij de kazerne en hij zich met een Uzi-pistoolmitrailleur door het hart schiet. In zijn afscheidsbriefje richt hij zich tot zijn moeder: ‘Ik kan niet leven zonder Gitte – jij bent de beste moeder die ik me had kunnen wensen.’

Het gezin, dat in Ruinen is gaan wonen, is overdonderd. Een periode van schuldgevoel, woede-uitbarstingen en onbegrip volgt. Had Bosscher haar zoon te veel gepamperd, was hij niet weerbaar? Maar ze had toch juist het goede gedaan door niet naar Duitsland af te reizen voor zijn liefdesverdriet? Als Patrick geen wapens voorhanden had gehad, was het waarschijnlijk niet gebeurd, houdt ze zich voor. Het moet een noodlottig ongeval zijn geweest.

Mentaal is het jonge gezin gebroken. Bosscher wil na Patricks dood het liefst al uit het leven stappen, maar wil tegelijk ook doorleven voor Rodney. Ze worstelt meermaals met de gedachte om haar auto, met Rodney naast zich, het water in te rijden. Na meerdere gesprekken met een huisarts, wordt ze twee weken opgenomen bij een psychiater en gaat meermaals op consult bij een psycholoog. Helpen doet het niet, zal ze later schrijven.

In 1990 wordt de echtscheiding uitgesproken

Zo’n tweeënhalf jaar na de dood van de oudste zoon, strandt het huwelijk van Hilly en Gerard. Steeds zijn er ruzies. Over geld, verdriet, en over hoe het leven weer op te pakken. Constant verwijten over de dood van Patrick. Het is onhoudbaar en Bosscher en Rodney, dan net volwassen, besluiten naar een zomerhuisje te verkassen. In 1990 wordt de echtscheiding uitgesproken en krijgen moeder en zoon het huis toegewezen.

Rodney bloeit op na het behalen van zijn diploma aan de tuinbouwschool. Hij besluit de mavo te gaan volgen. Zijn moeder is dan, na een jaar op therapeutische basis te hebben gewerkt, weer fulltime werkzaam als maatschappelijk werkster.

Maar het noodlot tart ook de jongste zoon.

Op een mistige ochtend wordt hij op zijn scooter geschept door een vrachtwagen en tientallen meters meegesleurd. Hij overleeft wonderwel, maar bij een vervolgonderzoek wordt een groot gezwel ontdekt in zijn rechterlong. De 20-jarige hoort op 15 januari 1991, notabene de verjaardag van zijn oudere broer, dat hij een agressieve tumor van zo’n 15 centimeter omtrek heeft en moet worden opgenomen in het UMCG voor chemotherapie.

De behandelingen trekken een zware wissel op zijn lichaam. Het beenmerg functioneert niet meer. Hij eet niet, plast niet en als je hem alleen al aanraakte, ging hij bloeden. Zijn vijfde kuur wordt hem fataal. Na twee weken coma, overlijdt hij op 3 mei 1991.

Nog diezelfde avond doet Bosscher een zelfmoordpoging.

De wanhopige vrouw neemt dertig slaaptabletten in, die ze had opgespaard sinds de dood van Patrick. Haar zus treft haar de volgende dag aan. Ze weet van haar voornemen te willen sterven en besluit de hulpdiensten niet in te schakelen. Maar de poging mislukt. Anderhalve dag later komt Bosscher weer bij.

Van haar huisarts krijgt ze daarop antidepressiva, waar ze geen enkele pil van inneemt. Ook dit medicijn spaart ze op. Bosscher heeft haar zinnen gezet op de dood, om weer bij ‘haar jongens’ te zijn. ‘Ik kruip door de uren’, schrijft ze in een brief aan Chabot. ‘Met de jongens was er steeds een doel, nu heb ik niets meer.’

Artsen schrijven rouwtherapie voor, maar dat wil en kan Bosscher niet meer opbrengen. Nog een mislukte zelfdoding en ze wordt gedwongen opgenomen, denkt ze. Een situatie waarin ze omstanders opzadelt met haar dood, door voor een trein te springen of zich op te hangen, lijkt haar afschuwelijk.

Eerste doodswens in zijn loopbaan

Via de Nederlandse Vereniging voor Euthanasie (NVVE) komt de gebroken, maar standvastige vrouw in juli 1991 uit bij Boudewijn Chabot, toen nog psychiater in het Zeeuws-Vlaamse Retrangement. Chabot meldt zich even daarvoor, als één van de eerste psychiaters in Nederland, bij de NVVE aan voor doorverwijzing van psychiatrische patiënten met een doodswens. Het verzoek van de vrouw uit Ruinen is het eerste dergelijke verzoek dat hij in zijn loopbaan krijgt.

Chabot nodigt haar bij hem thuis in Vlaanderen uit. In het eerste gesprek maakt Bosscher meteen duidelijk waar ze op uit is. „Een van haar eerste vragen was of ik haar dodelijke middelen kon verstrekken”, zegt Chabot. Maar de psychiater wil eerst vertrouwen winnen, haar beter leren kennen, kijken wat er eventueel nog mogelijk is.

In totaal voert hij bijna 24 uur aan gesprekken. Bosscher vertelt hem over de angst om alleen te zijn en dat ze zich tegelijk ook aan niemand meer kan binden, uit angst deze persoon ook te verliezen. „Ik ben gelukkig geweest, heb alles gehad waar ik nu niet meer zonder kan”, vertelt ze Chabot. We spreken de psychiater dertig jaar later in zijn werkkamer in Haarlem.

U stelde geen psychische stoornis vast bij Hilly Bosscher. Wat stelde u wel vast?

„De liefde die ze kreeg van haar kinderen, was onvoorwaardelijk. Ze besteedde elke minuut van de dag aan de vreugde van haar zoons. Bij zowel haar ouders als haar man was er constant sprake van druk. De band met Patrick en Rodney was daardoor buitengewoon intiem. Ik stelde vast dat haar keuze om dood te willen weloverwogen en duurzaam was, geen opvlieging of impulsieve actie.’’

„Er was geen sprake van een psychose of andere stoornissen. Ze was een voorbeeld van existentieel lijden. Hilly leed aan haar bestaan. Dat is geen ziekte, laat staan dat het geneesbaar is. Ze kon duidelijk maken dat er voor haar geen andere uitweg meer was dan de dood. Haar zoons waren de twee benen van haar leven en die waren geamputeerd.”

Hebt u geprobeerd haar op andere gedachten te brengen?

„Natuurlijk. Ik hield haar voor dat er mensen uit de concentratiekampen van nazi-Duitsland waren gekomen die alles waren verloren, ook kinderen. Sommigen wilden dood, maar anderen kozen ervoor zich te herpakken en een bijdrage te leveren aan de samenleving, met hun ervaring. Als zij dat kunnen, kun jij dat ook, zei ik haar. Maar rouwtherapie had voor haar geen zin. Het is hard werken om door die levenspijn en kluwen van gevoelens heen te komen. Dat kon ze niet meer. En dat was ook niet te forceren, door haar gedwongen op te nemen.”

U legde haar dossier voor aan vakgenoten. Het werd ‘gelijkspel’. Sommigen vonden rouwtherapie wel nuttig, anderen niet. Waarom besloot u haar te helpen?

„Ik zou het laf van mezelf hebben gevonden om mijn handen van haar af te trekken. Ik begreep dat ze niet meer wilde worstelen, tegen de zwarte achtergrond van haar jeugd en latere leven. Ik was niet principieel tegen zelfdoding en de kans was groot dat ze het stiekem alleen zou doen als ik haar niet zou helpen. Ik wilde haar niet terug het bos insturen en was bereid de consequenties te aanvaarden van het feit dat ik haar een dodelijk middel ging geven.”

Hoe heeft u die dag ervaren dat u haar het middel gaf?

„Ik was overrompeld door hoe blij ze was. Het tegenovergestelde van doodsangst. De zon scheen en het huis stond vol bloemen. Toen ik haar het middel gaf heb ik gezegd dat ik hoopte dat ze het door de wc zou spoelen, maar die kans was natuurlijk nihil. Ik was met Hilly door het dal gegaan, had gefaald als hulpverlener door haar niet naar het leven te kunnen trekken. En als je je nederlaag toegeeft, moet je ook niet zeuren, dacht ik.”

Was u er toen al van doordrongen dat u zou worden vervolgd?

„Ik maakte mijn borst nat. Kom maar op, dacht ik. Want ik heb mijn werk zorgvuldig gedaan. Het stemmen staakte toen ik andere psychiaters raadpleegde, dus ik moest zelf de knoop doorhakken. Als het voor de rechter moest komen, moest die maar oordelen of ik schuldig was. Toen de zaak in de media kwam, verweten mensen mij dat ik voor God speelde. Dat vind ik niet; Hilly speelde voor God, ik was slechts handlanger. Dat maakt me medeplichtig, zeker. Maar geen dader.”

In de rechtbank van Assen hoorde u in 1993 de officier van justitie één jaar voorwaardelijke celstraf eisen.

„Ik wist niet wat ik hoorde. Toen alles achter de rug was, hoorde ik van mijn advocaat Eugene Sutorius, dat toenmalig minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin mordicus tegen hulp bij zelfdoding was en er bij het OM op aan had gedrongen een zware straf te eisen. Ik vond het buiten proportie, maar de uitspraak van de rechter voelde als een triomf: ontslag van rechtsvervolging.”

Na hoger beroep en cassatie bij de Hoge Raad wordt Chabot in 1994 schuldig bevonden, maar krijgt hij geen straf. Een symbolische uitspraak waar hij mee kan leven, zegt hij. Sterker, de zaak brengt zijn leven op een ander spoor. „Plotseling zag ik hoe groot de hang naar informatie was op het gebied van zelfdoding. Zelf wist ik toen immers ook niet hoe Hilly aan dodelijke middelen had moeten komen. Nu weet ik dat wel, na jaren onderzoek.”

Inmiddels zijn er manieren om in eigen regie op meer humane wijze te sterven, in het bijzijn van naasten, zegt Chabot. „Het hoeft niet meer op een kille, eenzame manier.” Hij schrijft er het boek Uitweg over, waarin hij de methodes uitlegt. Ook wijdt hij er verschillende documentaires aan, waarin hij mensen interviewt tijdens het proces van zelfeuthanasie.

De zoektocht heeft hem anders doen denken over zelfdoding. „Als iemand met dezelfde wens als mevrouw Bosscher nu bij mij zou komen, zou ik haar vertellen dat ze de uitvoering zelf moet gaan doen. Uiteraard zou ik haar naar therapieën proberen te bewegen, maar ik zal niet meer toezeggen dat ik help sterven. Mensen moeten en kunnen dit nu zelf doen.”

Volgens Chabot moet euthanasie van psychiatrische en dementerende patiënten juist niet meer door specialisten of huisartsen worden uitgevoerd. „Ik word erg onrustig van de sprong die hulp bij zelfdoding heeft gemaakt bij deze groep patiënten. In de beginjaren van de euthanasiewet waren dat er één, misschien twee per jaar. Inmiddels zijn dat er 170. We moeten meer inzetten op het goed behandelen van mensen. Maar wat zien we: de zorg voor dementerende ouderen holt achteruit en de zorg voor chronisch psychiatrische patiënten gaat extreem beroerd.”

Waken voor de dood als oplossing

Experts zijn er om te adviseren over behandelmogelijkheden, niet om mensen te helpen sterven, meent Chabot. „Ik heb er niets op tegen dat specialisten na een langdurige relatie met een patiënt medewerking verlenen aan zelfdoding. Maar we moeten waken voor het feit dat we zo slecht met onze mensen omgaan, dat de dood een goede oplossing lijkt te worden. Als een demente oudere wekelijks onder de poep of pies zit, moet je bij die zorginstelling zijn. Niet denken: was oma of opa maar dood.”

Toch ziet Chabot dat in Nederland de drempel wordt verlaagd voor euthanasie voor mensen met dementie. Hij is verbaasd over de vrijspraak in de euthanasiezaak die vorig jaar bij de Hoge Raad kwam, waarbij een huisarts in 2016 een patiënt niet meldde dat ze overging tot euthanasie, maar een slaapmiddel in haar koffie deed. „Daar ben ik het absoluut mee oneens. Telt wat die oudere op dat moment voelde niet, maar de wilsverklaring van jaren terug wel? Een mens verliest volgens internationale verdragen nooit het recht op informatie. Ik ben heel bezorgd over die uitspraak.”

Daarom blijft Chabot hameren op de zelfeuthanasie. „Iemand moet zolang hij nog wilsbekwaam is zelf inspanning doen voor de dood. Als iemand wegglijdt in een dementie, moet diegene goed verzorgd verder leven. Als je in het geval van dementie die laatste kruimels van het leven niet wilt, moet je eerder handelen.”

Hilly Bosscher handelde zelf, maar kreeg hulp van een handlanger. Daarmee heeft ze gekregen waar ze naar verlangde: te midden van Patrick en Rodney ligt ze begraven in Ruinen. ‘Het leven scheidde hen veel te vroeg van elkaar’, staat op de grafsteen. ‘Mogelijk zijn ze in de dood herenigd.’

Bron: DvhN. Geplaatst 27-9-2021