Terug
In memoriam

Het laatste interview met John Franke (58), vlak voor zijn laatste verjaardag. ‘Voordat ik dood ben, rijdt er een longkankerbus op de weg’

John Franke was een man van twee keer in de handen spugen en de dingen regelen. Toen hij in 2020 hoorde dat hij longkanker had, klom hij op de barricaden om het belang van bevolkingsonderzoek duidelijk te maken

‘Voordat ik dood ben, rijdt er een longkankerbus op de weg.’ Hij overleed vorige week zaterdag. DVHN sprak met hem, vlak voor zijn laatste verjaardag.

,,Guus, griep hom!’’ Dat liet de Jack Russel zich geen twee keer zeggen. Het beestje sprintte naar het tuinhek en gromde wat. Zijn baasje grijnsde en stak zijn hand uit over het hek. ,,Hou ist, kerel? Mit mie is ‘t goud.’’ Voor iemand die de komende uren over zijn naderende dood zou praten, was John Franke in opperbeste stemming.

Grotendeels was dat zijn houding. Niet te veel klagen, niet te veel zeuren. Het was ook de manier waarop hij in zijn laatste jaren naar zijn leven keek. Die longkanker was kloten, maar zou nooit alles mogen vergallen. ,,Humor doodt de tumor’’, hield hij tot het laatst toe vol.

Het was een dinsdagmiddag, de laatste dag van januari. Koud buiten, maar de zon scheen. Franke zou die komende zaterdag, op Wereldkankerdag, nog 58 jaar worden. Het was zo’n rare toevalligheid. Hij had ooit, twintig jaar terug, na de uitvaart van de moeder van een vriend gezegd dat ook hij ‘niet ouder dan 58’ zou worden. Geen idee waarom. Maar: ,,Toch nog gehaald.’’ En gevierd met zijn familie.

Met de bek vooraan en voor de duvel niet bang

Hij was de oudste van drie zonen in een gezin waar alles kon en alles mocht. Pa had een eigen meubelzaak en ook John zou geen dag in zijn leven voor een baas werken. Hij was een ondernemer. Maakte vijftien jaar geleden naam als de man die (voor de laatste maal) in zijn eigen dorp nieuw leven in de Prins Bernardhoeve blies. Met muziekevenementen en zandsculpturen. Tot een aardbeving voor een onoverkomelijke schadepost zorgde. De afhandeling van die kwestie was zo’n beetje het enige dat hem het tot einde toe dwars zat. Hij was raadslid namens Leefbaar Tynaarlo. Stond altijd klaar om anderen te helpen. Twee keer in de handen spugen en regelen die handel, dat werk. Met de bek vooraan en voor de duvel niet bang.

In de laatste jaren van zijn leven werd John Franke bekend als terminale patiënt uit Zuidlaren, die zich hard maakte voor bevolkingsonderzoek naar longkanker. Landelijke kranten schreven zijn verhaal op.

Hij baalde van die verloren maanden

Hij had in maart 2020 te horen gekregen dat hij een tumor had in zijn rechterlong. En uitzaaiingen naar de lymfeklieren. Al in oktober 2019 was hij naar zijn huisarts gestapt, omdat het sporten zo moeizaam ging. Eerst maar wat overtollige kilo’s eraf, luidde het advies toen. Omdat hij klachten bleef houden, stapte Franke – hij had een aangeboren hartafwijking – een privékliniek binnen voor een inspanningstest, longfunctietest en foto’s. Die waren overduidelijk.

Franke nam niemand wat kwalijk, maar baalde verschrikkelijk van die verloren maanden, tussen oktober en maart. Toen een vrouw met borstkanker hem in het ziekenhuis vertelde dat ze haar diagnose had gekregen na regulier bevolkingsonderzoek, ging hij zitten denken. En googelen. Waarom bestond er eigenlijk niet zoiets als een bevolkingsonderzoek naar longkanker?

Hij deed waar hij goed in was. Zorgen voor reuring. Hij ging vloggen onder de naam Kankerop, spoorde landelijke politici aan en maakte met Longkanker Nederland en een aantal medisch deskundigen een podcast over de voor- en nadelen van preventief bevolkingsonderzoek.

‘Mede dankzij jou’, screening op longkanker

,,Ik heb toen gezegd: voordat ik dood ben, rijdt er een longkankerbus op de weg’’, vertelde hij die dinsdag, thuis op de bank in Zuidlaren. Aan het einde van de middag zou EenVandaag nog langskomen om te praten over de start van een studie in het Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam, naar de mogelijkheden van een groot bevolkingsonderzoek. Duizenden zware rokers werden die week voor het eerst gescreend op longkanker. Longarts en anti-tabaksactivist Wanda de Kanter had hem die ochtend een foto van de voorpagina van Het Parool gestuurd. Met het nieuws over duizenden mensen die een scan wilden. ‘Mede dankzij jou’, had ze erbij gezet.

Franke zei dat hij trots was dat hij had kunnen bijdragen aan de bewustwording.

Hij was geen anti-rooklobbyist geworden. ,,Dat zou met mijn verleden echt hypocriet zijn geweest.’’ Maar hij was vol overtuiging op de barricaden gaan staan om te pleiten en geld in te zamelen voor een ‘longkankerbus’ om door het hele land eenvoudig te kunnen screenen.

‘Daar kan ik dus heel slecht tegen’

,,Ik kwam erachter waarom zoiets er nog niet is. En dat heeft gewoon te maken met geld. En daar kan ik dus heel slecht tegen. Als ik in 2018 door de scan was getrokken, was ik nog niet doodgegaan. Misschien was ik nog wel 85 geworden. En misschien ook maar 58. Maar de kans om ouder te worden, was aanzienlijk groter geweest.’’

In zijn jonge jaren schaatste en fietste Franke op topniveau. Tot zijn 30ste. Hij hield er een ijzersterk lijf aan over. In 2022 maakte hij met zijn vader, 80-plus, nog een fietstocht van 1000 kilometer, over de Pyreneeën, naar Santiago de Compostella. Hij duwde zijn pa de bergen over. Onvoorstelbaar wat zijn lichaam nog had gekund, zo kort geleden, vertelde zijn vrouw Lydia.

John hoestte en proestte wat. Meer dan anderhalve liter vocht hadden ze een dag eerder achter zijn longen weggehaald. Hij liet de foto’s zien. ,,Ik kon nog geen 10 meter lopen, kerel. Ik dacht echt dat het al over was.’’

‘Tegen kanker is niet te vechten’

Zijn sterke lijf had er misschien wel voor gezorgd dat hij het na de diagnose toch wat langer in redelijke gezondheid had volgehouden. Maar: ,,Niet in de zin van dat ik strijd heb geleverd. Tegen kanker is niet te vechten. Je kunt het maar beter accepteren en er mee dealen. Een dokter zegt niet voor niets dat je ongeneeslijk ziek bent.’’

Op 20 januari 2023 kreeg John Franke in het ziekenhuis te horen dat zijn laatste levensfase was ingegaan. Zoals hijzelf zei: ,,Ik ben de weg linksaf ingegaan.’’ Met aan het einde die onvermijdelijke dood. ,,En het is verdomme een snelweg.’’ Begin januari had Franke afscheid genomen van een van zijn beste vrienden. Ook kanker. Even oud. ,,De laatste keer dat-ie bij me was, zei hij: ik sta straks boven met een racefiets op je te wachten. Op zijn uitvaart ging het met mij nog goed.’’

Hij vond het ‘jammer’, doodgaan. ,,Gewoon jammer. Niet dramatisch, niet verschrikkelijk. Ik vind het voor mezelf jammer dat ik doodga, want het leven is veel te mooi. In deze fase moet je zien dat je met je omgeving nog een beetje de tijd doorkomt met een lach en een traan. En dan… Ja. Geen idee waar ik terecht kom.’’

‘Ee’m bij Petrus langs, denk ik’

Of hij gelovig was, leek een voor de hand liggende vervolgvraag. ,,Ik geloof niet dat iemand zomaar weg is. Ik ben niet gelovig, maar wel katholiek gedoopt.’’ Hij grijnsde en nam een hap van zijn cake. Met volle mond: ,,Dus ik moet wel eerst ee’m bij Petrus langs, denk ik.’’

Zijn energie kon niet zomaar verdwijnen, dacht hij. Misschien dat die de lampen thuis (of in de raadszaal in Vries) nog eens kon laten flikkeren.

Hij vergeleek zijn laatste levensfase met ‘op vakantie gaan’. ,,Dat is echt zo. Heb ik m’n paspoort wel? Heb ik dit geregeld? O, shit, dat moet nog even. Maar als je op Schiphol staat, heb je meer stress dan ik, denk ik. Ik ben altijd heel gestructureerd geweest, ik heb alles wel op een rijtje. Een Word-documentje voor de familie. Van alles staat daar in. De kleinste en grootste dingen. En verder kan ik er niet zoveel meer aan doen.’’

Nee. Wacht. Een ding vond hij verschrikkelijk. Dat hij zijn kleindochter van 2 niet meer zou zien opgroeien. Tranen met tuiten, alleen al wanneer hij haar naam hoorde. Maar de paniek van dat eerste jaar, weten dat-ie ongeneeslijk ziek was, was al lang verdwenen.

‘Het simpele feit is dat het leven voorbij is’

Hij had geen dingen meer te doen. ,,Mijn hele leven was een bucketlist, man. Ik had graag nog gezien dat mijn jongste het huis uit zou gaan. De volgende levensfase met Lydia moet ik missen… Weet je, als iemand doodgaat is dat kut. En vooral mensen die overblijven hebben daar last van. Maar over vijf jaar heeft iedereen gewoon weer zijn leven. En sta ik in een potje met een foto op de schoorsteenmantel. Zo moet het ook. Dus ik zeg af en toe: jongens, nog even een paar schoorsteenmantelfoto’s maken.’’

EenVandaag stond klaar om hem te interviewen. John stak zijn hand uit. ,,Gain treurige ding’n meer zegg’n, mienjong.’’

Dat deed hij zelf ook niet. In de laatste vlog die hij deelde met de wereld zei hij: ,,Het simpele feit is dat het leven voorbij is.’’ Zijn longen waren volgelopen, de drain was verstopt. Hij zwaaide in de camera die zijn jongste dochter voor hem vasthield. Een dag later, op zaterdag 4 maart, een maand na zijn 58ste verjaardag, ging John Franke, op een zelfgekozen tijdstip, ‘op reis’.

Bron: DvhN. Geplaatst 1-4-2023. Foto: Marcel Jurian de Jong