Terug
Rouw

Herinneringen en stil verdriet.

Het staat er echt; jouw naam in een zwart kader. Ik kijk nog een keer en nog een keer, ik sla de pagina van de krant om en toch weer terug. De vetgedrukte zwarte letters vertellen me zonder enige twijfel dat je er niet meer bent.

‘Wij hebben onverwachts afscheid moeten nemen van onze allerliefste’. En daaronder staat jouw naam. Ik lees je voornaam die ik zo vaak liefdevol heb uitgesproken, ik lees de achternaam die ik zo graag had willen dragen. De naam die ik vervloekt heb en zwoer nooit meer te zullen uitspreken. De naam die toebehoorde aan de man die ik zo heb liefgehad en toch zo snel mogelijk weer wilde vergeten. ‘In the end, everything will be okay’ staat er in cursief gedrukte letters onderaan de advertentie. Er gaat een siddering door mijn lijf.

Onder de tekst valt mijn oog op haar naam en ik glimlach. Gelukkig zijn jullie toch bij elkaar gebleven. Je kinderen hebben allebei een partner zie ik. En je was ook al opa… Het doet me goed te lezen dat je leven is doorgegaan. In de advertentie noemen ze je hun ‘allerliefste’. Dat is goed. Dat was je ook. Ooit was je mijn allerliefste, maar dat dat wisten alleen jij en ik. Gevochten hebben we, gevochten tegen de gevoelens die we voor elkaar hadden. Toen ik hoorde dat je getrouwd was, nam ik afstand. Ik zou niet de vrouw worden die een gezin zou ontwrichten. Ik zou niet toegeven aan het cliché van een affaire op het werk. Bijna een jaar hebben we dat volgehouden. En steeds als ik je zag lopen, keek ik een andere kant op.  Ik lunchte niet meer in het bedrijfsrestaurant en parkeerde mijn auto niet meer in dezelfde garage. Met pijn in mijn hart stortte ik me op het uitgaansleven, ging dineren met leuke mannen en liet me koppelen door familie en vrienden. Maar niemand slaagde er in jouw plek in mijn hart in te nemen.

Toen het jou ter ore kwam dat ik een aanrijding had gehad, stond je ineens op de stoep. Ik opende de deur en we wisten allebei dat er nu geen weg meer terug was. We gaven ons over aan dat wat we dachten dat echte liefde en voorbestemd was. We maakten, tegen beter weten in, plannen voor de toekomst en leefden in een droom. Gek genoeg bestond jouw leven aan de andere kant van de stad niet. Ik wilde er niet over nadenken en jij bracht het niet ter sprake. Ergens ver weg in mijn hart fluisterde een stemmetje: er komt een moment… Maar onze liefde overstemde dat met gemak.

Toen ik thuis kwam zag ik je briefje in de brievenbus. ‘Het lukt niet vanavond; ik bel je’. Instinctief wist ik dat dit het moment was. Tegen middernacht ging de telefoon. Nog voor ik mijn naam kon zeggen, hoorde ik je stem: ‘ik heb het verteld’. In de weken daarna werd je heen en weer geslingerd tussen haar en mij. Jij kon niet kiezen; ik wilde niet meer delen. Uiteindelijk heb ik gedaan wat voor jou het beste was. Ik vroeg je mij met rust te laten. De volgende dag plantte ik een kaartje achter je ruitenwisser met de tekst:  ‘In the end, everything will be okay’.  Ik moest verder met mijn leven en kon dat niet meer met jou. Ik wenste je oprecht het allerbeste en pakte beetje bij beetje de draad weer op. Toen ik kort daarna ergens anders een baan accepteerde, sloot ik definitief ons boek. Twee jaar later vond ik opnieuw geluk en werd het plaatje van jou en mij vager en vager.

En nu, nu staat jouw naam daar zwart omrand, glashelder. De tinteling die door mijn lijf gaat bewijst dat ergens diep in mij nog een stuk gevoel voor jou is achtergebleven. Dat is niet erg, ook al had onze liefde geen toekomst en mocht het er niet zijn, het was wel liefde en liefde is goed. 

Cick Geers