Terug
In memoriam

Gerrit Jacobs. Op een gegeven moment vloog de Sabre tussen de bomen door

Vorige week zondag overleed op 89-jarige leeftijd, na een kort ziekbed, oud-Luchtmacht vlieger Gerrit Jacobs.

Voor velen was Jacobs geen onbekende. Na zijn carrière bij de Luchtmacht werd hij lid van de Motor Vlieg Vereniging Hoogeveen en leidde hij, veelal opererend vanaf vliegveld Hoogeveen, als instructeur in dienst van vliegbedrijf Avia Noord talrijke vliegers op. Ook was hij politiek actief en hield in 2008 in de Hoogeveense Gemeenteraad een vurig pleidooi voor behoud van het vliegveld. Wie met majoor-vlieger b.d. Gerrit Jacobs een duik nam in het verleden, vroeg zich na enige tijd verbaasd af hoe het mogelijk is dat een mens in één leven zoveel kan meemaken. In sneltreinvaart kwam het ene na het andere bijzondere verhaal uit de mond.

Jacobs meest bijzondere belevenis speelde zich in 1960 af op de Vliegbasis Twenthe waar hij als vlieger op de F-86K Sabre nachtjager een avontuur beleefde dat indertijd de voorpagina’s van de landelijke kranten haalde. Gerrit Jacobs: ,,Het was donderdagavond 12 mei 1960 toen de nachtjagers van de vliegbasis Twenthe massaal opstegen in het kader van een nachtvliegoefening. Maar, zoals zo vaak in Nederland het geval is, gooide het weer roet in het eten. Na een overigens mooie voorjaarsdag kwamen er aan het eind van de dag zware onweersbuien opzetten. Tijdens de start vanaf de basis Twenthe waren de weersomstandigheden nog redelijk, maar na enige tijd zag ik, vliegend op 10 kilometer hoogte, steeds meer bliksemflitsen om mij heen. Dat beloofde niet veel goeds. Onder het motto ‘veiligheid voor alles’ vloog ik terug naar de thuisbasis waar ik aan de verkeersleiding toestemming vroeg om direct te mogen te landen.

Geen sprake van’ was het antwoord. ‘Alle vliegtuigen zijn opgeroepen om direct terug te keren naar de basis. Jij beschikt nog over de meeste brandstof en mag daarom pas als laatste landen.’ Toen ik eindelijk aan de beurt was –het liep tegen tienen- was het onweer op z’n hevigst. Het bliksemde aan een stuk door, er waren zware windstoten en de regen viel met bakken uit de lucht. Het was pikkedonker buiten en ik moest helemaal vertrouwen op de aanwijzingen van de radaroperator op de grond. Eindelijk kwam ik onder de laaghangende wolken vandaan en zag door de natte voorruit van mijn hevig schuddende Sabre twee rijen landingslichten als lichtstrepen heen en weer schieten. Het ging buiten vreselijk tekeer en het vliegtuig schudde zo, dat ik de instrumenten op het paneel voor me niet meer kon aflezen. Opeens zag ik de landingslichten niet meer! De reden was verontrustend: ik vloog zo laag dat de lichten door bomen en struiken aan het zicht werden onttrokken. Op een gegeven moment zag ik enkele boomstammen aan mij voorbij flitsen. De Sabre vloog op nog geen drie meter boven de grond. ‘Gerrit, nu is het met je afgelopen’, dacht ik terwijl ik, in een laatste wanhoopspoging een crash met de grond te vermijden, met een enorme ruk aan de stuurknuppel trok en de nabrander in werking stelde.”

Naast het raam

De bomen die Gerrit Jacobs naast zijn cockpit voorbij zag flitsen stonden voor de deur van de boerderij van de familie Wagelaar. Boer Wagelaar zat op de avond van die bewuste twaalfde mei 1960 na een dag van hard werken rustig zijn krantje te lezen toen hij tijdens een enorme onweersbui voorbij het raam van het woongedeelte van zijn boerderij opeens een straaljager voorbij zag vliegen. Wonend in het verlengde van de start- en landingsbaan van de vliegbasis Twenthe was Wagelaar wel wat gewend –soms raasden de Sabres van de Luchtmacht zo laag over zijn boerderij dat de koffiekopjes stonden te rammelen op de keukentafel-, maar dat er een straaljager nààst zijn raam vloog had hij nog niet eerder meegemaakt.

Het was op hetzelfde moment overigens afgelopen met het lezen van de krant, want de bovengrondse elektriciteitsdraad die voor stroom zorgde in de boerderij werd door de wielen van de laagvliegende Sabre met veel vuurwerk finaal doormidden gevlogen. Gerrit Jacobs had die avond een engel op zijn schouder. Nadat hij aan de radaroperator had gemeld dat hij tussen wat bomen was doorgevlogen en graag een tweede landingspoging wilde wagen, werd het even stil in de ether. Daarna volgden de benodigde landingsinstructies en zette Jacobs, vechtend tegen de desoriëntatie, de landing in. Uiteindelijk wist hij zijn Sabre met minimale schade aan de grond te zetten.

Contact

Daags na het voorval zocht Jacobs de landbouwer op door wiens bomen hij was gevlogen. Het gezin Wagelaar bleek te bestaan uit een vader, een ernstig zieke moeder en vier kinderen. Jacobs hoorde toen zelf ook wat voor een enorm kabaal de startende en landende vliegtuigen en het proefdraaien van de motoren veroorzaakten. Eenmaal terug op de basis kreeg hij het voor elkaar dat vanwege de ernstig zieke boerin het proefdraaien van de straalmotoren en het vliegen voorlopig zoveel mogelijk beperkt zou worden. Kort daarna overleed moeder Wagelaar.

Er werd toen besloten de familie, die zelfs in nare omstandigheden nooit over geluidsoverlast had geklaagd, een cadeau aan te bieden. Via een veekoopman in Lonneker werd een stamboekkalf gekocht dat door een delegatie van de luchtmacht en in bijzijn van de voltallige vaderlandse pers aan boer Wagelaar werd aangeboden. Het contact tussen Gerrit Jacobs en de familie Wagelaar is gebleven. Zeker eenmaal per jaar kwam de Luchtmachtvlieger nog een kijkje nemen op de boerderij en vergat nooit tijdens zijn vakantie een kaartje te sturen. Ook nadat boer Wagelaar zelf was overleden bleven de contacten bestaan. Gerrit Jacobs: ‘De contacten tussen de familie Wagelaar en mij zijn pas gestopt toen ook de laatste van de vier kinderen van boer Wagelaar overleed.’

bron: Hoogeveensche Courant. Geplaatst 20-6-2022.