Terug
In memoriam

Folkert Zijnstra (17), de jongen die niet meer terugkeerde op het dorpsfeest van Weiteveen.

Weiteveen, het begin van de nacht van zaterdag 15 op zondag 16 juli 2000. Folkert Zijnstra (17) uit Zwartemeer staat bij de pinautomaat. Het is feest in het dorp. Folkert wil nog graag even blijven, maar zijn geld is op. 

Tot zijn teleurstelling ziet hij dat de pinautomaat van Weiteveen het niet doet. Wat nu? Geld lenen van een van zijn vrienden of pinnen in het dorp verderop? Even met de brommer op en neer naar Nieuw-Schoonebeek, dat is de moeite niet. Hij stapt op zijn Honda MTX en rijdt in zijn eentje het donkere Weiteveen uit.

Niemand ziet dat de tiener net buiten de bebouwde kom op de Kerkenweg een ernstig ongeluk krijgt. Folkert raakt de macht over het stuur kwijt, botst tegen een boom en belandt in een sloot.

Pas in de loop van de ochtend wordt de jonge Zwartemeerder gevonden. ,,Ongetwijfeld zijn er na het ongeluk meerdere personenauto’s langs die plek gereden. Maar vanuit die auto’s kon je niet zien dat Folkert en zijn bromfiets daar lagen’’, zegt vader Sierd Zijnstra. Een chauffeur van een lijnbus viel wel op dat er ‘iets’ naast de weg lag. Hij stopte en zag het levenloze lichaam van Folkert. Het slachtoffer lag schuin onder zijn bromfiets in het water.

Een houten kruis, met daarop zijn voornaam en zijn geboorte- en sterfdatum

Wie nu gaat kijken op de plek waar de tiener verongelukte, stuit op een houten kruis. Met daarop zijn voornaam en zijn geboorte- en sterfdatum. Vader Sierd maakte het met een van de vrienden van zijn zoon en zette het er enkele weken na het ongeluk neer. ,,Ter nagedachtenis aan Folkert, maar ook voor zijn vrienden in Weiteveen. Zodat zij dicht bij huis een plek hadden om Folkert te herdenken.’’

De familie Zijnstra bij het kruis ter nagedachtenis aan Folkert Zijnstra, die in 2000 aan de Kerkenweg in Weiteveen om het leven kwam. Staand, van links naar rechts moeder Maaike, Vader Sierd, zus Fia. Op voorgrond zus Annemarie. Foto: Boudewijn Benting

Folkert was de oudste van de drie kinderen in het gezin Zijnstra. Hij werd op 4 juni 1983 geboren in Zwartemeer. Zijn vader Sierd was daar onderwijzer op de protestants-christelijke basisschool De Praom, zijn moeder Maaike werkte er als postbode. Voordat het stel in 1981 naar het Drentse grensdorp kwam, woonde het in Rotterdam en daarvoor in Drachten. In Zwartemeer kreeg Folkert twee zusjes, Fia (1984) en Annemarie (1987).

Folkert was een ondernemend en sociaal jongetje, dat graag buiten was. Hij ging naar de school van zijn vader. In groep 6 bleef hij zitten. ,,Hij was geen jongen die heel goed kon leren, hij deed veel liever dingen met zijn handen. Het leren werd nog bemoeilijkt doordat hij dyslexie had. Uiteindelijk rondde hij de basisschool toch gewoon binnen zes jaar af. In groep 7 ging het zo goed, dat hij de lesstof van groep 8 erbij pakte.’’

‘Hij wilde niet heel lang naar school. Werken en zelf geld verdienen, dat trok hem meer’

Folkert belandde op het Esdal College in Klazienaveen, waar hij een opleiding voor timmerman ging volgen. ,,Wat hij wilde worden, dat wist hij niet’’, zegt moeder Maaike. ,,Hij wilde in ieder geval niet heel lang naar school. Werken en zelf geld verdienen, dat trok hem meer.’’

Op de middelbare school had hij het aanvankelijk niet zo naar zijn zin. Dat had niet met de lesstof te maken, maar met het feit dat hij werd gepest. ,,Het ging zelfs zo ver dat ze hem onderweg van de fiets aftrapten. Dat pesten, dat gebeurde maar door een klein groepje. Maar uiteraard had het wel impact op Folkert. Hij snapte ook niet waarom het gebeurde. Gelukkig vond hij op een dag op school aansluiting bij een groep jongens uit Weiteveen met wie het heel goed klikte. Vanaf toen was het pesten voorbij.’’

Folkert op een avondje vol vertier in Weiteveen. Foto: Collectie familie Zijnstra

Het duurde maar even of de van huis uit gereformeerde Folkert was in Weiteveen met zijn nieuwe vrienden druk in de weer met de voorbereidingen van het carnaval. Moeder Maaike pakt een zwarte pet. ,,Kijk, deze pet had hij toen op. Dörzetters’98 staat erop. Dat is de naam van de groep waarmee hij een carnavalswagen maakte.’’

Niet zelden sliep hij ‘s weekends bij vrienden in Weiteveen

In Weiteveen zat hij ook geregeld bij kameraden die een geheime zender hadden en bezocht hij de plaatselijke discotheek Anjo Bar. ,,Daarnaast had Folkert een grote vriendengroep op de camping in Lattrop’’, zeggen de zussen Fia en Annemarie. ,,Daar gingen we met het gezin heel vaak naar toe en hebben mijn ouders nog steeds een staanplaats.’’ Vader Sierd: ,,Bij de begrafenis van Folkert waren er heel veel mensen van de camping. Ze kwamen echt uit het hele land.’’


Folkert Zijnstra (derde van links) tussen zijn carnavalsvrienden in Weiteveen. Foto: Collectie familie Zijnstra

Na de middelbare school ging Folkert aan het werk bij de firma Leggedoor in Stadskanaal. Geen timmerfabriek, maar specialisten in betononderhoud. Vaak waren er meerdaagse klussen over ver. ,,Hij sliep dan met collega’s in een pension. Hij had er geen problemen mee. Bovendien, het betaalde goed.’’

Het leven in de weekenden veranderde er niet door. Hij bleef naar Weiteveen gaan, maar in het vervolg gebeurde dat niet meer op de fiets maar op de brommer. Niet zelden sliep hij in de nacht van zaterdag op zondag bij vrienden en kwam dan zondag weer naar huis. Ook op zaterdag 15 juli 2000 ging Folkert met de brommer naar Weiteveen. Hij had er zin in. Eerst ging hij naar een moeder van een vriend, die haar verjaardag vierde. En daarna naar het dorpsfeest in de feesttent van Weiteveen. Je kunt beroerdere weekenden hebben na een week hard werken.

Naar Nieuw-Schoonebeek, drie kilometer heen en drie kilometer terug

De Honda MTX liep minder hard dan in de weken ervoor. De politie had Folkert erop betrapt dat hij op een opgevoerde bromfiets reed. Samen met zijn vader had hij het voertuig in oorspronkelijke staat teruggebracht, zodat de maximumsnelheid weer 40 kilometer per uur bedroeg. Het was gezellig op de verjaardag van de moeder van een van zijn vrienden en daarna wachtte ook nog vertier in een grote feesttent in het dorp. Maar ja, je moet wel geld hebben om daar wat te kunnen kopen. Hij stapte op de bromfiets om in Nieuw-Schoonebeek te gaan pinnen. Drie kilometer heen, drie kilometer terug. Het was tussen twaalf en één uur ‘s nachts. Hij zou er zo weer zijn.

Het artikel dat na het ongeluk van Folkert in het Nieuwsblad van het Noorden verscheen. Foto: DvhN

Maar Folkert keerde niet terug op het feest. Pas de volgende dag, tussen 10 en 11 uur ‘s ochtends, bleek waar hij was. In een sloot naast de Kerkenweg, net buiten de bebouwde kom van Weiteveen. Niet meer in leven. Op de ochtend waarop Folkert werd gevonden, waren zijn ouders en zijn jongste zus Annemarie in opperbeste stemming naar Heerenveen gegaan.

Simmer 2000 was gaande, een evenement waarbij Friezen die buiten Friesland woonden waren uitgenodigd om naar it heitelân (het vaderland) terug te keren voor een reünie. Sierd en Maaike Zijnstra gingen naar het voetbalstadion van SC Heerenveen, waar tal van activiteiten werden gehouden. Daarna zouden ze doorrijden voor familiebezoek. Dat Folkert nog niet thuis was, daar was niets raars aan. Hij besloot na een feestje wel vaker om in Weiteveen te blijven slapen.

Opeens ging de bel. Een politieman voor de deur

Zus Fia ging niet mee naar Friesland, ze wilde op zondagochtend graag uitslapen. ,,Opeens ging de bel. Een politieman voor de deur. Hij vroeg of mijn ouders er ook waren. Toen ik duidelijk maakte dat zij er niet waren, vertelde hij mij wat er was gebeurd. Ik schrok verschrikkelijk en ben naar boven gegaan. Daar heb ik mijn ouders gebeld, hoewel de politieagent zei dat hij hen graag zelf in wilde lichten. ’’

Moeder Maaike: ,,We hoorden het toen we door de betonnen gracht naast het hoofdveld liepen. Het drong eerst helemaal niet tot mij door. We belden daarna op ons vaste huisnummer en kregen een politieagent aan de lijn. Hij vertelde wat Fia ons ook al had verteld. Het was alsof de grond onder mijn voeten verdween. Ik heb daarna mijn ouders gebeld, die op de camping in Assen stonden. Om hen in te lichten en te vragen of zij naar Fia in Zwartemeer wilden rijden. Zij konden daar eerder zijn dan wij. We moesten ook nog in Emmen langs het politiebureau.’’

In Weiteveen maakte Folkert deel uit van een carnavalsgroep. Foto: DvhN

Het lichaam van Folkert was overgebracht naar Coevorden. Vader Sierd ging er met zijn schoonvader en een zwager naar toe om zijn zoon te identificeren. De rit ging via Weiteveen, langs de plek waar Folkert om het leven kwam. De berm langs de Kerkenweg, een kaarsrechte weg van Weiteveen naar Nieuw-Schoonebeek.

,,Het lijkt erop dat Folkert ergens voor uit is geweken en daardoor de macht over het stuur verloor. Een vos, een ree? We zullen het nooit weten. Hij schampte aan de andere kant van de weg een boom en belandde in de sloot. De botsing tegen die boom is hem fataal geworden. Folkert is niet verdronken, zo bleek later uit onderzoek. Vrienden hebben hem die nacht niet gemist. Ze dachten waarschijnlijk dat hij in Nieuw-Schoonebeek nog even naar jeugdsoos Rumah Pemuda was gegaan. Of dat hij er toch voor had gekozen om naar huis te gaan. Jazeker, hij had een mobiele telefoon. Maar die had hij die avond niet bij zich.’’

Zoveel bloemen, de kist was bijna niet te zien

De uitvaart in de gereformeerde kerk van Zwartemeer werd door honderden mensen bezocht. Er waren zoveel bloemstukken dat de kist bijna niet meer te zien was. De periode daarna was zwaar. ,,Nee, we zijn nooit boos geweest. Op wie zouden we boos moeten zijn? Er valt niemand iets te verwijten. Het was een ongeluk, pure pech.’’


De steen bij het graf van Folkert op de openbare begraafplaats in Zwartemeer. Foto: DvhN

Maaike Zijnstra merkte dat sommige mensen haar uit de weg gingen, de andere kant opkeken als ze haar in de supermarkt tegenkwamen. ,,Dat vond ik zo naar dat ik een tijdje boodschappen ben gaan doen in Klazienaveen. Natuurlijk snapte ik heel goed dat mensen niet wisten hoe ze moesten reageren. Wat moet je zeggen tegen iemand die net haar 17-jarige zoon heeft verloren? Maar de andere kant opkijken is wel het laatste wat je moet doen. Dat doe je ook niet als niets was gebeurd. Groet in ieder geval of zeg desnoods dat je niet weet wat je moet zeggen.’’

Sierd Zijnstra: ,,Gelukkig waren er ook veel mensen met wie we er goed over konden praten. In onze omgeving, maar ook op onze camping in Lattrop. Daar had ik echt behoefte aan.’’ Annemarie: ,,Onze moeder was in de eerste jaren na het ongeluk van Folkert heel lang overbezorgd. Als we ergens naar toe gingen, moesten we altijd een sms-je sturen als we er waren. Als we dat vergaten, dan hadden we echt een groot probleem. Gingen we uit, dan werden we lange tijd gehaald en gebracht.’’ Fia: ,,Die overbezorgdheid was niet altijd leuk, maar natuurlijk begrepen we het. Zelf heb ik nu drie kinderen. Ik moet er niet aan denken dat hen zoiets overkomt.’’

Een grote ster met daarin de naam Folkert

Het overlijden van Folkert is inmiddels 21 jaar geleden. Maar op allerlei manieren is hij er nog steeds. Er wordt nog geregeld over hem gepraat en aan hem gedacht. Door familie, maar ook door vrienden. ,,Toen een kameraad een zoon kreeg, gaf hij hem Folkert als tweede naam. En Fia deed hetzelfde toen ze na twee dochters een zoon kreeg. Dat vonden we echt heel mooi.’’ Folkerts beide ouders en zussen hebben ter nagedachtenis tatoeages laten zetten. Fia begon ermee, een ster nabij de enkel. Een ster zoals die ook op de grafsteen van Folkert staat. Daarna volgden Annemarie en moeder Maaike.

Vader Sierd liet zijn bovenarm tatoeëren. Een grote ster met daarin de naam Folkert. En daar bleef het niet bij. ,,Later realiseerde ik me dat ik na het overlijden van mijn zoon nog drie sterren over had, mijn vrouw en onze beide dochters. Daarom heb ik er nog drie sterren bij laten zetten. En daarna volgden nog drie ministerretjes. Zij staan symbool voor onze drie kleinkinderen.’’

Fia en Annemarie zetten elk jaar op de verjaardag van Folkert iets over hem op internet. Niet om zelf aandacht te krijgen, maar om ervoor te zorgen dat mensen niet vergeten dat zij ooit een broer hadden die ze nooit hadden willen missen. En dat is ook de reden waarom er in de berm van de Kerkenweg nog altijd een kruis staat. Voor een jongen die zich door een groep geweldige vrienden thuis voelde in Weiteveen en die daar door pure pech het leven liet.

Bron: DvhN. Geplaatst 8-11-2021