Terug
Uitvaart

Chauffeur Rouwvervoer Tinus Pronk: ,,De laatste rit is het afscheid met hoofdletters”

Tinus Pronk (69) is chauffeur rouwvervoer bij Kijlstra Personenvervoer. Het was geen liefde op het eerste gezicht toen hij dit werk voor het eerst moest doen. Maar inmiddels zijn we bijna vijftig jaar verder en doet hij dit werk nog steeds met veel plezier.

“Ik was 21 jaar toen ik bij Kijlstra Ambulancezorg & Personenvervoer in Drachten ging werken. Ik woonde vlakbij het bedrijf en vond het boeiend. Vooral de ambulance, dat leek me wel wat. Dat onverwachte. Dus dat ben ik gaan doen. Was er geen oproep, dan moest ik op andere manieren mijn werktijd vullen. Reed ik in de taxi. Of op de rouwauto.”

Omgaan met nabestaanden

,,Ik had er eerst wel een hekel aan, de rouwauto. Ik was nog jong, hè? Mijn opa en oma had ik gezien in de kist, verder niemand. Ik vond de dood nog best een moeilijk onderwerp. In het begin ging ik mee met een ervaren chauffeur die me alles leerde. Maar na een tijd reed ik alleen. Dat vond ik heftig: alleen in die auto met een overledene bij je. Na een half jaar had ik er niet zoveel moeite meer mee. 

In het begin leerde ik omgaan met iemand oppakken die overleden is. Ik leerde ook om te gaan met de nabestaanden. De familie zit in een beginnend rouwproces, en dan kom jij binnen om je werk te doen. Er zijn twee valkuilen: dat je iets te joviaal binnenkomt, of dat je te zakelijk bent. Maar je moet je rustig voorstellen, vertellen wat je gaat doen, vragen wat zij willen en pas dan aan het werk gaan.”


Tinus Pronk: ,,Ik doe mijn best om mensen het gevoel te geven dat alles onder controle is”

Met respect

,,Elke overledene wordt met respect behandeld. Het is een mens, alleen een mens dat niet meer leeft. Ligt iemand boven op bed, dan brengen we hem of haar naar beneden en leggen we hem of haar in de kist. Dat doen de uitvaartverzorger en ik samen. Of als die niet aanwezig kan zijn, dan doen een collega en ik dat.

De kist zetten we op de koeltafel. Na ongeveer vier tot zes dagen haal ik de overledene op. Ik rijd hem of haar naar de kerk, of naar een andere plek waar de rouwplechtigheid plaatsvindt, daarna naar het crematorium of de begraafplaats.”

Laatste rit

,,Als je chauffeur rouwvervoer wilt worden, krijg je bij Kijlstra een dag theorie en moet je een proefschrift inleveren. Daarnaast word je door een collega goed ingewerkt. Het belangrijkst is dat je feeling voor dit werk hebt. Je moet rustig overkomen. Mensen het gevoel geven dat alles onder controle is. Mensen zijn soms zo geëmotioneerd als ik de kist in de auto zet. Dan blijf ik kalm. Vraag ik ze of ze misschien een bloemenkrans op de kist willen leggen. Dat helpt ze soms.

Je moet je realiseren dat een rit met de rouwauto de laatste rit is voor de overledene, maar ook voor de familie. Het is een afscheid met hoofdletters. Je moet het op zo’n dag goed doen, want je kunt het niet overdoen. Dat is de grote druk in het uitvaartwezen. 

Wat heel belangrijk is, is de tijd. Te laat komen kan niet. Ik moet mijn ritten goed plannen. Maar ik ben tegelijk nooit gehaast. Als je met twintig auto’s in een stoet rijdt, moet je er wel voor zorgen dat iedereen goed kan bijblijven.”

Langs ‘thuis’

,,Ik ken veel mensen uit Drachten en omgeving, en weet waar ze gewoond hebben. Ik vraag de nabestaanden wel eens: zullen we even langs het huis rijden waar hij of zij vroeger heeft gewoond? Vaak zijn ze dan verrast dat dit kan, maar uit ervaring weet ik dat mensen dit wel heel fijn vinden. Dus dat doen we dan, en rijd ik héél langzaam als we bij het huis zijn. 

Wat trouwens ook voorkomt is dat we een overledene van het ene ziekenhuis naar het andere moeten brengen, bijvoorbeeld wanneer er onderzoek op het lichaam moet worden verricht. We worden verder nog wel eens ingeschakeld door de politie. Bijvoorbeeld na een dodelijk ongeval. Dan brengen we de overledene naar het politiemortuarium hier bij het ziekenhuis in Drachten. 

Niet elke chauffeur rouwvervoer mag trouwens voor de politie werken.Daar moet je als chauffeur én als bedrijf voor gecertificeerd zijn. Datzelfde geldt bij ProRail als er een aanrijding met een trein is geweest. Dit zijn geen leuke klussen, nee. Onderweg heb je het er wel even over met je collega, om het even van je af te praten.”

Kindertranen

,,Ik heb veel gezien en meegemaakt. Daardoor ben ik gehard. Maar ik kan nog steeds onder de indruk raken van een jongen van tien die zijn opa wegbrengt. Kinderen zitten soms zó te huilen bij die kist. Dan leg ik mijn hand op zijn schouder en vraag ik: was het een lieve opa? En dan begint hij te praten. Dat vindt zo’n kind ook wel fijn dan. 

Ondanks dat het gaat om de dood, zijn er soms bijzondere momenten. Laatst was er een man verongelukt, die heb ik in het ziekenhuis in de kist gelegd en met de rouwauto naar huis gebracht. Toen ik daar aankwam stonden al zijn buren met brandende fakkels op hem te wachten. Ik kreeg echt kippenvel. Na al die jaren dat je dat doet, hè?”

Knuffel

,,Zijn vrouw en moeder zaten te huilen. Daar sta je met je neus bovenop. Dat is wel heftig. De dag van de uitvaart heb ik hem ‘s middags opgehaald, en met zijn vrouw en kinderen naar het crematorium gebracht. Na afloop zei de vrouw: ‘Mag ik u een knuffel geven? Ik vind dat u zulk fijn werk heeft geleverd, ik heb er zoveel aan gehad.’ Dat vond ik heel bijzonder. 

Ik hoop nog sowieso een jaar door te gaan met dit werk. Want ik vind het fijn om iets te betekenen voor mensen in nood. Dat had al ik toen ik op de ambulance werkte, en dat is als chauffeur rouwvervoer niet anders.”