Terug
In memoriam

Bert Ooms : arts ’leefde om mens te dienen’, maar kende zelf lange lijdensweg

Zijn dood kwam vorige maand niet onverwacht, medisch gezien zat het patholoog Bert Ooms niet bepaald mee, maar familie en vrienden hadden hem een langer leven gegund.

Ooms is van grote betekenis geweest bij kankeronderzoek, was actief in de Wassenaarse politiek, oprichter van liefdadigheidsinstellingen, weldoener voor gehandicapten en ouderen, maar bovenal een aardig mens die voor iedereen klaarstond.

De bankjes in de dorpskerk te Wassenaar waren tot de laatste plaats bezet. De heren in het zwart, de dames met hoed. Buiten het indringende geluid van doedelzakspelers: een eerbetoon aan de twee jaar eerder overleden partner van Ooms, de flamboyante Noorse diplomaat Thomas Friis-Konst.

Het scenario voltrok zich zoals de voormalige patholoog van het HMC Westeinde, en na zijn pensionering hoofdrolspeler in de Wassenaarse politiek, het had gewild.

Lijdensweg

Ooms had een lange lijdensweg. Vriendin Jos van der Have: „Bert werd al door meerdere ziektes gekweld, maar een paar jaar geleden kreeg hij ook nog neuropathie. Uiteindelijk moest een been tot onder de knie worden geamputeerd. Drie maanden zat hij in de revalidatie. Hij had nog gehoopt een prothese te krijgen, maar dat lukte niet omdat hij in de stomp ook nog trombose kreeg. Hij belandde in een rolstoel. Uiteindelijk is Bert overleden aan prostaatkanker. Wat een lot voor een arts die altijd zó begaan was met het welzijn van anderen. Die zó toegewijd was, die leefde om te dienen.”

Bert Ooms volgde zijn opleiding tot patholoog aan de VU en al op zijn 29e, in 1982, startte hij als patholoog in het Westeinde ziekenhuis (later HMC) in Den Haag. Zijn diagnostische liefde lag ook op het vlak van de nefro- en vooral uropathologie, waarop hij in de jaren 80 promoveerde. In het HMC bekleedde hij meerdere bestuurlijke en organisatorische functies, maar hij vond de meeste voldoening toch in zijn werk als patholoog.

Op een medisch congres in Monaco sloot Ooms vriendschap met Christiaan Barnard, de Zuid-Afrikaanse hartchirurg die als eerste een geslaagde harttransplantatie uitvoerde van mens op mens.

„Bert was een bevlogen patholoog”, vertelt zijn nichtje, theaterproducente Merel Ooms. „Mijn zusje, toen twaalf, ging met een vriendinnetje bij hem langs in het ziekenhuis. Hij wachtte hen op met de boodschap dat hij een milt wilde opensnijden en of ze even wilde meekijken. Die meiden vonden dat geweldig – wie had er nou zo’n oom?”

Ondertussen mengde Ooms zich ook in de dorpspolitiek en was hij onder meer fractievoorzitter van Lokaal Wassenaar.

Jos van der Have: „Ik weet nog goed dat ik zei: ’Jij in de politiek? Je bent zó belangrijk voor de medische wetenschap, je doet kankeronderzoek, ze hebben je nódig, en nu ga je die vervelende hobby beginnen…’ Maar daar was Bert het niet mee eens. Ook politiek bedrijven was de mens dienen.”

Nicht Merel: „Maar hij was niet altijd diplomatiek als hij zich ergens aan stoorde, hoor. Zo ergerde hij zich kapot aan het feit dat er aan de ambtswoning van de toenmalige burgemeester Jan Hoekema voor buitensporige bedragen – gemeenschapsgeld! – werd geklust. Hij maakte daar melding van, waarmee hij geen vrienden maakte. Maar dan won zijn rechtvaardigheidsgevoel.”

’Troost’

Ooms wist dat zijn verdere levenskansen nihil waren, greep zich niet meer vast aan elke strohalm, en had uiteindelijk ook vrede met de naderende dood.

Bij zijn naasten is er de hoop dat hij zich boven heeft herenigd met zijn grote liefde Thomas, een excentrieke verschijning in het Wassenaarse. Bij bijzondere gelegenheden en op gala’s verscheen de Noor als eerbetoon aan zijn voorouders en de gastheer in kilt en met een poolvos over de schouders.

Jos van der Have: „Dat die twee nu samen zijn, is voor ons een hele troost.”

Bron: De Telegraaf. Geplaatst 24-2-2023.