Terug
In memoriam

Berend van der Velde zocht zijn vrijheid als boer in Oost-Duitsland. ‘Hij toonde de visie en het lef

Berend van der Velde uit Wijster vertrok na de val van de Muur in 1991 naar het oosten van Duitsland om groots en vrij te kunnen boeren. Zijn droom eindigde dit jaar. Dit is zijn verhaal.

2016 – Tafel van drie

„Een, twee, drie.” Elke betonplaat is drie stappen. Berend loopt met Klazien langs de maïssilo. „Vier, vijf, zes. Twee keer drie is zes.” Verder gaat het met de tafel van drie, negen, twaalf, tot dertig. Daarna lopen ze zonder tellen verder. Berend wil graag lopen, hij wordt onrustig als hij binnen zit.

„Zullen we zingen?”, vraagt Klazien. „Wilhelmus va-han Na-ha-ssouwe. ..” zet ze in. ,,… ik van Duitse bloed”, vult hij aan.

Een trekker rijdt voorbij. Ze steken hun hand op. De zon schijnt. Het is een mooie dag vandaag.

1990 – Vastgezet

Persfotografen dansen om Berend van der Velde heen als hij zijn benen op het schot legt van de publieke tribune in de Asser rechtbank. Zijn gele klompen vangen licht. Dit kort geding dat de VAM heeft aangespannen om een einde te maken aan de blokkade gaan ze winnen, dat weet hij zeker.

Krantenbericht uit 1990 foto: archief DVHN/Han de Graaf

Hij is 31, hij lacht, maar hij is kwaad. De Berlijnse Muur is net gevallen, het communisme heeft z’n langste tijd gehad, het IJzeren Gordijn opent zich. Maar Nederlandse boeren hebben zorgen dichter bij huis.

Verlaging van graanprijzen, beperking van productie. Dat willen ze in Den Haag en Brussel. Het raakt zijn akkerbouwbedrijf, zo’n 240 hectare in Wijster en omstreken, maar het raakt vooral hemzelf. Boer zijn is een vrij beroep. Maar als boer wordt hij vastgezet met regels.

Vastzetten, dat kunnen boeren ook. Berend was eerder op het Binnenhof dat tot op de trappen van de Ridderzaal vol stond met trekkers. Machtige actie. De afgelopen week hebben ze de vuilstortplaats van de VAM geblokkeerd. Eens kijken wat er gebeurt als Nederland zijn afval niet meer kwijt kan.

De media weten hem te vinden. Hij durft het wel te zeggen en zo word je dus ineens boerenleider. Een verslaggever vraagt hem wat de meeste indruk maakt. „De eenheid en de vastberadenheid”, zegt hij.

Berend van de Velde in maart 1990 voor zijn pootaardappelen in Wijster. foto: archief/Bert Wieringa

Gejuich gaat op als de rechter de boeren in het gelijk stelt. De blokkade gaat door. Hoelang, dat weet Berend ook niet. Er is geen plan. En de lente komt eraan, hij moet met de pootaardappelen bezig. Hij weet ook dat de VAM geen partij is in het conflict. Maar ze moeten laten zien dat het hun menens is, dat de politiek niet alles te zeggen heeft.

1991 – Vertrouwen

Om half vijf ’s ochtends vertrekt Henk Langeland uit Assen en pikt in Wijster Berend van der Velde en zijn broer Auko op. Langeland is agrarisch adviseur van de Amrobank. De broers hebben plannen. Grote plannen.

Berend had Langeland opgebeld. „Ik wil in Oost-Duitsland een boerenbedrijf kopen. De Rabobank durft het nog niet aan. Wat kunnen jullie voor ons betekenen?” Na intern overleg mag Langeland ermee aan de slag. Met zijn lichte ogen en brede lach heeft hij een vriendelijk gezicht, en hem ontgaat weinig. Hij ziet het als bij een boer koeien in de stront staan. Of te dikke auto’s op het erf.

Het wordt een dagtrip, gelukkig schiet het lekker op op de West-Duitse Autobahn . Ze hebben brood mee. Berend heeft een Landwirtschaftliche Produktions Genossenschaft (LPG, een coöperatie voor landbouwproductie) op het oog, een collectieve boerderij bij het dorp Tarthun in de voormalige DDR.

„Met wie gaan we praten? Zijn we er zeker van dat de LPG ook eigenaar is van de grond?” vraagt Langeland. Berend heeft wel een West-Duitse makelaar, maar veel moet nog onderzocht worden. Ook al zijn ze klant en bank, het voelt als teamwork. Op zijn Drents, vanuit vertrouwen in elkaar.

Bij de grensovergang Helmstedt zijn de wachtposten die met spiegeltjes onder je auto kijken verdwenen. Een half jaar eerder zijn de Duits-Duitse controles afgeschaft, Duitsland is herenigd. De vroegere Deutsche Demokratische Republik ligt aan hun voeten.

De grote weg gaat over in kinderkopjes. Langeland kijkt zijn ogen uit. De wegen zitten vol gaten. Hij stuurt zijn Opel Kadett langs de plassen, je weet nooit of ze er anders weer uitkomen. Veel hulp kun je hier ook niet verwachten. Een bouwkeet heet een garage. Gelukkig hebben ze in het Westen nog getankt. Je zult hier naar benzine moeten zoeken.

Bij een kruising staat een vrouw met kind. Hij gebaart dat ze kan oversteken. Het jongetje kijkt naar de blauwe auto, maar de vrouw pakt hem vinnig bij de hand. Even glijdt haar blik over de Opel en blijft hangen op het gele nummerbord. Dan kijkt ze weer strak vooruit en steekt over.

Berend van der Velde (in rode trui) gaat in 1991 met agrarisch bankadviseur Henk Langeland op onderzoek uit in Tarthun. foto: Henk Langeland

Het lichtbruine huis in Tarthun heeft iets van grandeur. Twee etages met gedeelde ramen en een elegant pannendak. Het moet al vóór de stichting van de DDR zijn gebouwd. Er staan lage schuren bij. Hij ziet al snel dat ze naar Nederlandse maatstaven niks waard zijn. Geen stipje verf meer. Asbestplaten. Geen enkele luxe. Wel heel dikke muren.

„Je kunt ermee aan de slag en dan moet je maar zien”, zegt Langeland. Hij ziet hoe Berend in zijn hoofd plannen maakt. De stallen zijn leeg. Het vee is verkocht. De landbouwmachines kun je afschrijven. Maar Berend ziet meer dan dat. „Hier is nog ruimte om te kunnen boeren”, zegt hij.

De trekkers die in 1991 werden aangetroffen in de failliete Landwirtschaftliche Produktions Genossenschaft in Tarthun. foto: Henk Langeland

Op de terugweg zijn de modderpoelen nog groter dan ‘s ochtends. Het sneeuwlaagje kan de grauwe dorpen niet opfleuren. Uit de schoorstenen komt bruinkoolwalm, het ruikt alsof een stoomlocomotief is langsgekomen. Je moet het maar willen, hier wonen, denkt Langeland bij zichzelf.

Hij heeft bewondering voor het lef van de broers. Het is duidelijk dat Berend visie heeft. Die denkt niet in problemen, die denkt in mogelijkheden. Auko is van de praktijk.

Uit een bocht doemt plotseling een vrachtwagen op. „Ho….”, roept hij en voorzichtig stuurt hij de berm in. Het is een Russische legertruck, in zijn ooghoek ziet hij de rode ster op het portier. Nog lang niet alle legereenheden zijn teruggekeerd naar Rusland. „Waar zijn we beland?” mompelt Langeland en schudt zijn hoofd.

1991 – Oude en nieuwe boer

Plaatselijk raadslid Peter Fries heeft er een goed gevoel over. Hij bladert door de papieren die hij van de jonge boer uit Nederland heeft gekregen. Dit is een man die grootschalig denkt. Hij loopt naar zijn werkkamer en bukt zonder het te merken voor de lage deurpost. Het mapje legt hij op zijn bureau.

Bij de eerste vrije verkiezingen in het oosten van Duitsland is Fries in de gemeenteraad gekozen. Zijn familie woont al generaties in Tarthun. Zijn vader zat ook in de politiek, totdat de communisten andere partijen verboden.

Peter Fries werd gemeenteraadslid bij de eerste vrije verkiezingen. Hij is in 2023 herkozen als burgemeester. foto: DVHN

Hij is blij met zijn werkkamer, eindelijk kan hij zijn huis gebruiken zoals hij zelf wil. Onder de communisten had hij huurders toegewezen gekregen. Toen zijn dochter een grotere kamer nodig had, kon hij hoog of laag springen; de huurders hadden meer rechten dan hij. Huiseigenaren waren staatsvijanden.

Met zo’n communistisch systeem was niet te werken, en dat bleek. Treuhand, curator van staatsbedrijven, zoekt ook voor Tarthuns failliete LPG een koper. De raad zag al een paar voorstellen voorbijkomen. Kleinere boeren, vaak op leeftijd. Dat gaat niet werken. Maar Fries wil ook niet dat Tarthun een zielloze satellietvestiging wordt van een groot bedrijf.

Berend van der Velde doet Fries denken aan de lokale grootgrondbezitter Schneidewind. Die had na de oorlog de meeste grond in handen, veel Tarthuners werkten bij hem. Iemand die zei: „Als het met het dorp slecht gaat, gaat het met mij over twee jaar ook slecht.” Toen de communisten in de jaren 50 de landbouw nationaliseerden werd hij bij nacht en ontij uitgezet naar het Westen.

Van der Velde heeft het vanavond ook letterlijk gezegd: „Ik wil niets dat ingaat tegen de belangen van Tarthun en de mensen die er wonen.” Die woorden vallen goed. Het dorp weet nog hoe het is om met een grote boer te werken.

1991 – Investeren

In de oude ontvangstkamer van het lichtbruine huis hebben Berend en Klazien hun keuken. Vanaf de muur kijken voormalig DDR-leider Erich Honecker en minister Willy Stoph op hen neer. Berend vond de portretten in een kast en heeft ze in ere hersteld. Net als de buste van Lenin in het kantoor. Hun medewerkers zien er de humor niet van in.

Vijf personeelsleden hebben ze in dienst gehouden. Die moesten nogal wennen aan ‘zeg maar gewoon Berend en Klazien’, ze waren gewend aan Herr Brigadier . 3000 mark betalen ze per maand aan Schneidewind voor het huis en de schuren; na de val van de Muur kreeg de oude boer zijn vroegere bezittingen terug van de staat. Voor de grond hebben ze 130 pachtcontracten moeten afsluiten met de oorspronkelijke eigenaren. De papierwinkel is onvoorstelbaar, Oost-Duitse ambtenaren weten nergens van. Berend is meer aan het regelen dan aan het werk.

„Wat doen we met de weegbrug?” vraagt Klazien. „Die kan weg”, zegt Berend. „We hoeven toch zelf niet te wegen hoeveel we afleveren? Als je daar de mensen niet in kan vertrouwen …”

De broers Auko en Berend van der Velde in de beginjaren in Tarthun. eigen foto

Ze knikt en wijst dan op de resultaten die de melkfabriek terug heeft gestuurd. „We zijn een miljoenenklant.” Berend trekt een grimas. Dit gaat niet over de opbrengst in geld, maar over de hoeveelheid bacteriën. De aanbinderstal die ze hebben overgenomen is niet meer van deze tijd. De melkers moeten in deze stal met de machines naar de koeien in plaats van andersom. Hij weet het: eerst moeten er nieuwe aardappelschuren komen, maar daarna blijft het investeren. „En heb je Langeland al gebeld over die koeien die je wilt kopen in Utrecht? Doe dat nou, straks staan ze op de wagen voor je de financiering rond hebt. En hebben we wel gasolie voorlopig? Anders moeten we weer naar de Russen.”

‘Naar de Russen’ wil Berend zo min mogelijk. Wat ze aan brandstof verkopen op hun basis, 10 kilometer verderop, is aangelengd met water. Niet dat die stakkers veel keus hebben. Af en toe krijgen ze wat extra eten van mensen uit het dorp.

Of de Russen vertrekken is onzeker. In Moskou vechten ze om de macht terwijl de ene na de andere Sovjetrepubliek zich onafhankelijk verklaart. Berend en Klazien zijn er niet erg mee bezig, maar de aanhangers staan wel klaar. Als het misgaat zijn ze snel bij Helmstedt de grens over.

1995 – In de mand

Medewerker Volker Linde laat zijn handen zweven over de loopband die aardappels aanvoert. Het is best fris, maar tenminste droog. Ze staan buiten, de schuur is al zo vol dat ze er niet meer bij kunnen. Hij heeft de vroege dienst.

Aardappels sorteren is werk voor de vrouwen in het dorp. Maar dat maakt hem niet uit. Hij is blij dat hij iets kan verdienen. Hij pakt een steen van de band en gooit hem in de mand. Zo ontzettend veel werk is hier nou ook weer niet.

De vrouw tegenover hem recht haar rug en veegt met haar pols over haar voorhoofd. Ze woont een paar straten verderop, hij ziet haar ook in de kerk. De kluit grond die hij net oppikte gooit hij met een boogje voor haar langs; ze schrikt even, kijkt hem aan en lacht. Dan concentreert ze zich weer op de voorbij rollende aardappels.

Vrouwen uit Tarthun tonen Berend en Klazien de traditionele ‘Erntekrone’ (oogstkroon) die ze hebben gemaakt van producten van Van der Velde Agrar GmbH. foto: Peter Fries

De machines en de schuur zijn groot en nieuw. Door sleuven in de vloer komt lucht, zo rotten aardappels minder snel. In het dorp wilden ze weten wat voor groen licht er ’s avonds brandt. Zo kun je aardappels beter bewaren, is hem verteld, dan kiemen ze minder snel.

Hij heeft er verder geen verstand van. Hij waardeert het vooral dat Berend en zijn vrouw altijd groeten wanneer je ze tegenkomt. Ze waren op het het dorpsfeest en steken geld in de fanfare en het jeugdgebouw. En met Kerstmis zitten ze in de kerk.

2009 – Ranch

Als je van ruimte houdt is het een mooie plek om te wonen, denkt Peter Fries als hij voor de heuvel linksaf slaat naar de doorgaande weg. Je kunt hier kijken tot de flats waar de Russen zaten.

Een ambtenaar kwam gisteren naar hem toe. De Van der Veldes hebben een bouwvergunning aangevraagd voor een woonhuis aan de rand van het dorp. Geen kleintje, maar een landhuis in Amerikaanse stijl. Een ranch. De ambtenaar vroeg zich af hoe het plan zou vallen.

Fries komt dagelijks langs de garageboxen die in de jaren 90 provisorisch tegen de heuvel werden geplakt, toen iedereen ineens een auto aanschafte. Ze vallen hem nu ineens op, met in zijn achteruitkijkspiegel de weide waar het huis moet komen. Het is een contrast. Maar een probleem? Vast niet. De mensen gunnen de Van der Veldes wel wat.

De garageboxen werden tegen de heuvel gebouwd toen de inwoners van Tarthun na de val van de Muur ineens een auto konden aanschaffen. foto: DVHN

Als locoburgemeester spreekt hij Berend geregeld. Die positieve instelling, zonder zichzelf op de voorgrond te plaatsen, dat maakt hem zo prettig om mee te werken. Hij en zijn vrouw zijn betrokken, je kunt ze altijd vragen om een bijdrage.

Tarthun had het veel minder kunnen treffen. Er zijn ook Nederlandse boeren naar het oosten gekomen die zich nooit in hun nieuwe woonplaats lieten zien. Die zochten vooral economisch succes. Daar zijn wel stenen door ramen gegaan en werden machines in brand gestoken. Hij kent de verhalen, hij weet dat Berend ze ook kent. Berend praat daar niet graag over. Het is alsof hem dat persoonlijk raakt.

Nee, dat huis komt wel goed. Hij maakt zich eerder zorgen over andere plannen van de Van der Velde Agrar GmbH. Berend is bezig met een eigen melkfabriek en dat lijkt hem niet verstandig. „Vergis je niet, de macht ligt niet bij jou, maar bij de levensmiddelenconcerns”, zei hij, maar Berend ziet het probleem niet. Het bedrijf is zo groot dat volgens hem tegenslag altijd opgevangen kan worden met andere teelten. Altijd positief, die man.

Overal in het dorp Tarthun staan bordjes die wijzen naar Van der Velde Agrar GmbH.

2012 – Niet te bescheiden

Ze hebben vertrouwen in hem. Berend is net terug van de ledenraad van de Nord Landesbank, waar hij twee keer per jaar vergadert met grote ondernemers en politici. Dat vergaderen alleen al levert 1300 euro op. Hij zou hij zich door een chauffeur moeten laten rijden, zoals de andere leden. Niks voor hem. Gele klompen draagt hij niet meer, wel Zweedse.

Hij staat bij de koffiemachine in hun nieuwe keuken. Espresso, macchiato, cappuccino … Hij wil gewoon zwart. „Waar is de suiker?” vraagt hij Klazien, die verderop aan het bureau bezig is. Ze hoort hem niet.

Dat hij in de keuken nog van alles kwijt is, is het enige waarover hij kan klagen. Het bedrijf blijft groeien en dat moet: 5, misschien wel 10 procent per jaar. Sinds 2002 heeft hij met een compagnon 2100 hectare erbij in Oekraïne. Duitsland werd al een beetje saai en in de vroegere Sovjetstaat is de grond nog veel beter. Hij had er zelf heen gewild, maar Klazien wilde niet mee. Hun drie jongens horen hier, vindt ze. Ook broer Auko wilde in Duitsland blijven. Nou ja, Kees Huizinga doet het goed als bedrijfsleider daar.

Klazien en Berend van der Velde met hun zonen Michael, Anne-Jan en Peter. fotograaf onbekend, eigen foto

10.000 mark voor een vrachtwagen aardappels krijgen ze nu niet meer, maar in Tarthun loopt alles ook goed. En ze hebben nu hun eigen huis. Niet te bescheiden, was zijn idee. Hij loopt naar het bureau. „Waar is de suiker?”, vraagt hij, maar Klazien kijkt niet op.

„Wat is dit voor raar iets?”, vraagt ze en tikt met haar vinger tegen het scherm. „Normaal betalen we in 10 jaar terug. Waarom moet dat ineens in 5 jaar, of in 3?” Hij gaat achter haar staan. „Dat is een nieuwe manier van banken om in ons te investeren. Maak je geen zorgen”, antwoordt hij.

Klazien kijkt om, trekt even haar wenkbrauwen op en concentreert zich dan weer op het beeldscherm. Met haar heeft hij nooit ruzie. Dat is zo sinds ze elkaar in een café in Hoogeveen ontmoetten. Het was meteen goed.

2013 – Daglicht

De vorige keer was het 3.52 uur op de wekker. Nu 4.19 uur. Is het hier nou zo warm? Opnieuw schuift Berend het dekbed naar beneden. Hij draait zich om.

Zijn hoofd maalt. Als hij met bieten minder verdiende kon hij altijd overschakelen op meer graan of meer aardappels. Maar hij moet nu zo snel leningen aflossen, dat gaat te snel voor een boerenbedrijf. Zaaien en oogsten, dat lukt niet binnen een paar maanden.

Klazien was net ook wakker. Ze lijkt nu weer te slapen. Voorzichtig staat hij op en trekt het gordijn iets verder dicht. Hij wil de kier niet zien waar het eerste licht al door naar binnenkomt.

De varkensprijzen zijn gekelderd. De melkfabriek levert niet op wat hij verwacht had. En de banken willen hun geld terug. Ze heeft ze gisteren geteld: veertig banken staan bij hun op de stoep.

Hij gaat weer in bed liggen. Met een zucht draait Klazien zich ineens om. „Jij kan ook weer niet slapen”, zegt ze. Het is een constatering, geen vraag.

„We moeten de melkfabriek maar verkopen”, zegt hij.

Berend van der Velde eigen foto

2015 – Gekkigheid

De gekkigheid die Berend vroeger uithaalde … Kwam hij terug van zijn vrienden, had hij al zijn haar afgeschoren na een weddenschap. Klazien laat het schilmes even rusten op het aanrecht en kijkt opzij naar zijn volle, donkere haardos. Hij mag wat grijzer worden, hij ziet er nog altijd zo goed uit. Het is dat zijn helblauwe ogen wat minder fel lijken.

Berend zit aan de eettafel. Het verbaast haar dat hij de laatste tijd minder aandacht heeft voor wat er aan mail en post binnenkomt. Ook gewone rekeningen lijken hem schrik aan te jagen. Komt dat door het gedoe met de banken? Hij laat het papierwerk helemaal aan haar over. Natuurlijk, zij doet de boekhouding. Maar uitslagen, opbrengsten, resultaten, die had hij altijd wel in zijn hoofd.

Onrustig zit hij met een lepeltje te spelen dat in een leeg koffiekopje staat. Het getingel klinkt hard door de keuken. Ze gaat bij hem zitten. Dan ineens houdt hij zijn handen stil. „Klazien”, zegt hij op een toon die ernstiger klinkt dan ze van hem gewend is. „Ik kan niet meer rekenen.”

„Hoe bedoel je?”

„Het lukt gewoon niet meer. Ik snap het ook niet. Je moet de dokter maar bellen. Maar zeg het tegen niemand, met de banken hebben we eerst genoeg trammelant.”

De trekker van Berend van der Velde, een Fendt Favorit 600LS, bouwjaar 1981.

2022 – De toekomst

Berends trekker staat nog in de aardappelschuur, als een hond die wacht op zijn baas. Zijn fiets hebben ze weggedaan. Klazien pakt haar fiets uit de garage en zigzagt tussen het speelgoed van de kleinkinderen door. Ze heeft behoefte aan frisse lucht. De automatische roldeur sluit achter haar.

Nadat ze in 2015 te horen hadden gekregen dat Berend alzheimer heeft, hebben ze nog best veel schik gehad. Ineens was er tijd voor vakantie; ze hebben veel gefietst en gewandeld. Hij liep vaak weg, maar zijn telefoon was hem heilig. Met het signaal vond ze hem altijd weer terug.

Klazien van der Velde foto: DVHN

Ze heeft het vier jaar volgehouden. Na de vakantie op Mallorca hebben ze hem naar het verzorgingshuis gebracht. Dat was voor haar het eindpunt, het afscheid.

‘Ja’, zegt hij nu nog. ‘Jaaa.’ Meer niet. Sinds corona voorbij is, gaat ze weer om de paar dagen naar hem toe. De epidemie had haar wat lucht gegeven, als een verborgen zegen. Nu kan ze niet meer omheen. Hoe ellendig hij eraan toe is.

Haar zwager Auko, hun drie zoons en de bedrijfsleiders hebben ervoor gezorgd dat het bedrijf in rustiger vaarwater is gekomen. Van de 11.000 hectare die ze ooit hadden, is nog 3500 over, met 80 medewerkers. Het is maar goed dat Berend het niet meer allemaal heeft meegekregen.

Het vooraanzicht van het landhuis in Amerikaanse stijl dat Berend en Klazien van der Velde lieten bouwen, met de ploegende boer boven de voordeur.

De oprit loopt bergaf, maar ze begint toch te trappen. Bang is ze niet in haar grote huis, nu de jongens de deur uit zijn. Mensen vragen het soms. Waar zou ze bang voor zijn? Na drie jaar is ze alleen zijn wel gewend.

Voorbij de Karl Marxstrasse slaat ze af richting het riviertje, waaruit ze geen water meer mogen halen omdat er ooit afval is gedumpt. Eigenlijk is het hun weggetje, ze hebben meebetaald aan het asfalteren. Dat weet niemand meer. Ze komen wel zeuren als er iets van een wagen is gevallen of als er wat modder ligt.

Dan neemt ze het karrenspoor met de kersenbomen. Een vogel cirkelt boven de bosrand. Gevorkte staart, het zou een rode wouw kunnen zijn. Ze hebben meegedaan aan een project om de soort te helpen. Het dier heeft de blauwe lucht voor zich alleen.

Berend nu, dat is niks meer. Hij zit gevangen, zijn ogen zijn een luikje in de deur van zijn cel. Zo vaak heeft ze horen zeggen hoe oneerlijk het is dat hij zo jong ziek is geworden. Onzin, vindt ze. Hij heeft in zijn ene leven zoveel beleefd, daarvoor zou een ander drie levens nodig hebben. Hij zal altijd de man van haar leven zijn.

Klazien is niet bang voor de toekomst. Ze hoopt alleen dat die toekomst snel begint.

Achter het huis en bij de schuren heeft Klazien herinneringsborden en -bankjes neergezet, ter nagedachtenis aan Berend.

Berend van der Velde overleed op 14 april van dit jaar. Hij zou 22 oktober 65 zijn geworden.

Bron: DvhN. Geplaatst 3-11-2023. Foto: eigen foto