Terug

Er hangt een zweem van mysterie en onbekendheid rondom het werken in de uitvaartbranche. Alles rondom de dood is sowieso voor veel mensen een lastig onderwerp, laat staan als je er je beroep van hebt gemaakt. Wat beweegt iemand om het laatste afscheid van een persoon als werkterrein te hebben? Wat houdt het vak in? Is het een roeping, een bewuste keuze? Wat betekent het voor je persoonlijke leven als je in een branche werkt waar de dood een (prominente) rol speelt? In deze serie spreekt Cick Geers met mensen die hun werk uitvoeren rondom de dood.

Michel Ruigrok van de Werve (1966) is eigenaar van Waddenwood en gespecialiseerd in het handmatig vervaardigen van houten urnen. Hij valt meteen met de deur in huis en vertelt in onvervalst Amsterdams: ‘De mens bepaalt gedurende zijn leven alles zelf; welke auto je koopt, welke kleding je aantrekt, wat je voor de ramen hangt. Je mag het allemaal zelf uitzoeken… Waarom je vervolgens je nabestaanden een urn laat uitkiezen, is voor mij dan ook een raadsel. Dat kun je toch veel beter zélf doen? Dan ben je er tenminste zeker van dat je iets krijgt wat je echt mooi vindt’. Ik ben meteen gecharmeerd van de nuchtere logica van deze vriendelijke Friese Amsterdammer.

Michel komt uit een echte ambachtsfamilie. Zijn vader, grootvader en diens voorvaders waren allemaal werkzaam als timmervakman in Amsterdam. Het was dan ook niet meer dan logisch dat ook Michel dit pad zou lopen. Hij werkt gedurende een langere periode in het familiebedrijf maar kiest, wanneer zijn dochter geboren wordt, voor een baan als verfspecialist bij een grote multinational. Michel straalt van trots wanneer hij en passant vertelt dat zijn dochter momenteel een opleiding volgt aan de Hout Academy in Amsterdam.

Nadat zijn relatie op de klippen loopt ontmoet Michel zijn huidige partner. Ze verhuizen naar ’t Bildt; het buitengebied van het Friese St.Annaparochie en krijgen daar twee kinderen. Michel vraagt en krijgt overplaatsing naar Friesland, maar verliest niet lang daarna bij een reorganisatie zijn baan.  Wanneer hij thuis zit schaft hij een draaibankje aan. ‘Ik keerde, aanvankelijk als hobby maar later als zelfstandige, weer terug naar de basis; het hout’. Michel maakt o.a. kleine schaaltjes, tapasplankjes en kandelaren, maar merkt dat de omzet hiervan niet voldoende voorziet in de levensbehoeften van het gezin. ‘Ik ging op zoek naar een product dat beter in de markt gezet kon worden en kwam al gauw terecht bij de urnen’, vertelt Michel verder. ‘Mijn eerste urn maakte ik van moerbeihout. Het was een speciale aanvraag van een familie uit Amsterdam wiens ouders hun historie hadden in ’t Bildt. Een beetje zoals ik, maar dan precies andersom’, lacht de spontane Amsterdammer. Die eerste urn raakte ook meteen een bijzondere snaar in zijn hart: ‘De reden om urnen te gaan maken was in eerste instantie een louter commerciële, maar toen ik er eenmaal mee gestart was hebben de urnen mijn hart veroverd. Ik kan hier zoveel passie en vakmanschap in kwijt’!

Inmiddels vervaardigt Michel urnen in alle soorten en maten en van verschillende houtsoorten.  De urnen worden als kunstwerk bij de mensen thuis neergezet, in een urnenwand geplaatst bij een crematorium of begraven op een natuurbegraafplaats. ‘Nabestaanden komen bij me om te kijken in de werkplaats. Ik hoor hun verhalen aan en vorm op die manier een beeld van de overledene. Met name in de afwerking van de urn kan ik echt de persoonlijkheid laten terugkomen. Voor een robuuste vent werk ik een urn toch weer anders af dan voor een kleine fragiele vrouw. Ook de houtsoort is belangrijk’.  Na circa een dag of drie werk is de urn gereed om opgehaald te worden. ‘Een bijzonder moment. Ik heb er al mijn vakmanschap ingelegd en geef het eindresultaat dan mee aan de familie. Daarmee is het voor mij afgerond; ik blijf er niet mee rondlopen’. Een enkele keer komt iemand een urn voor zichzelf uitzoeken. ‘En dat zijn echt niet alleen maar mensen die weten dat ze binnenkort dood gaan, hoor’, licht Michel toe. ‘Het zijn ook gewoon mensen die het vast geregeld willen hebben voor later‘. Als het aan Michel ligt gebeurt dat laatste veel vaker. ‘Ik sta regelmatig op beurzen en markten. Dan komen mensen bij me en zeggen ze: Oh, wat is dat een mooie urn! Ik zeg dan altijd: waarom koop je ‘m niet dan? Van alle andere spullen in het leven koop je het als je het mooi vindt, waarom niet met een urn? Bij sommige mensen merk ik dat ze vinden dat het bij leven aanschaffen van een urn, de goden verzoeken is.  Dat respecteer ik natuurlijk. Anderen gaan er verder over nadenken en die zie ik na een tijdje terug omdat ze toch een urn willen uitzoeken. En die maak ik dan met heel veel plezier en vakmanschap voor ze; want dat is waar ik goed in ben!’