Terug
Rouw

7 handreikingen voor omgaan met mensen in rouw

Ton Zijderveld stelde zeven handreikingen op hoe je het beste kan omgaan met een mens in rouw.

  1. Stel niet uit tot morgen …
    Laatst zei een jonge vrouw dat ze het moeilijk vond om tot steun te zijn. Dat ze naar haar vriendin toe wilde, maar niet durfde. Ze was er toch geweest. “Hoe heb je dat voor elkaar gekregen om toch te gaan?” vroeg ik. “Gewoon doen!” was het antwoord.

  2. Vergeet de partner/ouder/kinderen/ex niet…
    Hoe is het met …? De vraag is goed en blijf die ook vooral stellen. Maar niet alleen de zieke of het stel in scheiding heeft aandacht nodig. Ook de mensen in de directe omgeving, groot én klein. Denk ook aan opa’s en oma’s, vrienden. Het raakt hen allemaal en liefdevolle aandacht doet dan zoveel goeds.

  3. Denk niet voor een ander
    We denken zo vaak wel te weten hoe de ander zich voelt en/of denkt. Of we vragen ons af en denken hardop met de ander na over het antwoord. De enige echter die het juiste antwoord kan geven is de persoon waar je het over hebt. Vraag hem/haar en geef hen de ruimte om hun eigen gedachten en gevoelens te delen. Of niet …

  4. Luisteren betekent zoveel
    Je hoeft niets te zeggen. Er zijn is vaak al genoeg. Echt luisteren en horen wat de ander zegt, het vraagt heel veel energie om met al je zintuigen en elke vezel van je lijf te luisteren. Luisteren = doen. En wees maar eerlijk over je eigen verlegenheid, onvermogen, sprakeloosheid.

  5. De tijd heelt geen wonden 
    ‘De tijd heelt alle wonden.’ Grotere onzin is er niet! Het is niet de tijd die wonden heelt. Het is wat je in die tijd doet met je pijn, je verdriet, boosheid, herinneringen, gedachten, enz.. Rouwen is een werkwoord, het gaat niet vanzelf. Sterker nog, het is keihard werken!

  6. Blijf de namen noemen
    Een moeder zei: “Ze wordt verzwegen. Dat maakt dubbel dood!”

7. Rouw gaat niet over 
Dertien jaar, vijfentwintig jaar, zestig jaar, één jaar. Het zegt allemaal niets. Zo ineens kan je heftig geconfronteerd worden met die pijn, dat gemis, wordt je boosheid van toen aangeraakt. Begin dus over dat verlies en geef de ander de gelegenheid wel of niet te vertellen. “De pijn niet willen oprakelen? Wie zegt dat die weg is?