Sanne (36) wilde thuis euthanasie, maar ook donor zijn. Haar hart maakt iemand zielsgelukkig

Er zit een wrede symboliek in. Via een geplande keizersnee komt ze op de wereld. En Sanne zal uiteindelijk ook op afspraak het leven beëindigen.
Ze is de oudste van drie dochters. Wat zijn haar ouders wijs met haar. Sanne is een tevreden baby. Ze brengt haar eerste jaren door in grensdorp Opende. De buren wonen in Friesland.
Als Sanne in groep 6 zit, verhuist het gezin naar Noord-Groningen. Haar jongste zus is dan net geboren, haar andere zus is vijf. Sanne heeft moeite met het afscheid van haar vertrouwde huis en school. Maar is dat gek? Welk kind van die leeftijd vindt het niet spannend om te verhuizen?
Achteraf is die angst voor het onbekende het eerste signaal dat er iets is met Sanne. Iets. Maar wat?
Bijna een jaar op krukken
Hoewel Sanne als late leerling een groep overslaat, kijkt ze op tegen de middelbare school. Maar haar meester vindt Sanne in groep 8 zelfstandig genoeg voor de brugklas. Op het Ommelander College in Appingedam kan ze niet aarden. Ze blijft meteen zitten in de brugklas en krijgt onverklaarbare problemen met haar enkel. Sanne zal bijna een jaar op krukken lopen.
In drie havo stapte ze nog wel elke ochtend dapper op de fiets. Maar vaak is ze nog voor elf uur weer thuis. Het gaat niet. Haar ouders willen hun dochter helpen. Ze willen dat ze gelukkig is. Welke ouder niet? Haar moeder wil er voor Sanne zijn, zegt haar baan op en begint een kinderopvang aan huis. Maar hoe help je iemand waar het donker aan het binnenste trekt?
Sanne wordt op haar vijftiende voor het eerst opgenomen. Er zullen nog vele opnames volgen. Ze hoort stemmen, dwingend en negatief. Altijd. Behalve als ze slaapt. Eén van haar psychiaters noemt het later een Noord-Koreaans regime in haar hoofd, een ondraaglijke hel.
Het moet kloppen
Sanne ziet overal camera’s hangen. Ze ervaart geen enkele privacy, nooit en nergens. Ze moet van zichzelf op tafel tikken. En tellen. En nog een keer. Telkens hetzelfde aantal keren. Anders klopt het niet. En het moet kloppen.
Op haar zestiende wordt de diagnose gesteld. Schizofrenie met gegeneraliseerde angst- en dwangstoornis.
Ze slikt haar medicijnen trouw. Sanne grijpt alle mogelijke behandelingen aan om beter te worden. Soms lijkt het even te helpen, maar nooit zorgt het voor wezenlijk herstel.

Thuis is vertrouwd. Sanne is gek op bordspellen. Al is het voor haar soms moeilijk om te zien hoe haar zusjes zichzelf ontplooien. Verliefd worden. Leven. Als haar nichtjes jaren later geboren worden, is ze gek op die twee kleintjes.
Maar Sanne heeft een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Te groot. Als een van de nichtjes eens met haar hoofd op de verwarming valt, denkt Sanne dat zij dat had kunnen voorkomen. Heeft ze wel vaak genoeg op de eettafel getikt? En wat staat al haar geliefden nog meer te wachten als zij niet doet wat ze moet doen?
Van 2014 tot 2021 woont ze begeleid in Appingedam, kleinschalig en met zorg op maat. Voor het eerst ervaart ze hoe het is om een eigen plekje te hebben. Een keer per week reist ze naar Groningen voor vrijwilligerswerk in spellenwinkel Wirwar. In de weekenden verhaalt ze in het ouderlijk huis over haar belevenissen.
Terug naar haar ouders
Maar Sanne loopt al die jaren op haar tenen. Haar ouders hopen op een kentering, maar Sanne’s problemen worden steeds hardnekkiger. Ze is angstig en alleen zelfbeschadiging maakt haar rustig. Dan klopt het. Ze keert terug naar haar ouders. Het voelt als falen.
In de laatste jaren van haar leven, het is inmiddels 2022, verblijft ze bij Lentis in Zuidlaren, een afdeling voor langdurige zorg. Sanne geeft deze nieuwe behandeling een kans, maar euthanasie spookt op dat moment al een tijdje door haar hoofd. Na een aantal maanden meldt ze zich daadwerkelijk aan bij het Expertisecentrum Euthanasie. Een heftige boodschap voor haar familie, maar er is ook begrip. Want het lijden van Sanne is groot. En het duurt al zoveel jaren.
Na een intakegesprek met de psychiater, noemt zij Sanne’s wens heel reëel. Ze is opgelucht. Een last valt van haar schouders.
Sanne gaat vrijwel direct op zoek naar muziek voor haar uitvaart. Ze heeft niet zoveel met bloemboeketten. In plaats daarvan wil ze bloemen van LEGO. Lieverd, zegt haar moeder, het gaat nu wel héél snel.
Erkenning en begrip
Maar Sanne komt op een wachtlijst. De kans is groot dat ze nog meer dan twee jaar moet wachten. Dat komt hard aan. Ze zoekt zelf contact met psychiater Menno Oosterhoff, zelf ook dwangpatiënt.
Sanne leest zijn nieuwste boek Laat me gaan en stuurt hem een e-mail. Ze krijgt binnen een half uur antwoord. Hij kent haar lange geschiedenis. Oosterhoff weet dat ze ooit van het balkon sprong, een opdracht van innerlijke stemmen. Hij wil haar helpen, zegt Oosterhoff. Er wordt contact gelegd met haar eigen psychiater en in goed overleg gaan ze samen naast Sanne staan. Ze bloeit op en voelt erkenning en begrip.
Oosterhoff vraagt Sanne wanneer ze er klaar voor is om te gaan. Ze heeft eerder eens gezegd dat ze binnen een week euthanasie wil. Haar moeder schrikt. Het kan toch niet zo zijn dat Sanne eindelijk mag gaan en haar moeder er nog niet aan toe is?

Maar Sanne kiest haar eigen datum. Alleen dan klopt het. Na een fotoshoot met de hele familie in de Zeegse Duinen. Na lekkere etentjes buiten de deur. Na nog wat spelletjes. Heel veel spelletjes. Mooie herinneringen maken. Met haar zusjes, met haar zwagers. Sanne krijgt vleugels in de wetenschap dat ze zich geen zorgen meer hoeft te maken over haar toekomst.
Sanne neemt de regie in handen. Ze kiest haar eigen uitvaartondernemer. Een vrouw. Niet zo’n oude man in een zwart pak. Ze regelt een rondleiding bij het crematorium en ontwerpt haar eigen rouwkaart. Ze koopt mooie armbandjes voor haar zusjes. Geeft persoonlijke bezittingen aan haar zwagers. En op de dag voor haar overlijden neemt ze thuis afscheid van haar nichtjes. Ze maken er een fijne herinnering van met een heerlijke chocoladefontein. Daarna geeft Sanne de kleintjes een mooie herinneringen-box met foto’s, boekjes en mooie teksten. Het is hartverscheurend, maar goed. Dat voelen ze allemaal.
Mentaal terminaal
‘s Avonds speelt het gezin in de woonkamer El Dorado, een van de honderden bordspellen die nog steeds in de propvolle kast op Sanne’s kamer liggen. Sanne is daarna moe maar wil op haar laatste avond graag samen kijken naar een aflevering van Over mijn lijk . Dat doen ze.
En het troost. Dat er meer jonge mensen zijn die overlijden. Maar ik kies hiervoor, zegt Sanne tegen haar moeder. Zij hébben geen keuze. Lieverd, antwoordt haar moeder. Jij hebt óók geen keuze. Mentaal terminaal. Zo noemt Menno Oosterhoff de situatie van Sanne. En zo is het.
Ze wil thuis euthanasie krijgen. Maar ze wil ook donor zijn. Dat is een moeilijke combinatie. Sanne is bereid om toch naar het ziekenhuis te gaan. Maar dan biedt het team van dokter Hans Sonneveld van Isala in Zwolle uitkomst: ODET (orgaandonatie na euthanasie thuis) is mogelijk. Liefst vijf organen van Sanne blijken geschikt voor transplantatie, zo is haar zelf nog verteld. Ze is blij en opgelucht. En haar familie trots.
Sanne wordt thuis in in slaap gebracht door haar behandelend psychiater. Omringd door haar geliefden. Haar hoofd rust nog één keer op de schoot van haar moeder. Sanne overlijdt een paar uur later in het ziekenhuis in Zwolle. Haar vader ziet op de parkeerplaats van het ziekenhuis vijf donorauto’s staan. Klaar voor vertrek.
Later valt er een brief op de deurmat.
Sanne’s hart heeft iemand zielsgelukkig gemaakt.
Het klopt.
* Vanwege privacyoverwegingen is dit artikel gedeeltelijk geanonimiseerd.
Gedicht van Sanne
Sanne schreef tientallen gedichten over haar mentale toestand. Onderstaand gedicht stond op Sanne’s rouwkaart:
Jong en onbezonnen
Ging ik heel vroeger door het leven
Maar al snel begon de storm
En vervolgens ook de regen
Toen het ook nacht werd
Heb ik het uiteindelijk opgegeven
Ik kan niet meer
ik wil niet meer
Ik hoef niet meer
Bron: DvhN. Geplaatst 10-7-2024. Foto: eigen foto