Terug
Uitvaart

‘Vergeten urnen’ Reestborgh staan te verstoffen in speciale kamer

Meppel – ‘Elk afscheid betekent de geboorte van een herinnering’. Deze tekst van Salvador Dali siert de muur boven de toegangsklep naar de verbrandingsoven van yardenhuis Reestborgh aan de Zomerdijk.

Zo’n zin biedt troost aan de nabestaanden die zelf aanwezig zijn als de kist in de oven wordt geschoven. Soms vervagen herinneringen echter snel en ‘vergeten’ de nabestaanden de asbus op te halen. Geen verstrooiing of een mooie urn, maar een plek op een plank in een speciale ruimte is dan het lot.

In de speciale kamer in het yardenhuis wachten honderden asbussen totdat de rechthebbenden ze komen ophalen. De oudste bus dateert van 1995. De as is van een vrouw. Zij was getrouwd, zo blijkt uit haar naam. Maar nooit nam iemand de moeite haar as op te halen. Kan eenzaamheid zo groot zijn dat zelfs na je dood niemand meer naar je omkijkt? Raymond de Kock, locatiemanager van Reestborgh en Zevenberg in Fluitenberg: „Het gaat om tientallen urnen die na de wettelijke wachttijd van een maand niet worden opgehaald.”

Keuzes

In verreweg de meeste gevallen wordt de as binnen zes maanden opgehaald. In die periode kunnen, als de wens van de overledene niet duidelijk was, de nabestaanden in alle rust overleggen wat zij met de as doen. De Kock: „Er ontstaan wel eens problemen. Bijvoorbeeld dat de familie het niet eens wordt. Er zijn veel keuzemogelijkheden. De as in een urn doen en mee naar huis nemen of plaatsen in het columbarium. De as verstrooien kan ook. Hier is een strooiveld, maar mensen kunnen er ook voor kiezen de as te verstrooien op een bijzondere plaats. Als de nabestaanden er onderling niet uitkomen, proberen wij een bemiddelende rol te spelen. Vaak lukt dat wel, maar soms ook niet. Dat zijn trieste situaties. Het gebeurt zelfs wel dat de rechter er aan te pas moet komen.”

Vergeten

Soms is er geen sprake van ruzie onder de nabestaanden. Het is dan onduidelijk waarom niemand de as ophaalt. „Het lijkt dan wel of ze het helemaal zijn vergeten. Je houdt het niet voor mogelijk, maar het gebeurt.” In die gevallen probeert het team van De Kock de rechthebbende op te sporen. De rechthebbende is degene die de formulieren heeft getekend.

„Dat is ook degene aan wie wij de as mogen meegeven. Aan niemand anders. Daarom is het goed dat nabestaanden, ook al zitten zij vol in hun emotie nadat iemand is overleden, goed nadenken wie zij de formulieren laten tekenen. Het gaat om meer dan een handtekening. De ondertekenaar wordt daarmee ‘rechthebbende’ en kan veel beslissingen nemen. Hij of zij mag de as ophalen, ook zonder dat de anderen daarvan op de hoogte zijn. Als wij ervan weten dat de nabestaanden het onderling oneens zijn, kunnen wij weigeren de as mee te geven. Maar als wij het niet weten, dan geven wij de as mee aan de rechthebbende nadat hij of zij zich heeft geïdentificeerd.”

Op protocol

Het niet ophalen van de as, kost geld. Yarden brengt na de eerste zes maanden een bedrag van 120 euro per jaar in rekening. Blijkbaar brengt zelfs zo’n jaarlijkse betaling niet in alle gevallen mensen ertoe de as van hun ooit dierbare op te halen. „Het kan ook zijn dat de rechthebbende ver weg woont en geen tijd heeft om de reis hierheen te maken en het eigenlijk wel goed vindt. Wij blijven altijd proberen contact te houden om zo toch tot een oplossing te komen.”

Het komt voor dat de nabestaanden de as niet ophalen en ook weigeren de jaarlijkse 120 euro te betalen. „De asbus zetten wij dan ‘op protocol’ en voordat we de as meegeven, zal de rechthebbende de openstaande rekening moeten betalen. Maar eerlijk gezegd, gaat het ons niet zozeer om dat geld. Wij willen vooral tot een oplossing komen.”

Respectvol

Yarden is wettelijk verplicht de as tien jaar te bewaren. Daarna mag de asbestemming door het crematorium zelf worden bepaald. Verstrooien op het speciale veld is dan de meest voor de hand liggende oplossing. Toch gebeurt dat niet altijd. De Kock: „Er staan asbussen al veel langer. Verstrooien kan altijd nog, denk ik dan. Zolang er ruimte is en ze niet in de weg staan, bewaren wij de as. Het kan altijd gebeuren dat iemand zich bedenkt en alsnog de as op wil halen. Ik vind het dan mooi en respectvol dat wij die wens dan nog kunnen vervullen.”

Dit artikel is geplaatst in de Meppeler Courant op 01-01-2020