Terug
In memoriam

Sipke Beetstra maakt eeuw vol op karakter

Vele verslaggevers hebben in de loop der tijd in zijn kamertje vol trofeeën gestaan, gewillig meeschrijvend met een sterk verhaal uit de lange levensgeschiedenis van Sipke Beetstra uit Joure. Tientallen vaantjes aan de muur, planken vol bekers en medailles. Hij won ze met schaatswedstrijden, het seinemeanen (Beetstra was meervoudig Fries kampioen)en met het fokken van konijnen.

Er lag veel eremetaal uit de oorlog en een Elfstedenbrevet – de grote beloning voor hen die de Elfstedentocht te voet, op de schaats én op de fiets volbrengen. Beetstra liep de Slachtemarathon meermaals. Dat alleen is al een prestatie, maar hij was ook iedere keer de oudste deelnemer. In 2012 volbracht hij als 92-jarige de 42 kilometer lange wandeltocht over de oude dijk.

De Tweede Wereldoorlog was een verhaal apart. In mei 1940 zat de jonge soldaat Beetstra in een schuttersputje in Coevorden om de Duitsers zo lang mogelijk tegen te houden. Vier geweren en een wrakke mitrailleur, daar moesten ze zich mee verdedigen, vertelde hij de krant.

Beetstra kreeg er een Bronzen Kruis voor, de koninklijke onderscheiding voor dapperheid tegen de vijand. In mei van dit jaar onthulde de veteraan een nieuw monument bij de brug in Coevorden. Hij was aangedaan.

Scherpe herinneringen

De boerenzoon van de Skûtmakkerspôle onder Terkaple, geboren in 1919, was in zijn werkzame leven rijkslandbouwvoorlichter.

Of het ging om de gebeurtenissen in de oorlog, over zijn drie Elfstedentochten (in 1942 werd hij vierde) of over de kwaliteit van het ijs in de tijd dat Friesland nog strenge winters kende: Beetstra deelde graag zijn scherpe herinneringen, kennis of diepere inzichten met ons, van het Friese journaille.

Zeker, hij was een smoute prater. Een verslaggever kwam altijd wel met een pakkend verhaal in het schrijfblok terug op de redactie van krant of omroep.

Wie zo oud wordt als Beetstra, moet een lange weg alleen afleggen. In 2011 overleed zijn lieve vrouw Swopkje, met wie hij twee kinderen kreeg. Het groepje krijgsmakkers dat op de herdenkingen in Coevorden bijeenkwam, dunde ieder jaar uit. Beetstra, in 2008: ,,Sa lang as ik sûn bin, gean ik dy kant op. Meastens belje we yn april mei elkoar om te sjen wa’t der noch binne en wa’t noch mei kin.’’

Gedrevenheid

Hij verkeerde graag in zijn eigen gezelschap. Zijn lange wandelingen – elke dag een uur, ook toen-ie tegen de honderd liep – maakte hij alleen, dat was juist het mooie aan de sport. Voor de Slachtemarathon in 2008: ,,Jo dogge de kunde ûnderweis op. Dan kuierje jo in skoftsje mei dy, dan wer mei in Jan. En wa is Jan dan wol?’’

Bij kuiertochten in de lente drongen de herinneringen aan mei 1940 zich vaak aan hem op.

Beetstra probeerde toen ook iets uit te leggen over zijn gedrevenheid. Over die wonderlijke drang om altijd een half wiel vóór een ander te willen fietsen, ook al is dat een teamgenoot. Met het wandelen net zo: het was altijd aanhaken en liever nog inhalen. ,,’Tink derom jonge, hâld dy yn’, sis ik wol tsjin mysels. Mar ik besykje toch altyd beet te hâlden. It is altyd derby lûke, no.’’

Met dezelfde vastberadenheid maakte hij zich op voor zijn honderdste verjaardag, op 1 oktober. Het hart verzwakte, maar hij moest en zou de eeuw volmaken. Hij verheugde zich op de aandacht, op het bezoek van burgemeester Fred Veenstra. Het was het laatste doel dat hij zichzelf stelde. Nog één prestatie te leveren. Dat slaagde. Op 29 november overleed Sipke Beetstra, honderd jaar oud.

Dit artikel is geplaatst in de Leeuwarder Courant van 6-12-2019.