Terug
Rouw

Nabestaanden zelfmoord hebben andere vorm van rouwverwerking

Nabestaanden die de dood door zelfmoord van een naaste proberen te verwerken, zijn soms slechter af als ze contact zoeken met lotgenoten. Zo is het rouwproces vaker gecompliceerd en hebben ze vaker ook zelf last van depressieve en zelfs suïcidale gedachten.

Waarom lotgenotencontact niet zinvol?

Dat komt waarschijnlijk niet doordat lotgenotencontact slecht voor ze is, maar omdat de meest kwetsbare mensen juist contact met lotgenoten zoeken. Daarnaast hebben deze nabestaanden vaker dan gemiddeld zelf ook een ‘gevoeligheid’ voor emotionele ontregeling. Voor deze mensen werkt lotgenotencontact juist averechts. Deze verrassende conclusie trekken onderzoekers Marieke de Groot en Boudewijn Kollen van het Universitair Medisch Centrum Groningen uit hun jarenlange onderzoek naar rouwverwerking na suïcide (zelfmoord). 

Wie plegen zelfmoord?

Personen die zelfmoord plegen of overwegen zijn doorgaans mensen die emotioneel reageren op tegenslag en heftig reageren op emotionele gebeurtenissen. Na een zelfmoord blijkt vrijwel altijd dat er signalen geweest zijn en risicofactoren aanwezig waren. De belangrijkste risicofactoren zijn somberheid, impulsiviteit, een gering probleemoplossend vermogen en in uitersten denken (zwart-wit denken).

Uit onderzoek blijkt dat bij nabestaanden van zelfmoordplegers vaker dan gemiddeld ook deze risicofactoren aanwezig zijn. Dat komt volgens de onderzoekers omdat ze de gevoeligheid voor emotionele ontregeling die de zelfmoordpleger had, ook hebben. Juist omdat ze uit dezelfde familie komen. Ook blijkt dat als je deze gevoeligheid voor emotionele ontregeling hebt, je een grotere kans hebt om een zelfmoord in je omgeving mee te maken.

Rouwverwerking

‘Gewone’ rouwverwerking bestaat uit twee belangrijke onderdelen: het voelen en ervaren van het verlies en de pijn en het leven weer oppakken. Rouwverwerking na zelfmoord kent ook deze twee pijlers, maar nabestaanden hebben daar bovenop vaak vragen als “waarom? en waarom nu?”

Ook thema’s als schuld en schaamte spelen vaak een rol. Nabestaanden na zelfmoord krijgen vaak minder steun uit hun omgeving. Verschillen van inzicht binnen families over deze thema’s maken het verlies lastiger bespreekbaar waardoor familieleden elkaar soms maar weinig steun kunnen bieden. De rouwverwerking bij nabestaanden die met dezelfde risicofactoren kampen als de overledene wordt daardoor nog verder bemoeilijkt.

Gecompliceerde rouw

Van gecompliceerde rouw is sprake als de heftige rouwverschijnselen die vrijwel iedere nabestaande ervaart, na verloop van tijd niet afnemen in heftigheid en frequentie. Uit het onderzoek van De Groot en Kollen blijkt dat mensen die contact met lotgenoten zoeken na de zelfmoord van een naaste, aan het tweede deel van rouwverwerking niet toekomen. Ze voelen en ervaren het verlies wel, maar het lukt ze minder goed om vervolgens verder te gaan met het leven.

Zelfmoord(pogingen): omvangrijk en kostbaar

Ieder jaar plegen in Nederland zo’n 1700 mensen zelfmoord. Dat zijn tweeënhalf keer zoveel doden als jaarlijks in het verkeer vallen. Het aantal zelfmoordpogingen is nóg schrikbarender: 94.000 per jaar (daaronder veel mensen die meerdere pogingen ondernemen). Één op de tien mensen heeft een moment in het leven dat hij aan suïcide denkt. Dat betekent dat zo’n 400.000 mensen per jaar denken aan zelfmoord. Doorgaans zijn deze gedachten van voorbijgaande aard.

Per jaar hebben 15.000 mensen een ziekenhuisbehandeling nodig na een zelfmoordpoging. Van alle zelfmoordplegers is ongeveer 45 procent op dat moment in (een vorm van) behandeling. 75 procent heeft ooit zorg ontvangen. Dit maakt (pogingen tot) zelfmoord tot een kostbaar probleem. Maar de behandeling van mensen met zelfmoordgedachten en -neigingen ‘kost’ ook hulpverleners veel. Het verplegen en verzorgen van een patiënt na een zelfmoordpoging is vaak intensief, en zeker de behandeling van patiënten die keer op keer hernieuwde zelfmoordpogingen doen vergt veel van hulpverleners.