Terug
In memoriam

In memoriam Rudolf Das; Haarlemse jongens tekenden geheim Brits vliegtuig

In Luchtpost vertelt Gerrit Boxem elke week een bijzonder luchtvaartverhaal. Deze week een in memoriam van Rudolf Das.

Eén van de eerste afbeeldingen van vliegtuigen die ik eind jaren vijftig in mijn bezit kreeg, was een prachtige zwart/wit poster van een Sea Dart straaljager gemaakt door ene Rudolf Das. Sindsdien was hij voor mij een held uit de luchtvaartwereld.

Mijn bewondering voor hem werd alleen maar groter toen ik hoorde dat hij in 1953, samen met zijn tweelingbroer Robbert, de Britse geheime dienst op de kast had weten te krijgen door het publiceren van een opengewerkte tekening van één van hun nieuwe straaljagers. Ik las dat mijn held uit de fifties was overleden op 91-jarige leeftijd. In de Luchtpost het verhaal van de man die samen met zijn broer mij eind jaren vijftig zo intrigeerde.

In de luchtvaartbladen en publicaties uit de jaren ’50 was regelmatig het werk van de gebroeders Das te bewonderen. Spectaculair opengewerkte tekeningen van vliegtuigen met de onthulling van alle technische details. De eeneiige tweeling Das werd op 23 januari 1929 in Haarlem geboren. Robbert drie kwartier eerder dan Rudolf. Al op jonge leeftijd kwam hun uitzonderlijk tekentalent naar voren, dat ze geërfd hadden van hun vader.

Tekenen op behangrollen

Rudolf Das: „We zijn begonnen met het maken van tekeningen van schepen. Dat deden we op de achterkant van behangrollen die we stiekem uit het magazijn van onze vader meenamen. De een begon dan bij de voorzijde van het schip en de ander bij de achterzijde. We werkten dan naar elkaar toe en kwamen altijd goed uit.”

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd hun interesse verlegd naar de luchtvaart door de dagelijks overvliegende geallieerde vliegtuigen. Rudolf Das: „We woonden vlakbij de treinwagonfabriek van de firma Beijnes en we realiseerden ons dat dat een gevaarlijke plek was om te wonen omdat het er dik inzat dat deze fabriek, die treinwagons voor de Duitsers vervaardigde, op een dag zou worden gebombardeerd door geallieerde bommenwerpers. En dat gebeurde ook, maar door een fout van de navigator aan boord van de leider van de formatie van vier kwamen de bommen niet op de Beijnes fabriek terecht, maar in een ander deel van Haarlem. Ons huis bleef als gevolg van die geallieerde misser gespaard.”

Toen de jongens de gevaarlijke leeftijd bereikten, waarop de Duitse bezetter ze graag te werk wilde stellen in de oorlogs-productiebedrijven verlieten ze Haarlem om onder te duiken in Beekbergen. Weg van het gevaar, dacht vader Das. Maar dat bleek bezijden de waarheid; de slag om Arnhem speelde zich namelijk letterlijk boven hun hoofden af. Veel vliegtuigen kwam in en rond de Beekbergse bossen neer en prikkelden de nieuwsgierige tweeling. Zij gaven hun ogen goed de kost en bekeken de neergekomen machines –stiekem uiteraard- van binnen en buiten. Die informatie werd opgeslagen en zou later nog goed van pas komen. De luchtvaartwereld bleef ook na de oorlog hun interesse houden en gebroeders Das wilden graag allebei verkeersvlieger worden, maar een oogafwijking bij Robbert haalde een streep door die rekening. Ze begonnen toen samen een ontwerpbureau. De eerste opengewerkte tekening die zij maakten was er een van de Fokker S11 trainer voor het blad Avia.

Wereldnieuws

Kort daarop werden de gebroeders wereldnieuws. Tijdens de Koreaanse oorlog zocht de Engelse luchtmacht naar een jager die naast de Hawker Hunter in Korea dienst zou kunnen doen. Dat werd de Supermarine Swift. Van deze Swift maakten de gebroeders Das met de summiere gegevens die waren vrijgegeven èn een tegenlicht foto van het prototype waarop alle klinknagels goed te zien waren, een opengewerkte tekening. Deze tekening werd gepubliceerd in het Zwitserse luchtvaartblad Interavia, dat ook aan de andere zijde van het IJzeren Gordijn clientèle kende. Een complete rel was het gevolg. Je reinste spionage, volgens de Britse overheid en het tekenbureau Das lag een maand stil vanwege de hordes journalisten én enkele mannen van Scotland Yard, die zo hun vragen hadden.

In hun werkkamer lieten de gebroeders Das zien hoe op de gepubliceerde foto elke klinknagel in de huid van het vliegtuig was te traceren. En door het bekijken van de wrakstukken van de bij Arnhem neergestorte vliegtuigen wisten ze dat onder iedere klinknagel een spant zat. Zo konden ze door de combinatie van scherp observeren en hun technisch inzicht in luchtvaarttechniek als het ware door de gesloten huid van de Swift ‘heenkijken’. Een en ander leidde tot een unieke opengewerkte tekening. De laatste vraag van de mannen van Scotland Yard was hoe het mogelijk was dat de tekening exact op schaal was gemaakt en hoe ze dan aan die juiste afmetingen waren gekomen. Het antwoord was even kort als simpel: de gebruikte roundels op de Engelse vliegtuigen bleken altijd 106 centimeter te zijn waardoor met een eenvoudige rekensom de afmetingen van het vliegtuig op de foto berekend konden worden. Voor het oog van de internationale pers verklaarden de gebroeders: „Wat wij gedaan hebben is niet meer dan het combineren van gegevens die al eerder waren gepubliceerd in de buitenlandse vakbladen.”

In een stroomversnelling

De carrière van de Dassen kwam door alle publiciteit in een stroomversnelling. Tussen de talloze opdrachten die de broers vanaf dat moment mochten ontvangen, zaten ook vreemde verzoeken voor technisch spionagewerk. Daar hebben ze nooit aan meegedaan. Veel te gevaarlijk. Hoewel, één ding heeft Rudolf wel gedaan: een tekening, gezien vanuit de lucht van het Kremlin met alle bijgebouwen. De koude oorlog woedde nog hevig. De tekening werd gepubliceerd in National Geographic magazine en de Russen bleken een stuk sportiever dan de Engelsen: ze vonden het prachtig, zo lieten ze weten.

Er werd veel freelance werk voor Fokker gedaan. Fokker wilde de Dassen graag in vaste dienst nemen, maar vrijheid stond hoog in het vaandel. De werkzaamheden voor Fokker werden gestopt, maar andere bedrijven stonden in de rij. Rudolf Das: „Omdat we op het gebied van de militaire luchtvaart geen gegevens meer toegestuurd kregen, richtten we ons toen op busmaatschappijen, automobielfabrieken en architectonische ontwerpen, bijvoorbeeld voor ‘Het Dorp’ van Mies Bouwman.”

Moeilijk hadden de Dassen het toen Robbert op een gegeven moment naar Frankrijk verhuisde. Tot op dat moment waren ze onafscheidelijk geweest. Het werk werd daarop ‘verdeeld’: Robbert werd de ontwerper van jachten en schepen, terwijl Rudolf zich bezig ging houden met vooral architectonische ontwerpen. Maar er bleef ook een hechte samenwerking bij het schrijven en tekenen van boeken, die het licht zagen. Boeken die vooral over de toekomst gingen. De Dassen werden voortaan gezien als ‘futurologen’. En terecht, als je bedenkt dat ze op tekeningen van 50 jaar geleden autootjes hebben geschetst, die heel erg op de tegenwoordige Smarts lijken.

Bron: Hoogeveensche Courant. Geplaatst 7-8-2020