Terug
In memoriam

Henny Vrienten: liever in de luwte dan de aanbeden popster

’Een wijze, erudiete man met een vlijmscherp gevoel voor humor en taal’, zo omschrijft de familie van Henny Vrienten de zanger en muzikant, die op 73-jarige leeftijd overleed. 

Vrouwelijke vijftigers die begin jaren tachtig een puber waren, herinneren hem vooral als de woest aantrekkelijke frontman van de band Doe Maar. Samen met toetsenist Ernst Jansz liet hij tussen 1980 en 1984 menig bakvissenhart sneller kloppen.

Elpees als Skunk en Doris Day & andere stukken gingen in die jaren als warme broodjes over de toonbank. Meisjes, uitgedost in felgroen en roze kleding, de kleuren van Doe Maar, zongen zijn hits woord voor woord mee, zoals De bom (’Laat maar vallen, het komt er toch wel van’), Pa (’Spreek met twee woorden, stel je netjes voor en zeg u, u, u’) en 32 jaar (’Wel een beetje raar, 32 jaar, trillend op mijn benen’).

De rol van aanbeden popster en zelfs sekssymbool was Hendrikus Cornelis Jacoba Vrienten, zoals er op zijn geboortekaartje stond, niet op het lijf geschreven. De in Tilburg geboren zanger, componist en liedjesschrijver, die een voorliefde voor reggae en dub had, mocht dan een geliefd podiumbeest zijn, hij gedijde eigenlijk beter in de luwte. Het beroemd zijn was hem overvallen. Hij werd ongemakkelijk van alle fans.

’Te gortig’

Het liep ook uit de hand, vond hij. „Op een gegeven moment stonden we te vloeken in de file op weg naar een optreden, tot we beseften: ’Shit, dit is ónze file’. Promotoren, managers, platenmaatschappij: niemand had vat op wat er gebeurde. Zalen voor duizend mensen waar zesduizend fans elkaar aan de deur stonden dood te drukken. Achteraf kan je erom lachen, maar het werd echt te gortig en dus zijn we gestopt. De druk werd maar groter en dat wilden wij niet. Wij waren een stelletje oude hippies die goede nummers wilden maken en een beetje stoned in de hoek wilden liggen”, vertelde hij in 2019 aan de Belgische krant Het Laatste Nieuws.

Muziek maken zag Vrienten als een gewone baan. „Ik sta ’s ochtends niet te laat op, drink een paar koppen sterke koffie en dan gebeurt het in mijn studio. Elke dag. Ik zou niet weten wat ik anders moet. Ik maak, dus ik besta. Stoppen zal ik nooit”, liet hij in diverse interviews weten.

En inderdaad zou hij zijn hele leven muziek maken. Voordat hij in 1980 bij Doe Maar kwam op uitnodiging van oprichter Ernst Jansz, was hij al actief in de begeleidingsband van Boudewijn de Groot. Na het uiteenvallen van Doe Maar scoorde hij nog één grote hit: Als je wint heb je vrienden met Herman Brood. Daarna verdween hij van het toneel, leek het.

Films

Maar achter de schermen zat hij niet stil. Zo maakte hij de muziek voor meer dan tweehonderd films, waaronder De gulle minnaar met Peter Faber, Left luggage , geregisseerd door Jeroen Krabbé, The discovery of heaven naar het boek van Harry Mulish en de kinderfilm Pietje Bell. Ook volgde hij in 1999 Harry Bannink op als vaste liedjesschrijver voor de Nederlandse versie van Sesamstraat .

Hoewel Vrienten als Nederpop-artiest grote faam maakte, was hij geen liefhebber van het genre smartlap of levenslied. „Een liedje van André Hazes wordt door een groot deel van de Nederlanders prachtig gevonden, maar ik hou er niet van. Voor mij is een goed liedje een nummer waarin iets wordt gezegd. Dus het heeft een goede tekst, met weinig platitudes en originele zinnen en dan vooral een pakkende melodie. Het liefst melodieën die meteen blijven hangen. En zonder arrogant te zijn, denk ik dat ik dat best goed kan”, vertelde hij in 2019 aan BN De Stem.

Veel artiesten waren dat met hem eens. Raymond van ’t Groenewoud, Frank Boeijen en George Kooymans van Golden Earring werkten graag met hem samen. In 2006 maakte Vrienten samen met dj Junkie XL het campagnelied van de Partij van de Arbeid voor de Tweede Kamerverkiezingen, getiteld Neem mijn hand .

’Vonkje’

Vorig jaar werd bekend dat Vrienten ernstig ziek was. Wat de muzikant precies mankeerde, lieten zijn management en familie in het midden. Bang voor de dood was Vrienten niet. „Een mens is slechts een vonkje in de tijd van de eeuwigheid. Dat heb ik me altijd voor ogen gehouden. Zenuwachtig word ik niet: als het voorbij, is het voorbij.”

Bron: Leeuwarder Courant. Geplaatst 26-4-2022 Foto: ANP