Terug
In memoriam

Guldenhemel, die naam paste Gerrit Veenstra beter. De kunstenaar en handelaar in alles werd 73 jaar

Hij handelde in alles wat los en vast zat, had altijd zin in een nieuwe onderneming en zodra hij er genoeg van had, verzon hij iets anders. Kunstenaar Gerrit Guldenhemel verveelde zich nooit. 

Zijn laatste bevlieging, hij was al ziek, was de Friese staartklok. Hij vond altijd met gemak een adresje waar hij zo’n ouderwetse slingerklok op de kop tikte, vervoerde ‘m voorzichtig naar huis waar hij z’n nieuwste aanwinst bij diens soortgenoten voegde. In zijn atelier in de tuin.

Gerrit Veenstra had de intentie de Friese klokken op te knappen en te verkopen. Met winst, uiteraard met winst, daar had hij een neus voor. Zelfs als hij in een restaurant ging eten, smaakte de maaltijd hem beter als hij er niet te veel voor betaalde.

De vrijbuiter die niet onder een baas wilde werken

Gerrit Veenstra alias Gerrit Guldenhemel – die naam nam hij aan als kunstenaar – was een veelzijdig man. Ten eerste een bevlogen kunstschilder, maar evengoed kon hij zich bij vlagen verliezen in de handel in auto’s. Of in boten. Antiek. Designmeubels. En ineens bleek hij te kunnen beeldhouwen, of hij bedacht een kunstwerk dat het skûtsjesilen moest vereeuwigen. En hij kon zomaar tegen een oud campertje aanlopen dat hij niet kon laten staan, kocht het en knapte het op. Hij ging er gerust een keer mee op vakantie, maar verpatste ‘m uiteindelijk voor een goeie prijs.

Gerrit Guldenhemel werd geboren in Vries en groeide op in Tynaarlo als jongste van drie kinderen. Zijn vader werkte bij de spoorwegen, zijn broer volgde dat pad en ook Gerrit werd die richting in gepraat.

Dat wilde hij niet. Onder een baas werken leek hem niks. Hij ging naar de detailhandelschool, waarvoor hij een jaar stage liep in Londen. Hoeveel bravoure hij ook had, dat jaar kenmerkte zich ook door heimwee. Daarna ging hij in militaire dienst om vervolgens te studeren aan Academie Minerva in Groningen. Hij kon goed tekenen en koos als afstudeerrichting grafische vormgeving.

Hij had toen al verkering met de vrouw met wie hij jaren getrouwd zou zijn en met wie hij van Hoogezand naar Annerveenschekanaal naar Annen verhuisde. Samen kregen ze een zoon.

De kunstenaar die honderden auto’s verkocht

Hij zorgde voor brood op de plank door Saabs uit Zweden te halen, op te knappen en te verkopen. Later kwamen daar allerhande andere auto’s bij. Honderden heeft hij er verkocht.

En tussendoor maakte hij schilderijen en beeldhouwwerken die mondjesmaat aftrek vonden. De antiekhandel kwam op z’n pad, later volgden (namaak-)designmeubels die hij verkocht in een pand aan de Kraneweg in Groningen. Hij breidde uit met twee winkels aan de Rademarkt en de Nieuweweg.

Meesterverkoper met een fenomenaal geheugen

Zijn kunstwerken sierden de winkel, hij toonde zich een meesterverkoper omdat hij nooit om een praatje verlegen zat en alles onthield waardoor de klanten zich gezien voelden. Even gemakkelijk schonk hij in zijn winkel een glas wijn, draaide er muziek en zorgde ervoor dat klanten bleven hangen.

Een van die klanten was Tineke die zich onmiddellijk op haar gemak voelde bij deze duizendpoot in zijn winkel. Hij stelde vragen en liet zich van zijn filosofische kant zien; zij was onder de indruk van zijn kunstwerken en zijn vrije geest. Maar hij was getrouwd.

Ze hoorden een jaar niets van elkaar en toen belde hij haar. Hij was gescheiden en wilde graag met haar afspreken. Als vanzelf kregen ze een relatie. Ze gingen graag en veel op vakantie – of ze nou in België of Friesland of Duitsland waren: altijd spraken ze met elkaar in de taal van het land. Ze wandelden, praatten, kookten, keken steevast naar de televisiequizzen Met het mes op Tafel en Twee voor 12 , want Gerrit hield ervan zijn kennis te testen, zijn geest te verrijken. In die tijd werd hij ook de vaste tekenaar voor de weekendbijlage van deze krant: hij maakte grote portretten bij het zaterdaginterview (www.guldenhemel.nl).

Zijn droom: een huis kopen en opknappen in Frankrijk

Zes jaar geleden belandde hij met Tineke in hun campertje in Bretagne, ze werden verliefd op het landschap en Gerrit kreeg het op z’n heupen. Hij zou het zo leuk vinden om daar een oud huis te kopen en het op te kalefateren, een droom van hem. Hij zou daar veel zijn, Tineke zou geregeld bij hem komen en hij zou ook veel bij haar in Groningen zijn. Ze stapten binnen bij een makelaar en vonden een huis.

Gerrit knapte het op, met behulp van vrienden en familie. Bezorgd vroeg een vriend van Tineke of ze niet bang was dat Gerrit daar ver weg een Franse buurvrouw zou ontmoeten. Toen Gerrit daarvan hoorde, schoot hij in de lach. ,,De ene buurvrouw heeft nog één tand, de andere nog twee.’’ Hij werkte stug door en doopte het huis Ciel d’Or, Guldenhemel in het Frans.

Guldenhemel werd moe, zo moe

De afstand, 1200 kilometer, bleek toch een probleem. Ze verkochten het, ze verkochten ook Tinekes huis en streken neer in een bungalow in Roden. Gerrit begon daar te schrijven wat twee romans opleverde: Naaktschilder en Lot .

En hij werd moe, zo moe dat hij naar de huisarts ging die ontdekte dat hij longkanker had. Door zijn ziekte veranderde hij van de vrijbuiter, altijd onderweg, in de introverte man die hij ook was.

Elke Friese staartklok die hij tijdens zijn ziekte kocht, stond voor een jaar extra leven, bedacht hij hoopvol. Het heeft niet zo mogen zijn. Zijn atelier telt 14 klokken. Gerrit stierf op 73-jarige leeftijd.

Bron: DvhN. Geplaatst: 7-2-2023.