Terug
Voorbereiden op later

‘Ga in gesprek over de dood, ook met kleuters’

Een prentenboek over de dood. Voormalig juf Wina Eberhard uit Nieuw-Buinen liep er al bijna dertig jaar mee in haar hoofd. Nu het er is, hoopt ze dat haar boek uitnodigt om vaker over de dood te praten.

Ze staat niet meer voor de klas, maar ze weet nog goed hoe het was. Het eerste sterfgeval van een moeder van een van ‘haar’ kleuters. Opeens was het onderwerp daar, maar hoe maak je de dood bespreekbaar? ,,Ik was een jaar of 20. Ik was in die tijd zelf een beetje bang voor de dood. Ik had er totaal geen ervaring mee en wist niet goed wat ik moest doen.’’

Nu weet ze: praten en delen is belangrijk. Niet alleen voor leerkrachten en hun kinderen in de klas, maar net zo goed voor ouders en hun kroost. ,,Je moet goed kijken wat een kind nodig heeft en open vragen stellen. Het allerbelangrijkst daarbij is liefde en een gevoel van veiligheid.’’

Ze kreeg het letterlijk mee van haar eigen moeder, wier laatste woorden waren: ,,Liefde is het allerbelangrijkst. Het allergrootste geschenk en zo is het!’’ Kort daarna sliep ze in.

Wina Eberhard (61) zit aan de keukentafel met haar eigen prentenboek, vers van de pers, over de dood. Het boek, getiteld De bloemen van Juffie , gaat over Muis en de juf van Muis. De juf is ernstig ziek en gaat dood. ,,Het woord ‘dood’ wilde ik er per se in hebben. Dat is duidelijk voor kinderen. Als je zegt dat iemand is gestorven, vragen ze direct: ‘Is die dan dood?’’’

Muis schrijft briefjes aan juf, die ook daadwerkelijk in het boek zitten en geopend kunnen worden. ,,Zo kunnen kinderen even iets doen en gaan ze mee in de handeling van Muis. Dat haalt de spanning weg.’’ Het boek toont een intens verdrietige Muis als duidelijk wordt dat juf dood is, maar een poosje later is er ook weer blijdschap. ,,Niemand kan altijd alleen maar verdrietig zijn. In het leven bestaan verdriet en blijdschap naast elkaar. Het is daardoor niet een eng boek geworden.’’

Het boek is niet bedoeld als handleiding, wel als aanleiding voor een gesprek over de dood. Want we praten met ons allen veel te weinig over dit onderwerp, zo blijkt uit onderzoek. SIRE is er net een campagne over begonnen (zie kader).

,,De dood is een beetje verdwenen uit ons leven’’, zegt Eberhard. ,,Er is weinig kindersterfte meer en veel mensen overlijden in een instelling in plaats van thuis. Als een kind geluk heeft, heeft het een huisdier. Dat gaat een keer dood en dan gaan ze hem begraven. Dan hebben ze die ervaring in ieder geval.’’

Het boek dat ze nu heeft gemaakt, zat al dertig jaar in haar hoofd. ,,Toen ik juf was, kwam ik erachter dat er te weinig prentenboeken over de dood zijn. Dat is zo jammer.’’

Ze gaat nog een stapje verder ,,Ik vind zelfs dat zo’n boek als dit eigenlijk bij iedereen op de boekenplank zou moeten staan. Als je het pas van de bibliotheek haalt als er iemand dood of ongeneeslijk ziek is, is het al zo beladen. Het is goed om er eerder over te praten. De dood hoort nu eenmaal bij het leven. Je kunt het er dan ook over hebben wat je kunt doen als iemand heel ziek is. Dat kan van alles zijn. Muis schrijft bijvoorbeeld briefjes aan juf en dat zijn echt niet heel moeilijke brieven. Het gaat erom dat je laat merken dat je aan iemand denkt. Kinderen kunnen dat natuurlijk ook op een andere manier doen, door een kleurplaat te kleuren of bloemetjes langs de sloot te plukken en langs te brengen.’’

Negen jaar geleden stopte Eberhard als juf op De Klister in Nieuw-Buinen. Ze had het gevoel dat ze haar passie en creativiteit niet meer kwijt kon in het onderwijs, waar steeds meer met vaste methodes werd gewerkt. Ze ging fotograferen en beeldhouwen, tot het idee voor een prentenboek weer boven kwam drijven. Ditmaal vatte ze de koe bij de horens en maakte ze achter haar schilders-ezel de ene na de andere illustratie.

In tegenstelling tot veel andere beginnende auteurs hoefde ze weinig moeite te doen een uitgeverij te vinden. Ze schreef zich in voor de internationale illustratorenwedstrijd Key Colours en werd uit 458 deelnemers – uit 50 landen – verkozen tot winnaar. De prijs was publicatie van haar boek door uitgeverij Clavis.

,,Ik hoefde verder zelf niets meer te doen, alleen de inhoud aan te leveren. Zij deden verder alles. Door corona en lange levertijden is het boek wat later uitgekomen dan gepland, maar dat is helemaal niet erg. Juist niet, want nu is er opeens die SIRE-campagne.’’

Ze signeerde haar boek onlangs bij de Read Shop in Stadskanaal en op 21 mei volgt een meet and greet bij Van der Velde in Assen. ,,De reacties die ik krijg, zijn zo mooi. Een meneer vertelde me dat de tranen hem over de wangen stroomden van ontroering toen hij het las. Ik heb het in principe geschreven voor kleuters, maar ook volwassenen doet het kennelijk wat. Ik hoop dat het het beginpunt is om het er met een ander over te hebben. Ik vind zo’n programma als Over mijn lijk ook zo mooi. Daar hebben ze het gewoon over de dood. Je hoeft niet altijd over makkelijke dingen te praten. Wees maar eens verdrietig; laat het maar zien. Als jij niet vertelt of laat zien hoe je je voelt, kan een ander daar ook niet op ingaan.’’

Zelf is de Nieuw-Buinense moeder van twee volwassen kinderen en oma van een kleindochtertje van net 1 jaar. Tegenover haar eigen kinderen heeft ze het onderwerp nooit geschuwd. ,,Soms kan een beetje humor het ook wat gemakkelijker maken. We hadden het eens over je lichaam na de dood. Mijn zoon had meer met cremeren en mijn dochter meer met begraven. Wat er dan met mij moest? Ik zei: ,Nou, dan doe je mij maar doormidden en cremeer je de bovenste en begraaf je de onderste helft, of andersom.’ Daar konden ze wel om lachen.’’

Bron: DvhN. Tekst Marieke Kwak. Foto: Huisman Media