Terug
In memoriam

Archeologe Alexandra Mars uit Gasselte zag overal het mooie, of het nou op de grond of in de kringloopwinkel was

Hunebedden en grafheuvels, die kennen we wel. Maar Drenthe herbergt zoveel meer geschiedenis. Alexandra Mars uit Gasselte wilde de onzichtbare (pre)historie weer zichtbaar maken. Ze stierf een maand voor de onthulling van ‘haar’ archeologisch beleefpunt in Gees.

Wie met Alexandra Mars door de natuur of over een akker wandelde, was eraan gewend. Zij keek niet om zich heen, maar liep met het hoofd gebogen. De blik omlaag. Je kon nooit weten wat daar voor interessants lag. En ze vond ook altijd wel wat. Een bijzondere steen, of aardewerk scherven. Of een fossiel.

Ze had er oog voor en kon haar vondsten snel thuisbrengen qua soort en leeftijd. Je bent archeoloog of je bent het niet.

Kringloopwinkels

Alexandra hield van mooie dingen. Behalve de bodem waren kringloopwinkels een favoriete vindplek. Ze kon er niet voorbij zonder naar binnen te gaan. En ze pikte de bijzondere glazen vazen en sieraden er zo uit.

Dat zij iets met archeologie wilde doen, was al vroeg duidelijk. Als kind stond zij er met de neus bovenop als er opgravingen in haar buurt waren. Het intrigeerde haar. Wat dat betreft had ze haar eigen passie in een gezin dat met heel andere dingen bezig was.

Alexandra, geboren in 1959, groeide op in het Noord-Hollandse Uitgeest, met een zus en een broertje. Vader was leidinggevende in de wegenbouw en moeder zat voor de PvdA in de gemeenteraad. De gesprekken gingen vaak over politiek en onderwijs, wat moeder in portefeuille had. Alexandra kon dit weinig boeien. Zij koos voor een studie archeologie. En kunstgeschiedenis erbij, omdat ze dat ook interessant vond.

Alexandra was een echte kunstliefhebber. Eigen foto

Prijs van minister

Ze genoot van haar studententijd in Amsterdam. Van het stadse leven en de reuring. Ze gedijde bij rumoer. Had altijd de radio aan en het liefst de tv erbij.

Aan het eind van haar studententijd ontmoette ze Paul van der Werf, een student geneeskunde. Ze werden verliefd en gingen samenwonen in Rotterdam. Al was Alexandra doordeweeks niet dáár, maar in Limburg. In Susteren deed zij voor de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) een grote opgraving bij de oude abdij. Apetrots was ze op de W.A. van Es-prijs die ze uit handen van minister Hedy d’Ancona kreeg voor haar publicatie Genneps Aardewerk. Die schreef ze na een opgraving van een 18e-eeuwse pottenbakkerij in die plaats, ook in Limburg.

Tot hun verdriet kregen Paul en Alexandra, inmiddels getrouwd, geen kinderen. Ze overwogen adoptie en waren al toegelaten als adoptieouders toen ze anders besloten. Liever werden ze suikeroom en -tante van hun neefjes en nichtjes dan een kind van een ander op te voeden. Ze namen de neefjes en nichtjes mee op vakantie en verwenden hen tijdens logeerpartijtjes in Kostvlies, de buurtschap bij Gasselte waar ze in 1996 een huis kochten.

Verschillende belangen

Paul, internist-oncoloog, had werk gekregen in Stadskanaal en Alexandra een paar jaar later bij de provincie Drenthe. Ze stond aan de wieg van de archeologische kaarten die gemeenten maakten met hulp van de provincie. Hierop staan alle archeologische vindplaatsen, zodat daar bij bouwplannen rekening mee kan worden gehouden. Haar collega’s, die ze op haar verjaardag altijd op Marsjes trakteerde, met een knipoog naar haar achternaam, zijn er nog altijd blij mee.

Want archeologie is laveren. De belangen stroken vaak niet met die van bijvoorbeeld huizenbouwers en boeren. ,,Xandra zei: Anderen vinden het alleen maar lastig. Je komt niet met geld, alleen met beperkingen’’, stelt Paul.

Maar Alexandra hield wel van het spel. Van het overleg. Ze hoefde niet het onderste uit de kan, want dan zou het draagvlak afbrokkelen. Het liefst kreeg ze iedereen op één lijn. Maar ze kon wél vasthoudend zijn in wat ze echt belangrijk vond. Dan hoefde het niet per se gezellig te blijven. En als mensen haar eigenzinnig vonden, nou ja, dat wás ze ook wel.

Op het Noordsche Veld bij Norg. Eigen foto

Ze was ook van de regeltjes en als ze misstanden zag, trok ze aan de bel. Zoals toen ze vlak bij haar huis een boer woest zag ploegen op zijn akker. Hij ging zo diep de grond in dat hij bij de laag kwam waar archeologische resten kunnen liggen. Paul: ,,Daar kon ze zich wel over opwinden.’’

Eerder stoppen met werken

Waar Alexandra qua archeologie op haar plek zat, miste ze de drukte van Amsterdam. Met Paul ging ze er nog geregeld heen. Ze hadden hun abonnement op de Nationale Opera al die tijd gehouden. Onlangs besloot Alexandra dat ze terug wilde. Daar echt weer wonen, binnen afzienbare tijd.

En eerder stoppen met werken.

Iemand uit haar vriendinnenclubje was met pensioen gegaan en dat had haar aan het denken gezet. Ze wilde nog allerlei reizen maken met Paul. Naar Japan, de Noorse fjorden én vaker naar de zon. Op stedentrips was ze ook dol. Die maakte ze niet alleen met Paul, maar ook met haar vriendinnenclub.

Begin volgend jaar, daar zat ze aan te denken. Het is er niet meer van gekomen. De rugpijn die ze dit voorjaar kreeg, bleek te worden veroorzaakt door alvleesklierkanker. De plek was te fors om weg te laten halen. Boos was ze niet. Dat had geen zin, meende ze. ,,Het is wat het is’’, zei ze.

Twee-en-een-halve maand later overleed ze op 63-jarige leeftijd en ging ze alsnog terug naar Noord-Holland. Daar is ze gecremeerd en wordt haar as uitgestrooid.

Kasteel

Een maand later werd Alexandra ook in Drenthe herdacht, bij de onthulling van het archeologische beleefpunt in Gees. Hier zijn de contouren van het verdwenen kasteel en de verdwenen gracht weer zichtbaar gemaakt. Het is de zevende beleefplek in deze provincie, waar uiteindelijk elke gemeente er één krijgt. Gedeputeerde Nelleke Vedelaar memoreerde hoe Alexandra zich hier met hart en ziel voor heeft ingezet. De onzichtbare (pre)historie weer zichtbaar maken, daar ging het haar om.

Bron: DvhN. Geplaatst 23-11-2022.